Het geheugen van de vakbeweging

Hans Hubregtse kijkt terug op twaalf heftige vakbondsmaanden

Kaderleden Industriebond FNV in opstand (2)

Eind april 1980 laat vakbondseconoom Piet Vos een proefballon op in het vakbondsblad om ‘loon in te leveren’ voor werkgelegenheid. Kort daarna, in juni 1980, lanceert Arie Groenevelt de nota ‘Doormodderen of Durven’. Hij wil hiermee het initiatief naar zich toe trekken in de discussie over industriebeleid en werkgelegenheid richting overheid en werkgevers. De onderliggende gedachte is dat nieuw werk van het bedrijfsleven moet komen en dat het bedrijfsleven daarbij ondersteund moet worden door overheidsmaatregelen.

Dit artikel is deel 2 van een ‘drieluik’. Klik hier voor de introductie- en overzichtspagina

Commotie over ‘Doormodderen of Durven’

Piet Vos, vakbondseconoom

De inhoud van ‘Doormodderen of durven’ ligt ver af van de eerdere bij veel (kader)leden populaire beleidsnota’s ‘Breien met de rooie draad’ en ‘Fijn is anders’, waarin de verbeelding op de toekomst is verwoord. Piet Vos had er duidelijk niks mee. Ook lijkt de nieuwe nota te schuren met de enkele maanden eerder uitgebrachte nota ‘Verder kijken’, die de lijnen voor het middellange termijnbeleid van de bond schetst.

In de zomermaanden erna levert dit een stortvloed aan reacties op in het tweewekelijks ledenblad ZIN.

Er is veel boosheid en onbegrip bij leden, zowel over de gevolgde procedure als over de inhoud. Ook veel economen spreken zich uit, voor de leden is het nauwelijks te volgen. Onduidelijk blijft aanvankelijk of dit beleidsstuk nu het kind van beleidseconoom Piet Vos is of toch ook gedragen wordt door het bestuur van de industriebond FNV – tot ook vakbondsvoorzitter Arie Groenevelt dit nieuwe beleidsvoornemen in de media verdedigt. Achteraf weten wij dat ‘Doormodderen of durven’ door Piet Vos is geschreven, die het bondsbestuur van de inhoud daarvan heeft weten te overtuigen.

“Als we de ontwikkelingen aan het economisch-politieke front goed inschatten is niet alleen de kans op een loonmaatregel voor 1981 bijzonder groot, maar mag niet langer worden uitgesloten dat er na de verkiezingen een politieke meerderheid zal ontstaan voor een langdurige periode van centraal geleide loonpolitiek.” Met deze zin opent de nota voluit genaamd ‘Economische groei en werkgelegenheid; dόόrmodderen of dὺrven?’

Zo’n loonmaatregel zal niet alleen de onderhandelingsruimte wegnemen voor vakbonden en dus hun positie ondergraven. Maar, zo redeneert de nota, het maakt nadere uitwerking van afspraken naar bedrijfsniveau en voor specifieke groepen onmogelijk. Wat volgens de nota duidelijk anders is dan in de vijftiger jaren met zijn geleide loonpolitiek. “In vergelijking tot de situatie van 1945 moet in de taak van de vakbeweging een veel grotere plaats worden ingeruimd voor een belangenbehartiging ten behoeve van zogenaamde kleinere collectiviteiten, d.w.z., dat de doelstellingen van de belangenbehartiging nader moeten worden ingevuld op bedrijfsniveau, op afdelingsniveau en op het niveau van de specifieke groepen, vrouwen, jongeren, enz. “

Curieus genoeg concludeert de nota “Sociaal en politiek zou de ingreep (een loonmaatregel dus, H.H.) zoveel schade opleveren dat de gedachte aan enig economisch nut tot een illusie wordt”. Want, zo redeneert men, beslissingen over investeringen en technologische vernieuwing laat de overheid over aan andere belangengroepen, werkgevers dus. De overheid wordt daarmee, bedoeld of onbedoeld, bondgenoot van die andere belangengroep.

Werkgelegenheidsbeleid krijgt prioriteit: “Des te beter het lukt de werkgelegenheidssituatie te verbeteren, des te beter zal het ook lukken om de doelstelling van koopkrachthandhaving waar te maken. Daarom wordt in de prioriteiten van het bondsbeleid de doelstalling van volledige en volwaardige werkgelegenheid bovenaan gezet.”

Arie Groenevelt, voorzitter Industriebond FNV

Een gericht sectorstructuurbeleid is wat de bondsleiding wil blijven nastreven, ook nadat in voorgaande jaren is gebleken dat overheid en werkgevers er niet voor te porren zijn, zo geeft men toe.
In de nota neemt men afstand van een als ‘vrijblijvend’ getypeerd artikel in het kaderbulletin van Bedrijfsledengroep De Schelde. Daarin staat als credo: “Pas als we zeggenschap over onze economie hebben, valt er met ons te praten over maatregelen als het eens wat tegenloopt.” ‘Durven of doormodderen’ redeneert dat de nationale bestedingen op peil gehouden moeten worden om zo een ‘bodem in de markt’ te hebben waarmee koopkrachthandhaving mogelijk is.

In het verlengde hiervan zoekt de nota steun bij het advies ‘De plaats en toekomst van de Nederlandse industrie’ van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR).
Hierin adviseert de WRR om investeringen per sector te bevorderen op het gebied van milieubeleid, energiebeleid, arbeidsmarktbeleid, verbetering van de kwaliteit van het management, enz. Dit zou een taak van de overheid moeten zijn inclusief sancties naar werkgevers op het niet nakomen van verplichtingen.

‘Doormodderen of durven’ stelt: “Een goed werkgelegenheidsbeleid kan in ons land alleen worden gevoerd als er van drie kanten “ja” wordt gezegd tegen de verplichtingen die dat beleid meebrengt[1].” Die drie kanten zijn overheid, werkgevers én vakbeweging. Voor de vakbeweging betekent dat:

 “Ja zeggen…tegen de konsekwenties die uit de financiering van het beleid voortvloeien voor hun arbeidsvoorwaardenbeleid.[2]
Dit betekent dus de bereidheid om onder voorwaarden loonruimte in te leveren om tot beter werkgelegenheidsbeleid te komen. Zeker, men wil harde afspraken, maar er wordt ook nog aan toegevoegd dat ‘de kost voor de baat uitgaat[3]. En dat er geen absolute garanties qua werkgelegenheid te krijgen zijn.

Intussen bij Howson-Algraphy

 In de kadergroep van Hoswon-Algraphy begrijpen wij hier niets van, er is grote boosheid, want het voelt als verraad van de vakbondsleiding. De koers in ‘Verder kijken’ hebben wij onderschreven, maar dit klinkt totaal de andere kant op!
In de discussies met de directie merken wij in de Ondernemingsraad dat zij het landelijk minder voorspoedige economisch tij willen aangrijpen om een efficiencyslag te slaan ten koste van de werknemers. Bijvoorbeeld door de eerder genoemde pensioenpremie te verhalen op de werknemers, tegen eerdere beloften in, en ondanks dat we eerder dat jaar collega’s wisten te mobiliseren voor een stakingsdag.
Inmiddels loopt er een rechtszaak van de OR tegen de directie over die kwestie, en nemen de intimidaties door leidinggevenden toe als represaille. Hoe zouden wij door eerst loon in te leveren met zo’n directie afspraken over werkgelegenheid kunnen maken?

Juli-augustus 1980: Industriebond heftig in debat

De rubriek ‘Ingezonden Brieven’ van bondsblad Zin loopt over…

Met name actieve kaderleden van de bond vinden de koerswijziging van Groenevelt en de zijnen niet te begrijpen. In de jaren voor 1980 was strijd geleverd voor de prijscompensatie. Gezien de hoge inflatiecijfers heel belangrijk. Zij vinden de nieuwe koers een vorm van  toegeven aan werkgevers en kabinetsbeleid zonder er wat voor terug te krijgen. Niemand heeft vertrouwen in het onderhandelen over de ‘voorwaarden’ waaronder dit zal plaatsvinden. Veel kaderleden kennen maar al te goed de vage beloftes van hun directies om daarop te vertrouwen.
Over werkgelegenheid is trouwens al eerder tevergeefs getracht om goede afspraken te maken met werkgevers. In 1977 via de toen gelanceerde ‘ArbeidsPlaatsenOvereenkomsten’(APO’s), en later via verkorting van de arbeidstijd.

‘Durven of Doormodderen’ veroorzaakt veel reacties in vakbondsblad ZIN, dat daar ruimhartig verslag van doet, hoewel het soms meer een economendebat wordt.
Tal van leden reageren in die zomermaanden van 1980. De ‘ZIN’ staat er keer op keer vol mee.

‘Doormodderen of durven’…in 2023 digitaal op vakbondshistorie.nl

De meeste zijn apert tegen (‘dolk in de rug’, ‘Reuzenzwaai’, ‘Geen durf maar angst’, …), maar er is ook een minderheid van leden die het bestuur steunt.

Veel vakbondsleden voelen zich overvallen door de koerswijziging. De succesvolle demonstratie in Amsterdam van voorjaar 1980 gloeit nog na bij velen. Dat blijkt uit tal van verontwaardigde reacties uit het land richting de bondsleiding.

Na de vakantiemaanden komen ook de kadergroepen weer bijeen en spreken zich uit, vaak even gepeperd. Men valt naast de inhoud van ‘inleveren voor werkgelegenheid’ ook over de gang van zaken: eerst het middellangetermijnbeleid (‘Verder Kijken’) en nu deze nota ‘die een andere kant op gaat’.

Bedrijfsledengroepen bij Philips S&I, Glas, Machinefabriek en Vervoer/Garage uit Eindhoven,  zeggen:  “Voor ons is het duidelijk wat inleveren oplevert: Geen donder!”

“Midden in de vakantieperiode kunnen de leden horen op de televisie of lezen in de krant dat de Industriebond koopkrachthandhaving als voornaamste doelstelling had laten varen. Zonder enige inspraak van de leden werd een nota, die een intern discussiestuk hoorde te zijn, aan de buitenwereld gepresenteerd als het nieuwe beleid van de Industriebond FNV”,
 grommen de leden bij Boele(Bolnes). Verder hebben zij het over ‘uitverkoop van bondsbelangen’.

De kadergroep van scheepswerf Wilton-Feijenoord spreekt van ‘een fundamentele ombuiging van het beleid’. Zij morren over de procedure en betwijfelen de haalbaarheid. “Tegenover onze vergaande inkomensmatiging staan wat vage toezeggingen betreffende werkgelegenheid en medezeggenschap, verder komt men niet.”

De Rotterdamse beleidsraadsdelegatie stelt dat het voor het gewone lid en kaderlid niet duidelijk meer is wat het beleid nu is. En dat er op zijn minst verdeeld op gereageerd wordt. Bovendien worden lopende cao-onderhandelingen erdoor bemoeilijkt. Beleidsraadslid Roozenbeek spreekt namens veel leden dat zij zich ernstig zorgen maken over deze invulling van het beleid op korte termijn. Beleidsraadslid Mentjes uit Limburg noemt het  ‘een kontroversiële visie’

Arie Groenevelt die Durven en Doormodderen in de publiciteit verwoordt, komt het op een boze, gezamenlijk reactie te staan van 13 grote bedrijven en 2 woonafdelingen: Ford, A.D.M., Kiekens, Shell Lab, Mobil, Jonker Ducroo, N.S.M., Tevema, Citroen, AKZO-Ketjen, ZBB, Borg-Warner, AEG en van de woonafdelingen Amsterdam en Haarlemmermeer.

September 1980: bezoldigdenconferentie en Beleidsraad

In september houdt het Hoofdbestuur een conferentie met alle vakbondsbestuurders, ongetwijfeld om zo een breed beeld te krijgen van de opvattingen in het land. Die vakbondsbestuurders hebben per slot van rekening net de ledenvergaderingen in hun district achter de rug, en kunnen zo de stemming goed duiden. Ik geef de duidelijkste stellingnames uit de samenvatting van die conferentie:

  • er wordt een breuk geconstateerd tussen maart 1980 (koopkrachthandhaving) en de presentatie van “Doormodderen of Durven” waarin de koopkrachthandhaving onder voorwaarden wordt losgelaten;
  • in veel bijdragen wordt sterke twijfel uitgesproken over de inleverbereidheid van de leden;
  • het vertrouwen van de leden is, zo wordt gesteld, steeds minder geworden omdat we ieder jaar een nieuw aspect aan ons beleid hebben toegevoegd en vervolgens niet hebben kunnen realiseren: de APO, de 35-urige werkweek;
  • de nota “Doormodderen of Durven” heeft naar de leden toe door presentatie en de wijze waarop de media erop hebben ingespeeld een inhoud gekregen die niet op papier staat. Derhalve is er thans geen goed discussieklimaat;
  • gesteld wordt dat de angst voor de geleide loonpolitiek een slechte raadgever voor ons beleid is.

“Je kunt die nota beter terugtrekken”, is dan ook het advies aan het hoofdbestuur.

Op 24 en 25 september 1980 moet in de Beleidsraad (het parlement van de Industriebond FNV) de knoop finaal worden doorgehakt.

Voorzitter Groenevelt begint met een lang verhaal met name over de procedure en de verschillende posities binnen de FNV. Inhoudelijk stelt hij “Voor het Federatiebestuur staat vast, en dat is een unanieme opvatting, dat we – hoe we het ook wenden of keren – de werknemers in de industrie de komende jaren in grote lijnen gezien, zullen moeten inleveren.”
WW of WAO dreigt voor velen. Hij wil niet dat deze groep een fors inkomensoffer moet brengen…  “terwijl anderen door volstrekt toevallige omstandigheden hun werk nog hebben en dat offer niet hoeven te brengen.”
En hij noemt als voorwaarde: “Wij vragen aan de overheid een beleid met visie gericht op het scheppen van werkgelegenheid.”

Vrijwel alle delegaties uit de districten van de bond klagen over de gevolgde procedure. Zo’n nota als ‘Doormodderen of durven’ had je beter gelijk met ‘Verder Kijken’ kunnen publiceren; dan was het gelijk in dezelfde ledenvergaderingen besproken.
Ook is men verbaasd: “Het is voor veel leden een onbegrijpelijke zaak, dat men zich in een eerder stadium distantieert van de nota van Piet Vos, maar nu zelf met een nota van dezelfde strekking is gekomen”.

Vertegenwoordigers van veel districten verwerpen expliciet ‘Doormodderen of Durven’.
Zij willen dat er een alternatieve nota komt met specifieke werkgelegenheidsplannen.
Zij willen zelf dergelijke concrete werkgelegenheidsplannen creëren, doorgaans meer decentraal.
Een vertegenwoordiger van District 7 van de Industriebond meldt: “Wij denken aan een 35-urige werkweek. Indien wij dan bijv. vragen een prijscompensatie en loonsverhoging van 1%, dan zou het realiseerbaar kunnen zijn, dat we om in 2 of 3 jaar tot een 35-urige werkweek te komen, de 1% loonsverhoging hiervoor inleveren.” Hij wijst ook op Mobil Oil waar na een staking de 5-ploegendienst is gerealiseerd onder inlevering van een deel van de ploegentoeslag.
Of ze pleiten voor herziening van de bedrijfssubsidies waar nu vooral grote concerns van profiteren.

Ook zijn er pleidooien voor matiging van defensie-uitgaven, de aardgasbaten volledig ten goede laten komen aan de gemeenschap, meer overheidsopdrachten in de sociale woningbouw, en medefinanciering van innovatieprojecten en werkgelegenheidsopdrachten, zoals de vertegenwoordigers van District 12.
Hun goed uitgewerkte tegenvoorstel krijgt veel steun vanuit de andere fracties c.q. districten. Het ‘Vlissingen-voorstel’ wordt het genoemd, dat met name gepresenteerd wordt en ook in de verdere besprekingen gedragen wordt door beleidsraadslid J. van de Bremen.

In de verdere, langdurige bespreking verzet het hoofdbestuur zich tegen terugnemen van ‘Doormodderen of Durven’, omdat daarmee ook de achterliggende analyse teloor zou gaan.

Het Hoofdbestuur komt ten slotte met een voorstel dat er met de nodige amendementen door komt: een compromistekst. Aangenomen na een lange dag van beraadslagingen met 10 stemmen tegen, 4 onthoudingen en de andere stemmen vόόr. De tekst staat in bijgaande afbeelding.

Intussen bij Howson-Algraphy…

 De kadergroep Howson-Algraphy bespreekt op dat moment vooral zijn zorgen over de nieuwe fabriek in Leeds(UK) met meer en snellere productielijnen dan in Soest. Heeft de concerndirectie ons in de toekomst nog wel nodig, is de vraag. Van de directie komen alleen ontwijkende antwoorden. Het wantrouwen groeit.
Als de kaderleden het besluit van de Beleidsraad van de Industriebond FNV hoort, vraagt men zich ook wantrouwig af waarom Arie Groenevelt en de zijnen ‘Doormodderen of Durven’ niet wilden intrekken. Is dat angst voor gezichtsverlies of zoekt het hoofdbestuur op een andere manier ruimte om te makkelijk met koopkracht ‘te dealen’? Dat moeten wij goed in de gaten houden, is de overtuiging.

Hans Hubregtse
juli 2023

 

 

 

[1] ‘Doormodderen of durven’ blz. 9

[2] idem

[3] ‘Doormodderen of durven’ blz.10