Het geheugen van de vakbeweging

Loekie Hendriks: … Niet zomaar conformeren, anders zijn, je individualiteit bewaren en bewaken binnen een sterk collectief is belangrijk, ook al levert dat wat spanning op… (Foto privéarchief)

Eerste vrouwelijke bestuurder Bouw- en Houtbond FNV

Loekie Hendriks (1949-2024)

VHV-Oprichtingsvergadering op 15 oktober 1983 in Woerden, vlnr Louis Groen, Loekie Hendriks, Wietske van Agtmaal en Wim de Vrindt

Op vrijdag 3 mei 2024 is Loekie Hendriks, de eerste vrouwelijke  bondsbestuurder van de Bouw- en Houtbond FNV, overleden na een langdurige opname in het Rotterdamse Aafje Smeetsland-centrum. Ze werkte vanaf 1973 meer dan 35 jaar – tot aan haar pensionering in 2008 – in verschillende functies voor de bond. In 1983 was zij medeoprichter van de Vakbondshistorische Vereniging (VHV).

Sociaaldemocratische gezin

Loekie is op 27 juli 1949 in Eindhoven geboren, in een sociaaldemocratisch gezin. Haar vader Han Hendriks was werkzaam bij Het Vrije Volk en actief binnen de Algemene Nederlandse Grafische Bond (ANGB). Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij enkele maanden gezeten in het Oranjehotel in Scheveningen vanwege verzetsactiviteiten, zoals het verspreiden van pamfletten en de illegale Vrij Nederland. Na zijn  gevangenschap heeft hij in verschillende Duitse concentratiekampen dwangarbeid verricht.

Eind jaren zestig, begin jaren zeventig studeert zij sociologie aan de Nederlandsche Economische Hoogeschool in Rotterdam (in 1973 opgegaan in de Erasmus Universiteit), onder andere bij Wil Albeda. Vakbondsthema’s trokken daarin haar bijzondere belangstelling. In haar studietijd had ze al veel aan de vakbeweging gerelateerde onderwerpen bestudeerd en in teksten vastgelegd. Zoals:

  • Wie zijn de werkende jongeren?
  • Leiding en leden in de vakbeweging, slechts een kreet?
  • Communicatie in de vakbond.
  • Een studie over het stakingsrecht, begeleid door de bekende socioloog J.J.A. van Doorn.
  • Een studie naar de gevolgen van de invoering van het gebruik van containers in de Rotterdamse haven.
  • En een studie naar de geschiedenis der socialistische arbeidersbeweging in Nederland van het midden der 19e eeuw tot 1945.

Met een aanbeveling van Albeda – oud-CNV-medewerker en voorzitter van het CAO-overleg in de bouw – wordt ze in 1973 aangenomen bij Sint Joseph, de katholieke Bouw- en Houtbond NKV.  Voorzitter Leo Brouwer is in die periode actief in het bevorderen van de eenheid in de vakbeweging, eerst door binnen het NKV een fusie van de bouwbond met de hout- en meubelbond tot stand te brengen en vervolgens door koers te zetten op een steeds intensievere samenwerking met de Bouwbond-NVV. Dat heeft in 1973 – als Loekie bij de bond in dienst treedt – al geleid tot “samenwonen” in Woerden. Naar verluidt zou beider fanatieke supporterschap van Feyenoord een goede invloed hebben op hun samenwerking.

Prijscompensatiestakingen

Foto: Het Actiecentrum van FNV Bouw: vlnr aan tafel: Rinus Dalhuizen, Loekie Hendriks, Gijs Wildeman (CNV), achter: Fred Copier, Roel de Vries en Jeroen Sprenger, staand rechts: Jan Schuller

De tweede helft van de jaren zeventig zijn jaren waarin NVV- en NKV-bonden op vele manieren de onderlinge samenwerking intensiveren. In die ontwikkelingen spelen beleidsmedewerkers als Loekie een grote rol, binnen de eigen bond, maar ook tussen de verschillende bonden. Daarnaast geven zij de FNV een nieuw gezicht in tal van vormen van bedrijfstakoverleg en -conflicten. Dat komt onder meer tot uiting in de zogenaamde ‘prijscompensatiestakingen” van begin 1977. Deze stakingen zijn in zekere zin ook een test voor de bouwbonden in een nieuw organisatorisch jasje. Met enkele andere beleidsmedewerkers – onder wie de recent overleden Stef Ruesen – wordt Loekie belast met een evaluatieonderzoek. De uitkomsten daarvan leiden tot verbeteringen van de organisatie van de stakingen en bovenal de administratieve afhandeling van de stakingsuitkeringen, die sindsdien standaardpraktijk zijn geworden. Later, in haar rol van CAO-onderhandelaar, komt die ervaring goed van pas.

“Kalk aan de schoenen”

De bouw- en houtbonden kunnen in sociaal-economisch opzicht nog zo progressief zijn, in intern organisatorisch aangelegenheden zijn ze redelijk behoudend. Bestuurders behoren “kalk aan de schoenen” te hebben. De enige die daaraan niet beantwoordde was Wim Kok, die van economisch medewerker bondsbestuurder werd, voordat hij naar het NVV-verbondsbestuur overstapte. Loekie is zo’n 20 jaar later de tweede: én universitair afgestudeerd, én vrouw. Dat is voor de Bouw- en Houtbond een enorme stap vooruit.

Bericht uit FNV Magazine, juni 1989 (tekst Jacintha Rensen, foto Sjaak Ramakers)

Als beleidsmedewerker heb je binnen een vakbond geen scherp omschreven takenpakket. Je ondersteunt het bondsbestuur of individuele bondsbestuurders op de onderwerpen die van dag tot dag oppiepen. In die hoedanigheid was Loekie een vraagbaak op een heel breed terrein. Wel zijn er enkele hoofdlijnen na verloop van tijd herkenbaar, zoals arbeidsomstandigheden en medezeggenschap – binnen de FNV “humanisering van de arbeid” genoemd – en de betrekkingen met buitenlandse bouw- en houtbonden. De voorbereiding van conferenties van de Europese en Internationale Bouw- en Houtbond was bij haar in goede handen. Zij voegde een persoonlijk element toe in de bezoeken van buitenlandse vakbondsdelegaties: ter verwelkoming werd hun nationale vlag uit gehangen.

“Niet zomaar conformeren”

Als  Joop van der Glas in 1991 met de VUT gaat, neemt zij op hoofdlijnen zijn portefeuille over. Daarnaast wordt ze eerste bestuurder voor de werknemers in het baggerbedrijf en bij de woningcorporaties. Als beleidsmedewerker deed Loekie haar werk met grote inzet, ijver en zorgvuldigheid. Maar het trekken van conclusies liet ze over aan de bestuurders die haar om een beleidsnotitie hadden gevraagd. Als haar uitdrukkelijk een concreet advies werd gevraagd, liet ze weten daar niet van te zijn. Ze maakte de indruk besluiteloos te zijn, te veel te aarzelen, maar ze wist precies wat ze niet wilde. Dat werd niet altijd goed begrepen. Gijs Rijsdijk, die meer dan 7 jaar in het bondsbestuur met haar heeft samengewerkt en tot aan haar overlijden contact met haar heeft gehouden, zegt van haar: “Ik heb Loekie als meer dan een waardevolle collega ervaren, doordat ze was wie ze was. Haar oordeel was voor mij belangrijk. Vooral niet bang zijn, wel voorzichtig. Snel knopen doorhakken was niet iets wat ze gauw deed. Niet zomaar conformeren, anders zijn, je individualiteit bewaren en bewaken binnen een sterk collectief als een vakbond, was voor Loekie belangrijk, ook al levert dat wat spanning op”.

Meer dan 35 jaar, waarvan 16 jaar in het bondsbestuur, leefde Loekie met hart en ziel voor de bond. Ze was geliefd bij leden, kaderleden en collega’s. In die tijd had ze al veelvuldig rugklachten. Het pensioen had rust en ontspanning moeten brengen, tijd om zich over te geven aan hardlopen, skiën en fietsen. Dat deed ze – als de kans kreeg – met evenveel inzet als haar werk. Maar haar gezondheid gunde haar dat niet. Haar actieradius werd geleidelijk aan steeds kleiner. Na verloop van tijd werd ze in het Aafje Smeetsland-centrum voor specialistische zorg, behandeling en wonen opgenomen. Ze overleed op vrijdag 3 mei 2024, de avond voor de Nationale Herdenking van de Tweede Wereldoorlog en de Bezettingstijd, de periode die door de verzetservaringen van haar vader, op wie ze zeer trots was, zo bepalend is geweest voor het gezinsleven waarin Loekie is opgegroeid.

Gijs Rijsdijk / Jeroen Sprenger

Mei 2024