Het geheugen van de vakbeweging

Herinneringen van Kees Marges – 16

Container CAO onderhandelingen 1981

De cao-onderhandelingen in de containersector in 1981 waren zeer complex. Zelfs nu, na 40 jaar, is het nog moeilijk de omstandigheden en ons beleid van toen duidelijk in beeld te krijgen. Ik doe een poging.

Eind 1979 stelde de regering Van Agt-Wiegel een korte loonpauze in (zie foto boven). De vakbeweging ging akkoord. In die pauze, die tot 10 januari 1980 liep, zouden er geen nieuwe cao’s worden afgesloten. Op 11 januari 1980 publiceerde minister van Sociale Zaken Wil Albeda een loonmaatregel. Daar moest het parlement een wet van maken. In aflevering 14 heb ik verteld waar dat volgens mijn herinneringen toe leidde: onder meer grote demonstraties op 4 en 20 maart 1980 in Amsterdam op de Dam en stakingen in het hele land. Maar die haalden uiteindelijk niets uit, de wettelijke loonmaatregel ging door. Minister Albeda zei dat hij die loonmaatregel wilde invoeren om zo de ondernemers in staat te stellen meer werk te creëren.

Weer een loonmaatregel, nu voor 1981

Eind 1980 vroegen de werkgevers en ondernemers ook voor 1981 een loonmaatregel in te voeren. Albeda beloofde dat en weer ging de prijscompensatie er aan: 2% van de eventuele prijscompensatie mocht niet uitbetaald worden. Binnen de FNV ontstonden discussies over de vraag of die loonmaatregel via de rechter tegengehouden kon en zou moeten worden. De Industriebond FNV ging naar de rechter en verloor. Nog in december 1980 ging de nieuwe loonmaatregel in om te beletten dat aan het eind van 1980 door middel van slimme trucjes de ingehouden prijscompensatie op een of andere wijze, al dan niet afgedwongen door stakingen, toch gecompenseerd zou worden. Bijvoorbeeld door de 2% van de prijscompensatie die niet uitbetaald mocht worden, te gebruiken voor directe arbeidstijdverkorting in de bedrijven of sectoren waar die 2% was ingehouden. Daarmee kon direct werkgelegenheid gecreëerd worden, als je die atv goed regelt. Want dat was toch ook het doel van Albeda? Maar de Minister herhaalde op 3 maart 1981 dat hij desnoods per cao zou gaan ingrijpen als de Vervoersfederatie met stakingseisen de niet betaalde 2% zou proberen om te laten zetten in arbeidstijdverkorting en dus werkgelegenheid. Op enig moment draaide Albeda en zei hij dat die 2% gebruikt zou kunnen worden om de concurrentiepositie van de bedrijven ten opzichte van met name buitenlandse bedrijven te verbeteren. Foetsie arbeidstijdverkorting en meer werkgelegenheid. Een draai richting het Akkoord van Wassenaar?

Definitieve Invoering 5 ploegendienst

De ECT wilde een tijdens vorige onderhandelingen overeengekomen invoeringstraject voor de 5-ploegendienst wijzigen. In feite wilden ze het traject van afwisselend 4- en 5-ploegendienst, helemaal schrappen en de 5-ploegendienst, die al ingevoerd was en gelopen werd gedurende een half jaar, continueren. Met de mogelijke consequentie dat de ECT daarvoor een prijs zou eisen van de werknemers. De ECT was daar (bewust?) tijdens de onderhandelingen niet duidelijk over.

Dagdienst

De Vervoersbond FNV had nog een schuld te vereffenen naar de dagdienst. De arbeidstijdverkorting die we in 1979 hadden bereikt voor de nieuwe 5-ploegendienst en waarvoor de ECT-werknemers loon hadden ingeleverd, was niet van toepassing op de dagdienst. Maar de ECT had ook de dagdienst mee laten betalen voor de arbeidstijdverkorting, hoewel zij geen atv hadden gekregen. Dat was natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Blijkbaar was dat niet goed vastgelegd en nu maakte de ECT daar misbruik van. Of we nog geprobeerd hebben dit langs juridische weg op te lossen kan ik me niet herinneren.

Moeizame onderhandelingen

De cao-onderhandelingen verliepen zeer moeizaam. Dat doen ze altijd en overal, maar ECT maakte het in 1981 wel erg bont door op bijna elk voorstel van ons nee te zeggen, zonder serieuze argumenten aan te dragen. Wij hadden ons goed voorbereid en onderbouwden met kennis van zaken en goede argumenten onze voorstellen. Bovendien hadden we een positief beeld gekregen van de financiële positie van de ECT. Die bood voldoende ruimte voor verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden, maar ECT / SVZ wees onze voorstellen botweg af.

Staking nodig om aanvaardbaar resultaat te krijgen

Bij de FNV delegatie groeide het gevoel dat we zonder staking niets zouden bereiken. Dus besloten we de laatste vergadering met de ook voor de ECT duidelijke vraag-met-bedoeling, of er absoluut niets meer te bereiken viel met onderhandelingen? Daarop antwoordde de ECT, dat ze absoluut hun laatste bod op tafel hadden gelegd. Zij begrepen toen net zo goed als wij, dat we juridisch gezien dat moesten vragen om een staking kunt beginnen. Wij stelden die vraag, om er zeker van te zijn dat we uitonderhandeld waren en om te voorkomen dat de rechter op verzoek van de ECT de staking zou verbieden, omdat we nog in onderhandeling waren. Als bond moet je er altijd zeker van zijn, voor zover dat mogelijk is, dat je ook echt uitonderhandeld bent. Dat leg je dan vervolgens vast in het ultimatum aan de werkgever met het minimumpakket voorstellen (of eisen) waaraan de werkgever moet voldoen om een staking te voorkomen. Dat hadden we dus allemaal gedaan. We organiseerden een grote ledenvergadering om de leden in staat te stellen het laatste woord te hebben. Een gezamenlijke ledenvergadering voor ECT en Unitcenter.

ECT speelde vals spel

De ledenvergadering zou de datum van ingang van de staking bepalen, als de leden werkelijk bereid zouden zijn te gaan staken. Zeer kort voor de ledenvergadering ontvingen we een brief van de werkgevers. In die brief deed de ECT toch nog enkele concessies. Dat was het resultaat van de dreiging met een staking en dat hadden we dus in ieder geval binnen. Niets in de richting van de dagdienst, maar wel voldoende om te voorkomen dat de grote meerderheid van de ECT’ers voor het nog resterende verschil in actie zou komen. Slim. Dat werd me onmiddellijk duidelijk, vooral vanwege de mededeling dat de ECT hun werknemers niet zouden vragen een prijs te betalen voor het ongewijzigd laten van de 5-ploegendienst. De 5-ploegendienst was daardoor veiliggesteld en dat zou ongetwijfeld door veel ECT’ers zeer op prijs gesteld worden. Voor hen was dat het belangrijkste.

Blijkbaar waren we toch niet uitonderhandeld en had de ECT tóch nog wat achter de hand gehouden toen we vroegen of we echt uitonderhandeld waren. Dat veiligstellen van de 5-ploegendienst was niet onbelangrijk als je richting staking koerst. Het was te laat om de ledenvergadering nog af te blazen. En we wilden ook nog over die 2% van de prijscompensatie praten, die de regering van de werknemers had afgepakt en aan de werkgevers gegeven om de werkgelegenheid te verbeteren. Dat zei de Minister toen hij de loonmaatregel introduceerde, maar later veranderde hij dat in bijdragen in een betere concurrentiepositie van de werkgevers. Tijdens de discussies over het Akkoord van Wassenaar moest ik daar nog wel aan terug denken. Natuurlijk kon ECT die 2% mooi gebruiken om de handhaving van 5-ploegendienst met terugwerkende kracht te financieren, zonder dat die 2% werd gebruikt om nieuwe arbeidstijdverkorting af te spreken. Wij voelden ons als delegatie nog steeds verplicht het belang van de werknemers in dagdienst zo lang mogelijk te verdedigen. De ECT had blijkbaar maling aan deze groep werknemers. Nog vóór we met de vergadering begonnen, vermoedden we het resultaat al: geen staking.

Rapportage aan achterban

Het viel niet mee over die onderhandelingen en die politieke omstandigheden, zoals de gevolgen van de drie verschillende ingrepen in de vrije onderhandelingen – één loonpauze en twee opgelegde loonmaatregelen – in samenhang met elkaar en wat betreft hun onderlinge invloed, te rapporteren tijdens de grote ledenvergadering die we in Palace hadden belegd. We maakten het onszelf nog moeilijker door na die rapportage over de ingewikkelde positie waarin we verkeerden, de leden ook nog eens te willen laten besluiten over de vraag, wèl of niet staken. Het was bijna onvermijdelijk dat dat fout zou gaan in die zin, dat de leden geen staking zouden willen.

Toch wilden we de feiten aan de leden duidelijk maken om zelfs de kleinste kans dat de leden vóór een staking zouden willen stemmen, niet te verprutsen door als delegatie zelf al een verhaal te houden dat we beter konden afzien van een staking. De dagdienst verdiende een betere behandeling. Bovendien wilden we ook in de containersector af van dat imago af dat de vakbond niet bereid was een staking te organiseren. De schade die we in het stukgoed hadden opgelopen, was ook in andere sectoren merkbaar. Leerzaam was deze ervaring met de ECT zeker, in ieder geval voor mij. Bijvoorbeeld voor de vraag in hoeverre je de havenondernemers en de SVZ kon vertrouwen. Het waren mijn eerste grote onderhandelingen in de haven als woordvoerder en dan bepaalt zo’n ervaring voor een lange periode je, althans mijn, waardering voor de havenwerkgevers en de SVZ.

Gezamenlijke vergadering met leden Unitcenter

We hadden ook besloten tot een gezamenlijke ledenvergadering voor ECT en Unitcenter. Daar zullen we toen best goede redenen voor hebben gehad, bijvoorbeeld de wetenschap dat sectoraal gezamenlijk optrekken de positie van de werknemers in de hele (in dit geval container-) sector en hun vakbond sterker maakt, ook al moet je de cao’s toch één voor één uitonderhandelen vanwege de verschillen per bedrijf. Maar zelfs dat heeft toch nog een voordeel: de kaderleden van in dit geval beide bedrijfsdelegaties zitten er bij en kunnen daardoor beter de verschillen en overeenkomsten tussen beide cao’s beoordelen. Maar terugkijkend op basis van wat ik me herinner met behulp van oude krantenartikelen (met dank aan Delpher), heb ik de indruk dat het gezamenlijk vergaderen ook bijdroeg aan de verwarring. De cao’s van beide bedrijven verschilden niet zoveel, maar wel genoeg om de onderhandelingen voor beide cao’s niet exact gelijk op te laten lopen. En verwarring zorgt voor minder vertrouwen of zelfs wantrouwen. Achteraf lijkt mij dit dus geen goed besluit te zijn geweest.

De ledenvergadering

De ECT klaagde steen en been over onze pogingen een staking te organiseren, want dat zou de ECT en de hele haven weer onnodig geld gaan kosten. Het traditionele riedeltje van werkgevers als je ze met een staking dreigt. Maar deze staking zouden we misschien niet eens hebben aangekondigd en voorbereid als de werkgever eerlijk spel had gespeeld en niet had gelogen dat ze hun laatste bod op tafel hadden gelegd. Dan waren ook de verhalen niet in de wereld gekomen over een op handen zijnde staking. En was de door de ECT gevreesde schade ook niet opgetreden. Ze waren zelf schuldig aan wat ze ons verweten.

Niet-FNV leden door directie naar FNV-vergadering gestuurd

Boven op deze truc, ondernam de directie ook nog een directe poging onze ledenvergadering in het honderd te laten lopen: ze riepen alle werknemers die niet absoluut noodzakelijk waren om het bedrijf draaiende te houden, op naar de ledenvergadering van de FNV te gaan en tégen de staking te stemmen. Alle werknemers die naar onze vergadering gingen, zouden hun loon door ECT doorbetaald krijgen. Deelname aan een vakbondsvergadering onder werktijd, toegestaan, nee zelfs gestimuleerd door een werkgever. Wat mooi is Nederland toch. Soms en oppervlakkig gezien.

Wat de ECT directie precies beloofde aan de werknemers weet ik niet, want wij waren er in de dagen voor de vergadering niet bij toen de werkgever alle werknemers, ook de ongeorganiseerden en CNV-leden, naar onze vergadering stuurde. De directie had stafleden de kantines in gestuurd met een kopie van de brief aan ons met hun laatste bod, om te bewijzen dat ze geen prijs zouden vragen voor de continuering van de 5-ploegendienst. Die was dus veilig.

Iedereen kon naar binnen

Wij hadden geen strikt deurbeleid opgetuigd, dat wil zeggen dat er bij de ingang van de zaal geen controle was op lidmaatschap van de bond. Iedereen kon naar binnen. Wij hadden, zoals gebruikelijk, niets te verbergen. Zelfs niet voor ongeorganiseerden of CNV-leden die zich ook hadden laten sturen door de directie. Er zijn mensen en nepbonden in Nederland, die vinden, dat de bonden hun vergaderingen over onderhandelingsresultaten open moeten stellen voor niet-leden. Wel, dit is het resultaat. Misschien is dat precies wat die simpele zielen willen. Meebeslissen, zonder contributie te betalen. Voor een dubbeltje, nog minder zelfs, op de eerste rang zitten en dan partij kiezen voor de werkgever.

Oppositie tegen staken belette elke discussie

Onmiddellijk nadat ik mijn toelichting had gegeven voor de zaal-met-balkon met ongeveer 450 mensen volgens de kranten, waarvoor lang niet voldoende zitplaatsen beschikbaar waren (één krant wist het exacte aantal: 453), begon de oppositie zich te roeren en te roepen dat er geen staking moest komen. Ze belette eventuele voorstanders hun mening te geven. Desondanks ontstond er een zeer levendig debat, maar echt efficiënt was dat niet. Ons vermoeden dat de vergadering niet zou besluiten tot een staking werd snel bevestigd.

Actiecomité stukgoed steunde de directie

Toen ik tijdens de pauze tussen de deelnemers aan de vergadering door liep om hier en daar een praatje te maken, ontdekte ik zelfs mensen van het actiecomité van het stukgoed, het comité dat zo graag stakingen organiseerde. Maar nu riepen ze op niet te gaan staken, want werknemers zouden niet verplicht moeten worden te betalen voor arbeidstijdverkorting. Dat ik dat, een oproep niet te staken, zelfs hoorde uit de mond van de voorzitter van dat actiecomité (hij werd de volgende dag in de krant geciteerd) verbaasde me toch wel. Bovendien: betalen voor atv en dus voor arbeidsplaatsen voor stukgoedwerkers, was helemaal niet aan de orde. In tegendeel, we wilden wel atv, niet alleen in de containersector maar ook in de bulk- en de graansectoren en dus arbeidsplaatsen voor stukgoedwerkers, maar dan gefinancierd door het geld dat de werkgever mocht houden volgens de loonmaatregel van minister Albeda: het niet uitbetalen van 2% prijscompensatie. Maar dat mocht niet van de Minister, daarom wilde hij per cao ook kunnen ingrijpen. En nu kreeg hij indirect steun van het actiecomité stukgoed.

Eigenlijk te zot voor woorden: de Minister voert een loonmaatregel in om werkgevers geld te laten besparen, dat ze volgens zijn oorspronkelijke verdediging in meer werkgelegenheid geacht werden te stoppen. In de haven konden we de wens van de Minister direct in de praktijk brengen: door de 2% in te houden prijscompensatie in arbeidstijdverkorting om te zetten en daarmee arbeidsplaatsen te creëren voor overbodige stukgoedwerkers. Boter bij de vis. Maar de Minister dreigde zelfs met ingrijpen in de havencao’s en wijzigde zijn argumentatie: het ging om een verbetering van de concurrentiepositie van de ondernemingen.

Toch nog een verrassing

Vlnr Kees Marges, Jan de Blanken en Ger Ros

Na de pauze, wetende welke kant het op zou gaan en na onderling overleg door de delegatieleden – die bijna allemaal achter de tafel zaten  – en met bondscontactman Jan de Blanken (zie foto), heb ik toen toch nog een dringend beroep gedaan op de vergadering het ultimatum te handhaven om zo nog enige (symbolische?) druk op de werkgevers te kunnen uitoefenen om vrijkomende arbeidsplaatsen voor stukgoedwerkers te reserveren. Ik vroeg ons die kans nog te geven uit solidariteit met de collega’s in het stukgoed. Dat werd ons gelukkig nog wel gegund, maar de door de werkgever sterk gestuurde stemming van leden en veel niet-leden, was duidelijk: 6 man stemde voor de staking, de rest was tegen. Mede dankzij het havenactiecomité, dat de kant van de werkgever had gekozen en tegen een staking was die tot meer werkgelegenheid voor overbodige stukgoedwerkers had kunnen leiden. Maar ook zonder die steun zou er tegen de staking zijn gestemd, dat was duidelijk. Er was ook geen steun voor een correctie op het ook door de dagdienst ingeleverde loon voor niet verkregen atv. Was dat de solidariteit van het politiek gedreven actiecomité? Verrassende keuze.

We konden de onderhandelingen afronden op basis van het echt laatste bod (dankzij de stakingsdreiging) en de 5-ploegendienst plus bijbehorende arbeidstijdverkorting bleef gehandhaafd, zonder bijbetaling door werknemers. De ECT kon daarvoor de niet uit te betalen prijscompensatie gebruiken. De Minister ging dat niet controleren.

Leerzame ervaring

Het spreekt vanzelf dat we deze ervaringen later nog hebben besproken om er lering uit te trekken. Eén van mijn persoonlijke conclusies was dat ik nooit meer zo’n ingewikkeld verhaal moet willen vertellen tijdens een vergadering waarop besloten moet worden over staken ja of nee. Maar dat hebben we als bond niet helemaal zelf in de hand. De methode het resultaat van de onderhandelingen in voorlichtingsbijeenkomsten toe te lichten en vervolgens de leden via een referendum per post te laten stemmen over dat resultaat, met de kennis dat verwerping tot een staking zou moeten leiden, is toch een betere maar in sommige omstandigheden toch ook geen ideale manier om tot een goede besluitvorming en snelle actie te komen.

Een tweede conclusie was, dat we de werkgever geen kans moeten geven, alsnog een hoger bod te presenteren tussen het bekendmaken dat we serieus een staking overwogen (door nadrukkelijk te vragen of het laatste bod ook echt het laatste bod is) en onze onmiddellijke bekendmaking van de stakingsdreiging. Hij kan dan nog steeds een hoger bod aanbieden, maar dan is het voor iedereen duidelijk dat de stakingsdreiging daartoe heeft geleid. En ligt de gedachte bij werknemers voor de hand dat met een echte staking nog meer te bereiken is, als de dreiging alleen al tot een beter bod leidt. Maar dat geldt alleen voor situaties die vergelijkbaar zijn. In situaties die (meestal) anders zijn, moet je als onderhandelaar en bond reageren in die situatie. Hoe meer ervaring met het vastlopen van onderhandelingen, hoe beter de reactie. Dat geldt ook voor stakingen. Hoe meer stakingen, hoe effectiever ze zullen zijn.

Een derde conclusie was dat de ECT-directie en SVZ niet te vertrouwen waren, als we dat al deden. Dat had ook effect bij andere cao-onderhandelingen. En dat vertrouwen was wat mij betreft, voor goed weg. In het kader van een herinnering aan de discussie in de haven over wel of niet informeel overleg, kom ik daar nog op terug. Ik trok het me aan dat het zo gelopen was, ik was daar verantwoordelijk voor. En ik besloot ook, om nooit meer in zo’n val van de werkgever en de SVZ te trappen. Maar ook zonder dit soort tactieken, bleek ECT later nog een keer bereid een andere on-Nederlandse manier te hanteren om de Vervoersbond FNV pootje te lichten: het uitsluiten, dus niet uitbetalen van niet-stakende werknemers, inclusief CNV-leden. Daarover later meer in weer een andere aflevering van mijn herinneringen.

Kees Marges

Augustus 2021


Dit is het zestiende verhaal in de serie Herinneringen van Kees Marges.

Klik hier voor de andere verhalen.