‘Baas in eigen bond’
Marianne Ramak 1943-2025
Op 31 juli 2025 overleed Marianne Ramak, vakbondsbestuurder in de dienstensector en een van de wegbereiders voor vrouwen in het mannenbolwerk van de vakbeweging. Bob Reinalda blikt terug op haar vakbondsleven en -strijd.
Ooit bestonden vrijwel alle vakbondsbesturen uit mannen, zelfs als er relatief veel vrouwelijke leden waren, zoals bij de kantoor- en winkelbedienden. Tegen die eenzijdige samenstelling werd al vroeg geageerd, maar pas eind 1956 stelde NVV-handels- en kantoorbediendenbond Mercurius de eerste vrouw als bezoldigd bestuurder aan: Co van den Born. Co liet binnen de bond vrouwenstemmen horen, schoolde vrouwelijke kaderleden en nam in de Commissie Vrouwenarbeid mannelijke bestuurders op, zodat die de problemen van vrouwelijke leden leerden begrijpen.
Toen Co in 1972 vertrok, werden Mieke Veenstra en Marianne Ramak bezoldigd bestuurder bij de afdeling Amsterdam. Marianne (uit een rood nest, maar zonder directe vakbondsaffiniteit) kon goed leren en had een sterk geheugen. Zij deed gymnasium en studeerde enkele jaren politicologie. Net als vele anderen maakte zij die laatste opleiding niet af, maar leerde van de studie en genoot van het studentenleven, zoals bij de niet-traditionele studentenvereniging Olofspoort. Zij vond werk in de reclame- en marketingwereld en rondde er haar vakopleiding af. Maar het werk vond zij onbevredigend, want eigenlijk draaide alles om geld.
Ontwikkelingen binnen Mercurius
Bij Mercurius werkte Frits Heijjer Marianne grondig in – mazzel, want door drukte bleef dat inwerken vaak achterwege. Met deze belezen en humorvolle ras-bestuurder kon je aanhoudend lachen. Na drie maanden vond Marianne, mee als tweede onderhandelaar bij de banken, dat zij het zelf kon. Het voorbereiden van cao-onderhandelingen leek op wat in de reclamewereld, voorafgaand aan besprekingen met een klant, gedaan moest worden. Maar nu draaide het om mensen. Kennismaken met de bankenwereld kostte inspanning, maar zij was jong, woonde alleen en genoot van wat haar overkwam.
Binnen Mercurius bestond opwinding, want Marianne behoorde tot de groep jongere bezoldigden en hun achterban, die vonden dat alles anders moest, en dat ook lieten merken. Binnen de afdeling Amsterdam voerden zij oppositie als BIEB: Baas In Eigen Bond. Een commissie van goede diensten was tenslotte nodig om de verstoorde verhoudingen te herstellen en in 1974 kwamen Marianne, Mieke en Freek Thomasson in het afdelingsbestuur.

(Foto uit Bob Reinalda: ‘De dienstenbonden, klein maar strijdbaar’)
In 1978 volgde voor Marianne het bondsbestuur. Haar naam was in een opiniepeiling gesuggereerd, waarna de beoogd opvolger zich terugtrok. Op het FNV-congres feliciteerde Wim Kok Marianne en zei: “Wij kunnen alleen vrouwen in de top van de FNV krijgen als de bonden daarvoor een kweekvijver zijn.” Binnen het bondsbestuur ondervond Marianne veel tegenstand, want zij werd tot de ‘oppositie’ gerekend. Alleen medebestuurder Henk Franssen steunde haar, net als de WEB (de Werkgroep Eindelijk Beleid) die, zoals gesuggereerd door Marianne, de beleidsstukken samen doornam. In 1980 achtte bondsvoorzitter Jan Brouwer de verhoudingen onder de bezoldigden zo verstoord dat hij ontslag nam. Nu werd Thomasson bondsvoorzitter en Sandro Fogarin algemeen secretaris. De organisatie veranderde ingrijpend. Bezoldigden gingen uit de afdelingsbesturen, kaderleden werden belangrijker en er kwam een actieprogramma.
Stakingen bij de banken
Tijdens de prijscompensatiestakingen in 1977 legden de bankdirecties uit dat zij de compensatie wél konden betalen, maar dat tóch niet deden. Dus ook staking in de statige bankwereld. Toen de directie van het ABN Computercentrum Marianne Ramak en Hans Hofstee niet binnenliet, kwamen de 250 stakers naar buiten en vonden de besprekingen in de open lucht plaats. Geen goede indruk op tv, waarna de bankwerkgevers tenslotte overstag gingen.
Begin 1980 staakten de bankemployés opnieuw, nu tegen de wijziging van de loonwet en minister Albeda’s loonmaatregel. Bekend is de foto van Marianne in houtje-touwtje jas voor de ABN-kantoren in de koude Amsterdamse Vijzelstraat met het grote spandoek: ‘Hier wordt gestaakt!’.
Lodewijk de Waal: Marianne Ramak, een ijzersterke vakbondsvriendin

“Marianne en ik hebben vele jaren samen meegemaakt in de zeer roerige geschiedenis van de Dienstenbond. Dat mag hier wel benadrukt worden, want we hebben indertijd maar liefst vier voorzitters gehad in tien jaar tijd. Veelal was er sprake van interne turbulentie. Achteraf gezien, hebben we er soms ook wel een potje van gemaakt. Maar Marianne was bij dit alles een rots in de branding: altijd positief. Marianne hield een vaste koers en had gezag onder de bezoldigden. Zij had een vast kompas in progressief beleid. Als ik met een probleem zat, kon ik altijd bij Marianne (en Ruud) terecht voor een goed gesprek, vanuit het standpunt dat je voor hetzelfde stond en streed. Zij was een strijdmakker en een ijzersterke vakbondsvriendin.”
Aparte inzet voor vrouwen nodig
In de jaren zeventig ontwikkelde het vrouwenwerk bij de dienstenbonden van NVV en NKV zich opnieuw via de KVL, de Kommissie Vrouwelijke Leden. Inmiddels bestond ruim een kwart van de leden van de bond uit vrouwen. Organisatorisch pakte het bondsbestuur dit onhandig aan – en onnodig grievend naar Mieke Veenstra, die in 1978 van het KVL-secretariaat werd afgehaald, waarna het twee jaar duurde voor er een bezoldigde kracht kwam. Badinerende grapjes over het actieplan Vrouw en Arbeid, dat het bestuur in de voorafgaande vergadering positief had besproken, irriteerden Marianne. Zij concludeerde dat vrouwenwerk inderdaad een aparte inzet vergde en nam dit in haar bestuursportefeuille.

Marianne Ramak samen met andere vrouwelijke vakbondsiconen in één forum
(Foto IISG)
Vanwege persoonlijke omstandigheden (zwangerschap; zij woonde intussen samen met Ruud Siekerman) wilde Marianne parttime werken. Maar dat was toen niet gekend bij de vakbeweging. Vanwege het vrouwenwerk bleef zij langer voltijds aan, maar wist gedaan te krijgen (mede door de fusie van de NVV en NKV-bonden en dus wat meer bestuurders) dat zij vanaf 1983 als eerste bezoldigde bij de Dienstenbond zestig procent kon werken. Een precedent, met helaas een vlekje bij haar vertrek uit het bondsbestuur, want op het congres eind 1982 meende Freek Thomasson dat vrouwen nu even pas op de plaats moesten maken en dat de functie van bondsbestuurder eigenlijk niet in deeltijd kon. De zaal gaf hem de wind van voren. ‘The Times They Are A-Changing’, zong Bob Dylan eerder.
Marianne, intussen een ervaren vakbondsonderhandelaar, werkte verder als districtsbestuurder en ging al gauw weer full time werken in verschillende sectoren (vakbonden, verzekeringen en detailhandel), al zou het later vanwege haar reuma weer parttime worden. In 1988 zette Marianne, samen met Ans van Uffelen binnen de bond een nieuw vrouwenberaad op. Terecht, want het bestuur meende een jaar later dat er onvoldoende goede vrouwen beschikbaar waren. Marianne en Ans weerlegden dit met Tineke de Rijk en Kitty Roozemond. De tijd van alleen mannenbestuurders was, mede dankzij Mariannes inzet, nu echt voorbij.
Ik leerde Marianne kennen, toen ik onderzoek deed naar de geschiedenis van de handels- en kantoorbediendenbonden. Marianne en Sandro voorzagen mij ruimhartig van documentatie en zorgden ervoor dat ik ook de naoorlogse geschiedenis van de dienstenbonden kon vastleggen. Met Marianne en Ruud ontstond een blijvende vriendschap. Haar inzet voor zowel de bond als voor vrouwen in de ooit door mannen aangevoerde vakbeweging verdient herinnering.
Bob Reinalda
Augustus 2025
Bronnen
- M.V., ‘De komende vrouw …’ in: de Vakbondskrant, 24 januari 1979
- Bob Reinalda, De dienstenbonden, klein naar strijdbaar, Baarn 1985
- ‘Marianne Ramak’ in: Ans van Uffelen en Tineke de Rijk (red.), Niet zeuren, doorzetten! Veertig jaar bondsvrouwenwerk FNV Dienstenbond, Woerden 1996, pp. 32-35
- Foto bovenaan de pagina: Ruud Siekerman (1982)