Het geheugen van de vakbeweging

Vuil, zwaar en koud


Herinneringen van Kees Marges – 19

Acties in de bulk, het graan en de ECT
met steun van Wim Kok

Graanwerkers plat

Op 12 mei 1982, de dag na de uitspraak over Frans Swarttouw, hielden we een vergadering met de leden in de graansector bij de Graan Elevator Maatschappij (GEM), Grainwave en Maashaven Silo. Je zou het een vervolg op de door de rechter veroordeelde staking van begin maart kunnen noemen. Toen werden we op aandringen van directeur Van der Vorm veroordeeld door de rechter vanwege het houden van een vergadering in werktijd met werknemers van de GEM. We moesten een flinke boete betalen aan de werkgevers. Deze nieuwe vergadering was dus al goed voorbereid. Dat was voor één GEM’er aanleiding om al in het begin van de vergadering voor te stellen om op staande voet in staking te gaan.(foto)

Die zou dus inderdaad twee dagen later beginnen. Een bijzonder korte tijd voor een ultimatum. In Amsterdam ging de OBA voor 24 uur in staking uit solidariteit met hun Rotterdamse collega’s. Na Frans Swarttouw dus het tweede bedrijf in de bulksector in staking voor onbepaalde tijd. Kort daarna volgde EMO. We hadden de werkgevers bij het mislukken van de onderhandelingen over de raam-cao, het gedeelte van alle stuwadoor-cao’s dat gelijkluidend is, voor deze ontwikkeling gewaarschuwd.

De eisen die gekoppeld waren en zouden worden aan alle stakingen, spontane en door ons georganiseerde, waren ook in de graansector aan de orde. De arbeidstijdverkorting vertaalde zich in de bulksectoren, ook in het graan, in 1,25 uur verkorting van de werkweek – dat is op jaarbasis 7 roostervrije dagen; verlaging van de VUT leeftijd van 62 naar 60 jaar en een garantie dat de vrijkomende tijd opgevuld zou worden met nieuwe werknemers. Daarmee werd bedoeld, werknemers uit het stukgoed die er voor kozen om verder te werken in de bulk. Dat was een afspraak die gemaakt was in het kader van de gesprekken over de inkrimping van het aantal arbeidsplaatsen in het stukgoed als gevolg van de containerisatie.

Overigens hield de bedrijfsgroep havens van de Vervoersbond FNV zich bij al die sectorale onderhandelingen aan het gezamenlijke FNV arbeidsvoorwaardenbeleid. Inclusief de aandacht voor arbeidstijdverkorting en werkgelegenheid. Dat kon niet gezegd worden van andere bedrijfsgroepen van de Vervoersbond FNV of van andere FNV-bonden zoals de Industriebond, in een eerder stadium de grote aanjager van het FNV-beleid gericht op meer arbeidstijdverkorting en uitbreiding van de werkgelegenheid. Ger Ros, voorzitter van de bedrijfsgroep havens maar ook bondsbestuurder van de Vervoersbond FNV, uitte daarop publiekelijk kritiek. Wim Kok zei later dat hij dat anders zag.

Olieopslag

Op 13 mei bereikten we bij Paktank, na een korte spontane staking, overeenstemming over een arbeidstijdverkorting per 1 januari. (zie krantenknipsel hierboven). Die zou dan van 36,8 naar 32,5 uur per week gaan, waarvoor de werknemers als bijdrage 10 compensatiedagen voor het werken op feestdagen moesten inleveren. De dagdienst ging naar 36 uur en de VUT van 63 jaar naar 62. Alles bij elkaar zou dit pakket 50 extra arbeidsplaatsen opleveren. Al eerder was daarover met de twee andere bedrijven, Matex en Pan Ocean, overeenstemming bereikt. Weliswaar ging het om bedrijven die niet bij de SVZ waren aangesloten, maar het was voor ons natuurlijk toch een indicatie dat er in werkgeversland geen sprake was van een gesloten front tegen de arbeidstijdverkorting. Het was een aanmoediging om ook in de bulk een vergelijkbaar resultaat voor de werknemers uit te onderhandelen. Net als in de olieopslag was ook daar sprake van financiële ruimte aan de kant van de werkgevers. Frank Kloosterman, toen onze eerste onderhandelaar in de droge (graan, kolen en ertsen) en natte bulk (olie) constateerde na het atv resultaat bij de olieopslagbedrijven, dat de onderhandelingen met die drie bedrijven beter liepen dan de onderhandelingen met de SVZ, die namens de kolen- erts- en graanoverslag en stukgoed, container- en ferrie bedrijven onderhandelde.

EECV

Verzamelen bij de poort van EECV havenwerkers.

Op 14 mei beslisten de leden in dienst van de EECV (Europoort Ertsoverslag CV) zich bij de bulkstakingen aan te sluiten, omdat ook daar de onderhandelingen op niets waren uit gelopen. De EECV is een kleiner overslagbedrijf qua aantal werknemers en is eigendom van de Duitse Hoogovens en staalbedrijven. Het bedrijf hoeft op zich geen winst te maken (daarom worden daar de hoogste lonen in het SVZ gebied verdiend), haar taak is er voor te zorgen dat er voldoende erts, aangevoerd uit andere delen van de wereld, gelost wordt, zodat de erts dan verder via de Rijn met binnenvaartschepen naar het Ruhrgebied vervoerd kan worden.

Oproep tot staken bij ECT door kaderlid Joop Verroen, gesteund door Jan Lieshout, kaderlid ECT en Piet Dokman,  kaderlid SHB en lid Centraal Bestuur havens.

Voorlichtingsvergaderingen graan en kolen/ertsen

Op 18 mei kwamen de stakers van GEM/Grainwave en van Frans Swarttouw en EMO tegelijkertijd bij elkaar in twee afzonderlijke vergaderingen dicht bij ons actiecentrum in Hoogvliet. In beide vergaderingen ging het om doorgaan of stoppen met de staking. Frank Kloosterman lichtte de GEM’ers voor over de laatste stand van zaken en ik voorzag de stakers van Frans Swarttouw en EECV van een update. De bedoeling van beide vergaderingen was van de stakers te horen of ze op dat moment door wensten te gaan met de staking. Dat werd zeer goed duidelijk. Volgens zowel Franks waarneming bij de stemming door middel van handopsteken als die van mij, stemde niemand voor stoppen.

Kees Marges

Op 20 mei 1982 stelde ik vast dat we tegelijkertijd met 5 verschillende stakingen te maken hadden: bij de GEM/Grainwave/Maashaven Silo, Frans Swarttouw, EMO en EECV voor dezelfde doelstellingen: arbeidstijdverkorting, inclusief een verlaging van de VUT leeftijd. Bij ECT ging de staking om een enigszins ander doel, maar wel verband houdend met de al eerder ingevoerde arbeidstijdverkorting. Volgens de werknemers hadden ze daar te veel voor betaald in vergelijking met hun collega’s van Unitcentre. In totaal waren ruim 3000 havenwerkers van de niet-stukgoed bedrijven in staking. Met allemaal bedrijfs-cao’s, maar wel via de SVZ. De eisen verschilden op onderdelen per cao, maar het gemeenschappelijke was dat bij alle stakingen de gewenste arbeidstijdverkorting een centraal punt was. Overeenkomstig het arbeidsvoorwaardenbeleid van de FNV.

…stemming over doorgaan of stoppen, die Kees Marges de stakers voorlegt …

Wethouder Roel den Dunnen deed op 21 mei nog een soort bemiddelingspoging, omdat de haven qua inkomen en imago schade opliep. Dat liep op niets uit omdat wij, dat wil zeggen de havenwerkers, niet de zekerheid hadden dat de offers niet alleen van werknemerskant zouden komen. Wij vonden dat die ook moesten komen van de werkgeverskant. Bemiddelen waarbij één van de strijdende partijen moet slikken, is geen bemiddelen, maar partij kiezen. Overigens hadden wij niet om bemiddeling gevraagd. En een goede bemiddeling is alleen zinvol als beide partijen dat wensen. Een opgedrongen bemiddeling kan zelfs averechts werken. Ik had de indruk dat de wethouder onder druk gezet werd door de staalfabrieken en hoogovens in het Ruhrgebied, waar het gebrek aan ijzererts duidelijk merkbaar begon te worden.

Unitcentre: 5 ploegendienst

Intussen werd er bij Unitcentre, (containers) stilletjes door onderhandeld over de afronding van de geleidelijke invoering van de 5 ploegendienst. Op 21 mei werd daar een mooi resultaat bereikt, dat aan de leden zou worden voorgelegd met een positief advies: Geleidelijke verdere invoering 5 ploegendienst, betekent

  • 16 dagen extra vrij per jaar in volcontinu
  • 9 vrijedagen + behouden van 5 vrije dagen voor weekeindwerk, dat niet langer verplicht is
  • 50 arbeidsplaatsen erbij (in principe beschikbaar voor stukgoedwerkers)
  • Toeslagen onregelmatig werk omhoog
  • 1,5% loonsverhoging

Dit resultaat toonde aan dat redelijke en aanvaardbare resultaten mogelijk waren.

FNV Voorzitter Wim Kok

Wim Kok bij binnenkomst omringd door stakers

Kort nadat bij enkele bedrijven de pogingen om toch weer te gaan onderhandelen, mislukten omdat er geen overeenstemming viel te bereiken over arbeidstijdverkorting, kwam Wim Kok, voorzitter van de FNV, op 26 mei 1982 in Courzand, een wereldberoemd restaurant op de Heyplaat met vergaderzaal, het belang van arbeidstijdverkorting nog eens benadrukken.

Wim Kok spreekt de stakers toe…

Hij kwam namens de FNV steun aan de acties geven en de stakers volharding en sterkte toewensen. Reagerend op allerlei berichten in de media, verklaarde hij nadrukkelijk dat hij geen bemiddelende rol voor hem of andere FNV’ers zag. Twee dagen later pleitte de voorzitter van het VNO, Van Veen, er toch voor om de voorzitters van de Looncommissie van de Stichting van de Arbeid (o.a. Frans Drabbe, FNV) bij het zoeken naar een oplossing betrekken. Van Veen bedoelde met een oplossing: het einde van de stakingen. De FNV weigerde, want dat was een zaak van de aangesloten bonden en niet van de vakcentrale FNV.

Even napraten van Wim Kok met Ger Ros en Kees Marges

Einde stakingen

Op 28 mei, twee dagen na Wim Kok, lag ECT nog voor 95% plat, maar op 2 juni beëindigden we de stakingen bij de ECT. In de graan (GEM/Grainwave) en bij de EECV wilden de leden toen nog doorgaan. Maar bij de GEM ontstond onderling toch wat wrevel, wat een signaal is dat een staking gaat verlopen. Daar hielp de slimme directeur van de GEM, Pieter van der Vorm, graag aan mee. Hij riep op 3 juni alle werknemers op voor een grote bijeenkomst in theater Zuidplein. Buiten voor de ingang waren heftige discussies, die soms uit de hand dreigden te lopen. Maar eenmaal binnen deed Van der Vorm, vanuit zijn standpunt, goed en effectief werk. Zijn beloning: op 5 juni werkte de graansector weer. En ook de stakers bij Frans Swarttouw en EMO stopten hun strijd op 5 juni, maar zij kondigden wel aan hun pogingen om de gewenste arbeidstijdverkorting te krijgen, niet op te geven. Ze zouden die strijd binnen de ondernemingen voortzetten. Voor dat moment namen ze genoegen met de 2 extra roostervrije dagen die de werkgevers tijdens de staking hadden toegezegd. Het spreekt vanzelf dat arbeidstijdverkorting als gevolg van het niet binnenhalen in 1982 bij de volgende cao-onderhandeling weer een belangrijk punt zou worden.

Solidariteitsactie voor de technische dienst

Nadat het werk bij Frans Swarttouw en EMO weer was hervat ontstond toch weer onrust omdat de werkgevers de 2 extra roostervrije dagen niet wilden toekennen aan de technische dienst, terwijl de leiding van de bedrijven dat wel had gesuggereerd. Dat leidde ertoe dat 230 man tegelijk het werk opnieuw neerlegden, tot de werkgevers die 2 dagen ook toekenden aan de technische dienst. Mooi staaltje van onderlinge solidariteit van de werknemers binnen de bedrijven. Ik moest onwillekeurig denken aan wat we met de dagdienst bij ECT hadden meegemaakt. Nadat dit voor alle drie de bulkbedrijven uiteindelijk goed was geregeld gingen ook de werknemers van EECV op 7 juni weer aan het werk.

… waar wij zachtjes uitgedrukt niet stonden te juichen, verklaarde Swarttouw-directeur Sjouke dat de werkgevers door de pomp waren gegaan….

Merkwaardig, hoe werkgevers en werknemers het resultaat van deze strijd in de bulksector ervoeren. Waar wij zachtjes uitgedrukt niet stonden te juichen, verklaarde Swarttouw-directeur Sjouke dat de werkgevers door de pomp waren gegaan. Hij bedoelde dat ze veel grotere concessies gedaan dan ze ooit van plan waren geweest. Maar misschien was het meer een tactische opmerking.

Eind mei en begin juni werd al wel duidelijk dat we de volledige arbeidstijdverkorting die we voor ogen hadden, niet zouden binnenhalen. Wel iets, maar niet voldoende. De acties in 1982 zouden de inleiding kunnen vormen voor onderhandelingen in 1983. Intussen zou er meer tijd zijn voor overleg over een goede uitwerking van invoering van de arbeidstijdverkorting en de gevolgen ervan, om de angst bij werkgevers dat ze zich aan koud water zouden branden, weg te nemen. En als dat niets opleverde, zouden we meer vakbondsacties goed en planmatig moeten en kunnen voorbereiden onder het motto: eerlijk delen van de beschikbare arbeidstijd. Uiteindelijk hadden we met de acties in mei, gebruik willen maken van een succesvolle spontane staking bij Frans Swarttouw. Maar goede voorbereiding, inclusief planning en actievormen, om de strijd langer vol te kunnen houden en succesvoller af te kunnen sluiten, bleek ook nu toch weer nodig.

Aparte stakingen voor gezamenlijke én bedrijfsdoelen

De stakingen hadden allemaal hun eigen dynamiek en intensiteit. En naast de arbeidstijdverkorting waren er ook specifieke bedrijfseigen voorstellen. Wat de coördinatie er niet makkelijker op maakte. Vooral als werkgevers onuitgesproken doelen, zoals een volcontinu dienstrooster, voor ogen hebben, maar dat op een koopje willen realiseren. Bijvoorbeeld door op voorhand inroosteren van atv als die er zou komen. Want, zo stelde men op het kantoor van Frans Swarttouw, als we dat niet doen, wil iedereen zijn extra vrije tijd in het weekeind opnemen, terwijl onze klanten verwachten dat we ook in het weekeind onze diensten aanbieden. De onderhandelingen verkeerden ook nooit overal in dezelfde fase, eindigden niet allemaal tegelijk en zeker niet allemaal in klaterende overwinningen. Maar wel voldoende om er uiteindelijk de instemming van de leden voor te krijgen, waarbij de werknemers de directe afweging moesten maken tussen doorgaan met staken of naar alternatieve middelen zoeken om hun doel te realiseren. De stakingen waren heel goed om de positie van de bond in de bulk- en containersectoren te versterken, wat winst voor de toekomst was. Bovendien hadden kaderleden nu ervaringen opgedaan, waar we later weer profijt van zouden hebben. Ook stakingen opzetten, organiseren, volhouden en beëindigen, lukt steeds beter naarmate je er meer ervaring mee hebt.

Bewustzijn bij kader- en andere leden

Misschien konden we de vooruitgang die we boekten met de stakingen in het massagoed en de containersector (waarover ik in aflevering 16 al heb verteld) inderdaad niet aflezen aan grote successen in de strijd om arbeidstijdverkorting. De acties hebben ongetwijfeld het bewustzijn van het belang van arbeidstijdverkorting bij de leden, maar vooral kaderleden, vergroot. Dat zou bij volgende cao-onderhandelingen nodig zijn omdat – wat werkgevers ook zeiden – het zou onherroepelijk gaan in de richting van langere openstellingstijden van de terminals, met name in de weekeinden. En dat kan alleen met andere ploegendiensten, die onlosmakelijk verbonden zijn met arbeidstijdverkorting. Ondernemers, dat wil zeggen werkgevers, ontkomen er niet aan en het is kortzichtig dat niet tijdig te onderkennen.

Groepsgesprek kaderleden

Dit blijkt bijvoorbeeld uit zo’n groepsgesprek dat De Waarheid wel meer organiseerde. Prima initiatief van die krant. Napraten met een klein clubje direct betrokkenen. Ik had daar ooit zelf eens aan meegedaan. Dit keer met een aantal kaderleden, waarvan er uiteindelijk 3 bestuurder zijn geworden. Ook al zijn de arbeidstijden dit jaar in het massagoed (nog) niet drastisch verlaagd, in de containersector waren ze al eerder wel verlaagd en kon de 5 ploegendienst nu blijvend worden ingevoerd. De motivatie om actie te voeren voor een verdergaande arbeidstijdverkorting was daarom minimaal. De kaderleden die aan dit evaluatiegesprek deelnamen waren: Hans van der Linden (Frans Swarttouw), Peet van der Put (EMO), Rens Kraai (EECV), Cees Mathijssen (GEM) en Joop Verroen (ECT).

Peet van der Put, met zijn 21 jaar de jongste van de groep, stelde vast dat het vakbondswerk in zijn bedrijf, EMO, nog te kort schoot om dit soort klussen, het informeren, motiveren en mobiliseren van de leden, goed te kunnen aanpakken. Het bewustzijn van de noodzaak om de werktijd te verkorten was bij de EMO nauwelijks aanwezig. Bovendien hadden de twee directeuren een merkwaardig spel gespeeld. De één deed mooie beloftes, dat er bij de EMO van alles geritseld zou kunnen worden waar je dan niet voor hoefde te staken. Daarna kwam de andere directeur vertellen dat er niets geritseld kon worden en EMO in lijn met de SVZ-instructies zou blijven handelen. En juist dat was voor de nachtploeg aanleiding om te gaan staken. Hans van der Linden was er trots op dat 3500 arbeiders in de Rotterdamse haven bereid waren te staken voor een maatschappelijk gezien belangrijke zaak, zoals arbeidstijdverkorting. En dat de leden bij zijn bedrijf de spits afbeten, vond hij prachtig. Hij verklaarde dat door er op te wijzen dat de vakbondskadergroep veel aandacht had besteed aan dit soort maatschappelijke zaken.

Gesprek met kaderleden na de staking_ De Waarheid-22 juni 1982

Joop Verroen benadrukte dat arbeidstijdverkorting niet door de arbeiders zelf betaald zou moeten worden. Bij ECT, waar hij voorzitter van de OR en van de vakbondsafdeling was, werd over die atv al in 1979 onderhandeld. Wel vonden wij dat we daarvoor te veel betaald hadden. Als gevolg van deze staking vond er nu een onderzoek plaats naar de verschillen tussen het inleveren bij Unitcentre (veel minder) en ECT. Cees Matthijssen, GEM, sprak duidelijk zijn teleurstelling uit dat de directie niet verder wilde gaan dan twee extra roostervrije dagen. Hij waarschuwde ervoor dat de directie duidelijk uit was op het doorwerken in het weekeind, met een 4 ploegenstelsel. Daarvoor hadden die gewenste 7 extra roostervrije dagen een mooi begin kunnen zijn geweest van onderhandelingen daarover, het volgend jaar. Nu moesten we daarover nog het gevecht aangaan. Rens Kraai sprak zijn teleurstelling uit over een plotselinge wijziging in de stemprocedure, de verplichting dat bij een stemming tenminste 50% van de leden vóór een staking zijn, alvorens die kan worden uitgeroepen. Dat zorgde op dat moment voor verwarring, maar, erkende ook hij, dat deed niets af aan het uiteindelijke resultaat en dat was dat we bij EECV (nog) niet hadden binnengehaald waar we voor gingen, arbeidstijdverkorting, die al wel behaald was bij ECT en Unitcentre.

Alle kaderleden sloten zich aan bij de kritiek die de voorzitter van de bedrijfsgroep havens, Ger Ros, al had geuit op collega-bonden die wel met de mond beleden dat arbeidstijdverkorting de belangrijkste inzet zou worden bij cao-onderhandelingen dit jaar, maar dat niet waarmaakten tijdens de onderhandelingen. Gelukkig deed de Vervoersbond FNV dat wel, althans in de haven. En met grote inzet van de bestuurders, die de kaderleden niet probeerden te commanderen zoals dat in het verleden ging, aldus de kaderleden. In plaats daarvan en in combinatie met hun functie als woordvoerder en delegatie leider bij onderhandelingen, probeerden de bestuurders tijdens de stakingen de kaderleden vooral te begeleiden om die stakingen zelf te kunnen leiden. Twee belangrijke conclusies die tijdens deze evaluatie door een aantal topkaderleden waren uitgesproken, spraken mij erg aan: “het massagoed is voor werkgevers niet langer een paradijs van arbeidsrust” en “voor werktijdverkorting moet je door het vuur”.

Nawoord

Twee van de kaderleden die aan dit napraten over de stakingen mee deden zijn helaas niet meer onder ons. Hans van der Linden, die na een korte periode in 1985 als Bondscontactman op 1 januari 1986 bestuurder werd, overleed op 17 juni van datzelfde jaar op 47-jarige leeftijd na het grootste gevecht uit zijn leven, tegen een ziekte waarvan hij niet kon winnen. We verloren met hem een buitengewoon fijne collega, de aardigste van allemaal zeiden we, en de haven verloor een fantastische vertegenwoordiger van de havenwerkers.

Joop Verroen was bestuurder geworden nadat ik jaren met hem als kaderlid intensief had samengewerkt. Eerst, toen hij voorzitter was van de ECT vakbondsafdeling en de ondernemingsraad, toen ik begeleider was van die afdeling en cao-onderhandelaar. Later weer, toen hij voorzitter van de landelijke kadergroep was en ik secretaris van de bedrijfsgroep.

Samen met voorzitter Ger Ros vormden we een zeer effectief trio dat onderling goed met elkaar kon samenwerken. En weer later, toen hij als nieuw in dienst getreden bestuurder de coördinatie ging doen van het team bestuurders dat actief was in de droge en natte bulk. Na mijn keuze om na bijna 10 jaar Utrecht, als bestuurder naar Rotterdam terug te keren, werd hij mijn opvolger. Korte tijd later werd hij na het vertrek van Ger Ros uit de bedrijfsgroep en een reorganisatie, waardoor de functies van secretaris en voorzitter van de bedrijfsgroep samen werden gevoegd, lid van het Bondsbestuur. Joop Verroen is in 1999 in de Dominicaanse Republiek onverwacht overleden, hij werd 51 jaar.

Kees Marges

Januari 2022


Dit is het negentiende verhaal in de serie van Herinneringen van Kees Marges.
Klik hier voor de andere verhalen.