
Jo Niks – Bombardement Rotterdam gruwelijk
Op 23 oktober 2017 is op 101-jarige leeftijd Jo Niks overleden in zijn woonplaats Enschede. Jochem (Jo) Niks (1916-2017) is op 10 mei 1940 als militair gelegerd in Rotterdam vlakbij bij de Wilhelminabrug. Hij maakt er met zijn eenheid de strijd mee en die zal hem niet meer loslaten. In Hengelo is hij in dienst van de Nederlandse Spoorwegen (“het Spoor”) voordat hij in het kader van de Arbeidseinsatz naar Duitsland moet. Na de oorlog wordt hij lid van de Vervoersbond NVV. Hij hoort tot de oprichters van HEIM in Hengelo.
Jo Niks komt uit een spoorfamilie. Zijn vader zelf is machinist bij de Spoorwegen. Machinisten krijgen in die tijd regelmatig een andere standplaats toegewezen, wat betekent regelmatig verhuizen. Zo woont het gezin Niks met Jochem in Enschede, Almelo, Amersfoort en Hengelo. Na de ambachtsschool in Almelo – richting bankwerken – wordt Jo door de bekende Twentse architect en kunstenaar Jan Jans getipt om naar de Kunstacademie te gaan. Om toegelaten te kunnen worden moet hij wel eerst het HBS-diploma halen. Die opleiding volgt hij in Almelo, waarbij de gemeente Almelo de kosten vergoedt. In 1938 rondt hij de driejarige HBS af. Voor militaire dienst heeft hij eerder uitstel gekregen. Nu moet hij alsnog eerst zijn dienstplicht vervullen. Hij wordt onderofficier.
Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit en Jochem is gelegerd in Rotterdam. De gevechten maken grote en blijvende indruk op hem, zeker psychisch. Zijn eenheid verdedigt de Wilhelminabrug in het centrum van Rotterdam vlakbij het Witte Huis, een van de weinige panden die bij het grote bombardement gespaard zullen blijven. Omdat hij op hun post de hoogste in rang is voert hij het bevel. Veel van zijn kameraden sneuvelen. Hij maakt het gruwelijke Duitse bombardement van Rotterdam mee.
Illegaliteit
In 1943 krijgt hij een aanstelling als administratief ambtenaar (adjunct-commies) bij de Spoorwegen in Hengelo (O), het spoorwegknooppunt in Twente. Jo krijgt bij het Spoor in Hengelo (O) te maken met Herr Lagermann (een zgn. Verwalter), die door de Duitsers belast is met het toezicht op de administratie. Ze raken bevriend. Lagermann is sociaaldemocraat in hart en nieren en moet, vertelt Jo, niets van de Nazi’s hebben. ‘We wisten, dat we elkaar konden vertrouwen,’ zegt hij daar nu over. Lagermann is goed op de hoogte van de dienstregeling van Duitse transporttreinen. Jo kent Jan Vlam1, de voorman van de Hengelose illegaliteit. Jan Vlam zorgt er voor, dat de dienstregelingen Londen bereiken wat geslaagde bombardementen op treinen mogelijk maakt. Datzelfde jaar worden alle Nederlandse oud-militairen opgeroepen in Duitse krijgsgevangenschap te gaan. Lagermann regelt voor Jo, dat hij aan het werk kan in Bad Bentheim. Zo kan hij dagelijks op en neer reizen van huis naar werk. Eerst moet hij zich melden bij het Arbeitsamt in Rheine. Hij krijgt er geen toestemming om in Bad Bentheim te gaan werken maar moet zich melden bij een fabriek in Lengerich. Door zijn goede kennis van de Duitse taal krijgt hij daar de leiding van de Nederlandse groep. Het eten is redelijk. Naast de fabriek is er een concentratiekamp met Russen die slecht te eten krijgen. Via latrines slagen de Nederlanders er in eten door te geven aan de Russen die er zeer beroerd aan toe zijn.
Verduistering persoonsgegevens
In 1944 roept de Nederlandse regering in ballingschap vanuit Londen de grote lang verwachte spoorwegstaking uit. Zodra Jo dit hoort, gaat hij direct naar het kantoor van het Spoor om hier stiekem allerlei persoonsadministratie weg te halen. De Duitsers weten hierdoor niet wie er bij het Spoor werken en kunnen dus niemand dwingen weer aan het werk te gaan. De staking is een succes. In de regio Twente zijn er vele honderden stakers. De gezinnen van de stakers moeten geld hebben om te kunnen leven. Op basis van de door Jo verduisterde administratie zijn de namen en adressen bekend en ook de gegevens over het inkomen van de stakers. De illegaliteit zorgt voor het geld en Jo verdeelt als een soort stakingskas de middelen over de verschillende gezinnen. Koeriers brengen het geld naar de stakers. Jo trouwt in 1945 met Jacoba (Coosje) de Vries. Ze krijgen drie kinderen. Coosje werkt bij Stork en doet in de oorlog de administratie van de stakingskas voor het Spoor. De leiding van de Spoorwegen toont nauwelijks belangstelling voor de staking, voor de stakers en de organisatie daarom heen. Na de oorlog ontvangt Jo alsnog van de directie complimenten voor zijn optreden. Hij stelt ook een afrekening op van de stakingsuitkeringen en laat die tekenen door de stakers. Deze administratie levert hij af op het hoofdkantoor van de Spoorwegen in Utrecht. Dit alles kost enorm veel tijd. De illegaliteit regelt voor hem een kantoor in de Beursstraat in Hengelo (O), waar hij zo’n 1.000 formulieren laat ondertekenen.
Vervoersbond NVV

Direct na de oorlog wordt Jo lid van de Vervoersbond NVV. Hij maakt ook deel uit van het plaatselijk bestuur. Bij de Nederlandse Spoorwegen is veel al goed geregeld en het bestuur hoeft zich niet al te nadrukkelijk te manifesteren. De hartstocht van Jo Niks is tekenen en schilderen. Zijn appartement in
Enschede getuigt volop van deze belangstelling en talent. Op 97-jarige leeftijd geeft hij nog regelmatig tekenles aan een groepje liefhebbers in Enschede. Hij geeft hoog op van het bezoek van PvdA-leider Diederik Samsom aan zijn wijk (voorjaar 2013) en het persoonlijk gesprek dat hij met hem heeft mogen voeren.

Dit verhaal is opgenomen in 