
FNV-Jongeren op de bres voor de alfabetisering van Nicaragua
Kruistocht voor geletterdheid
Begin jaren tachtig vonden er revolutionaire veranderingen plaats in het onderwijssysteem van Nicaragua. De Sandinistische regering wilde in korte tijd de gehele bevolking leren lezen, schrijven en rekenen. Deze alfabetiseringscampagne ontving internationaal veel waardering. Al in 1981 ontstonden er Nederlandse initiatieven om het onderwijs in Nicaragua te ondersteunen. Het Nicaragua Komitee Nederland startte een boeken-actie. Het doel was om geld in te zamelen en daarmee boeken te kopen voor bibliotheken in Nicaragua. Boeken van voorheen verboden auteurs, zoals Ruben Dario, Ernesto Cardenal en Sergio Ramirez en een breed scala aan werken over Nicaragua en de Derde Wereld vonden op deze wijze hun weg naar Midden-Amerika.
Onder jongeren heerste een grote wens om aan de opbouw van Nicaragua bij te dragen. In de jaren 80 vertrokken FNV jongeren binnen het kader van het ‘El Sol’-project naar Nicaragua met als taak om scholen te bouwen. Het succes van deze internationale solidariteit is jaren later nog altijd zichtbaar. Volgens de onlangs overleden Wouter van der Schaaf , FNV-medewerker Bewustwording en Ontwikkelingssamenwerking Vakbeweging (BOV), waren deze scholen allemaal nog in gebruik. Wie wil weten wat deze jongeren inspireerde om naar Nicaragua te gaan, moet Nicaragua’s bijzondere geschiedenis en het onderwijsprogramma goed bestuderen.
Oorlog en rampspoed in de bananenrepubliek
Het analfabetisme in Nicaragua werd aangepakt na een lange periode van onrust en burgeroorlog, die eindigde toen de Nicaraguaanse dictatuur in 1980 werd afgezet. Al in het begin van de jaren zeventig begon de dictatuur van de Somoza familie te verzwakken. Vooral vanaf 1972 nam de kritiek op het regime van Anastasio Somoza Debayle toe nadat de verwoestende aardbeving van Managua naar schatting 10.000 dodelijke slachtoffers eiste en waardoor 300.000 mensen ontheemd raakten.
De enorme schade aan de stad en het menselijk leed stond internationaal in de schijnwerpers. Grote internationale fondsen voor humanitaire hulpverlening kwamen hierdoor naar Nicaragua. Fondsen die vervolgens in de zakken van de Somoza-familie verdwenen. Naar verluidt werd geïmporteerd bloedplasma naar het buitenland geëxporteerd voor winst ten tijde van de aardbeving. Dat leidde tot controverse, want de meeste medische voorraden in Nicaragua waren uitgeput. Onder Somoza raakte Managua in verval en kwam de bevolking in opstand.
Het grootschalige verzet tegen Somoza werd geleid door het Sandinistische Nationale Bevrijdingsfront (het FSLN). Deze beweging was al actief sinds het begin van de jaren zestig, maar na de schandalen rondom de aardbeving groeide de beweging substantieel. Er vonden steeds vaker schermutselingen plaats in Nicaragua. Alleen met internationale hulp kon Somoza zich handhaven.
Door mensenrechtenschendingen en vooral de moord op de Amerikaanse journalist Bill Stewart door Nicaraguaanse soldaten verloor het Somoza-regime alle steun van de Amerikaanse president Jimmy Carter. Somoza verloor zijn belangrijkste bondgenoot en de dictatuur stortte in. Het ontstane machtsvacuüm bracht het FSLN in een positie om een revolutionaire regering te vestigen onder een junta van nationale wederopbouw.
Een kruistocht voor geletterdheid
Onderwijs voor het Nicaraguaanse proletariaat was een belangrijk doel voor de nieuwe FSLN-regering. In 1980 begon een succesvolle alfabetiseringscampagne genaamd de Cruzada Nacional de la Alfabetización (CNA). Dit was hard nodig. Elke uitbreiding en democratisering van het onderwijssysteem was onder het Somoza-regime namelijk altijd geblokkeerd. De algehele staat van het onderwijssysteem bleef erbarmelijk. Naar verluidt was 50 procent van de totale bevolking analfabeet, op het platteland liep dat percentage op tot 75 en soms 90 procent.

De Sandinisten beloofden via het CNA het Nicaraguaanse onderwijssysteem massaal te verbeteren, vooral op het platteland. De focus lag op kinderen (leeftijd 10 tot 14) en de opleiding van ‘brigadistas’ die konden werken als opvoeders. Door middel van een indrukwekkende mobilisatiecampagne slaagde het FSLN erin om 90.000 middelbare scholieren, studenten en docenten naar het platteland te sturen om les te geven in lezen, schrijven en wiskunde in het basisonderwijs. Het omvatte ook speciale programma’s voor blinden en voor dakloze kinderen.
Vanaf 1981 richtte de CNA zich op de volwassen plattelandsbevolking. Dat is te merken aan de vele foto’s die tijdens de campagne zijn gemaakt en in het materiaal van de leerboeken en schriften. Deze bevatten laagdrempelige opdrachten en leggen het belang van poëzie uit, terwijl boeren wordt geleerd hoe ze hun akkers kunnen bemesten en verschillende gewassen kunnen verbouwen.

Terwijl kinderen naar het programma werden getrokken door een boodschap van hoop en een betere toekomst, werden volwassenen naar het programma gebracht door de praktische kennis die nuttig was voor hun dagelijks leven. Dit betekende niet dat de boeken werden gedepolitiseerd. Afbeeldingen van kalasjnikovs en granaten vertellen ons dat gewapende strijd een visuele component was voor het leren van elementaire wiskunde. Sleutelwoorden zoals la revolución waren niet alleen essentieel voor politieke berichten, maar bevatten ook alle klinkers van het alfabet.
Politiek, maatschappelijke realiteit en onderwijs werden vermengd tot een zeer succesvolle alfabetiseringscampagne. Bij een nieuwe volkstelling na de campagne van 1981 was het analfabetisme gedaald van 50 naar 13 procent, waarvoor de Nicaraguaanse regering de UNESCO Nadezhda K. Krupskaya-prijs, vernoemd naar de vrouw van Lenin, voor alfabetisering ontving.
Boeken bieden inspiratie
Geletterdheid is een cruciaal onderdeel van de emancipatie van kansarme groepen in de samenleving. Het is niet voor niets dat de bestrijding van analfabetisme dan ook een centraal beleidsdoel is van sociale bewegingen zoals bevrijdingsbewegingen. Het FSLN uit Nicaragua is daar een goed voorbeeld van. De alfabetiseringscampagne van FSNL is inspirerend voor iedereen die wil bouwen aan een samenleving die berust op kansengelijkheid.

Sinds kort zijn de schoolboeken van deze alfabetiseringscampagne te vinden bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Zij zijn te vinden onder de zoekterm COLL00683 of de naam ‘Nicaraguan Literacy Campaign 1981 Schoolbooks’. Mensen die zich interesseren in lees-, schrijf- en rekenonderwijs, kunnen hierin zien hoe het onderwijs door het FSLN revolutionair veranderde. Niet alleen het onderwijs, maar ook de bevolking moest een revolutionaire identiteit aannemen. De schoolboeken zijn essentieel in het bestuderen van deze veranderingen.
Voor mij als archivaris, ex-tutor in het basis- en voortgezet onderwijs en historicus zijn de schoolboeken-collectie en de bijbehorende geschiedenis ook enorm inspirerend. De gevolgen van analfabetisme en de enorme inspanning die nodig is om het te bestrijden, blijven namelijk maatschappelijk relevant. Het boek The Nicaraguan Literacy Campaign: The Power and Politics of Literacy van Delane Bender-Slack beschrijft deze bijzondere geschiedenis tot in detail. De collectie Nicaraguaanse schoolboeken bij het IISG helpen ons het belang van toegang tot en recht op onderwijs en geletterdheid te realiseren.
Daarnaast tonen de Nicaraguaanse schoolboeken de belangrijke rol die de archivaris speelt bij het tot stand brengen van collecties. Het materiaal werd eerst geïdentificeerd als tijdschriften en pas bij nadere inspectie kwam hun ware identiteit aan het licht. Als de boekjes als tijdschriften beschreven waren, zou het verhaal van de alfabetiseringscampagne verloren zijn gegaan. Als archivaris vind je dankbaar werk in het blootleggen van bronnen, het lezen van nieuw materiaal en het ontsluiten van deze geschiedenissen.
Tim Ruting,
archief medewerker IISG
Mei 2023