Het geheugen van de vakbeweging

Frans Stokman, mede-auteur van Graven naar macht


Frans Stokman over belangrijke verandering sinds Tweehonderd van Mertens

Een sterke verschuiving naar internationale bedrijven en handel,

 “De webpagina “De 200 van Mertens: 50 jaar na dato” start alsvolgt:

“Op zaterdag 19 oktober 1968 is NKV-voorzitter Jan Mertens afgereisd naar Sneek om het jubilerende NKV-district Friesland toe te spreken. Hier spreekt hij de gedenkwaardige woorden: “In Nederland hebben wij in ons economisch bestel te maken met wat ik zou willen noemen een lijnenspel. Onlangs hebben wij gesteld dat de hele economie in ons land in handen is van rond tweehonderd personen. Van een groep mensen die elkaar goed kent en elkaar frequent ontmoet in verschillende colleges. Het is een even deskundige, financieel sterke als beangstigende groep.”

Krantenbericht uit 1968

“De 200 van Mertens viel in 1968 als een bom in de vijver van de Nederlandse politiek, omdat het een, tot dan toe niet bekende, doorkijk gaf naar welke personen veel invloed hebben in het Nederlandse bedrijfsleven en de politiek omdat zij een groot aantal (neven)functies hebben in besluitorganen en adviescommissies. Het accent van verder graafwerk leverde vooral lijstjes met namen van personen op, maar de lijnen tussen de instellingen verdwenen uit het zicht. Mijn leermeester Robert Mokken, hoogleraar Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam, was terecht van mening dat bij de vraag naar maatschappelijke invloed en macht het vooral gaat om de invloed en macht van bedrijven en instellingen. Op meer permanente basis wordt die uitgeoefend door personen, die gelijktijdig beleidsbepalende posities vervullen in verschillende bedrijven en instellingen: zgn. dubbelfuncties bekleden. Wij meenden en menen dan ook dat invloedsposities vooral zichtbaar worden in relationele netwerken en in centrale posities in zulke formele en informele netwerken tussen bedrijven en instellingen. De 200 van Mertens was dan ook voor hem aanleiding een medewerker van het Mathematisch Centrum te vragen een computerprogramma te maken waarin zulke netwerken onderzocht kunnen worden. Samen met mij als jonge wetenschappelijk medewerker verzorgden wij een werkcollege voor politicologiestudenten om de data te verzamelen en de resultaten te analyseren.

“Het netwerk van dubbelfuncties tussen 86 grootste Nederlandse bedrijven bevatte niet minder dan 873 dubbelfuncties, die door, hoe bestaat het, 195 personen gedragen werden. De banken bleken de meest centrale plaatsen in te nemen met de AMRO-bank, ABN en Delta Loyd als de meest centrale bedrijven, elk door dubbelfuncties direct verbonden met 40 andere bedrijven. Hiermee werd objectief en duidelijk aangetoond hoe belangrijk de financiële bedrijven in het gehele bedrijfsleven zijn en hoe groot hun invloed is omdat zij direct meebeslissen in een groot aantal andere

Omslag Graven naar macht

“Deze centraliteit van de banken werd ongeveer gelijktijdig geconstateerd in netwerkonderzoek in de Verenigde Staten. Vervolgens bleek in een tien-landenstudie onder leiding van Rolf Ziegler, John Scott en mijzelf dit ook elders het geval te zijn. Omdat Mokken en ik in een tweede leeronderzoek wilden onderzoeken welke personen vooral verantwoordelijk zijn voor de communicatie tussen de bedrijven, de lijnen in dit netwerk leggen waar de meeste informatie langs gaat, maakten wij een lijst van 54 personen die primair verantwoordelijk zijn voor de communicatie tussen de bedrijven. De lijst werd aangevoerd door de voorzitter van de Raad van Bestuur van de AMRO Bank, Jan van den Brink, voormalig minister van Economische Zaken. Deze lijst was als bijlage opgenomen in de eindverslagen van de studenten van het eerste leeronderzoek. Dit voorlopig eindrapport lekte uit via het weekblad De Nieuwe Linie en zorgde voor een storm aan publiciteit. De 200 van Mertens werden de 54 van Mokken en Stokman. Het cumuleerde in een bijeenkomst van werkgevers, vakbonden, wetenschappers en politici in de zaal van de Tweede Kamer.

De banken centraal in het lijnenspel, de verbanden met 40 grote bedrijven anno 1970

Van toen naar nu

“In dat tweede leeronderzoek stonden ook de relaties centraal tussen bedrijfsleven en adviescommissies van de overheid. Ook daarin werd het vermoeden van Mertens bevestigd, dat ook daar het grote bedrijfsleven een zeer belangrijke stem in het kapittel heeft. Trekken we de resultaten van toen door naar het heden dan zien wij enerzijds een enorme golf van fusies in het bedrijfsleven en tegelijkertijd een sterke verschuiving naar internationale bedrijven en handel, goed onderzocht en gedocumenteerd in het onderzoek van Meindert Fennema en Eelco Heemskerk en onderzoek van de Economische Faculteit in Groningen. Een belangrijke faciliterende factor hierbij was natuurlijk ook de ontwikkelingen in de ICT-technologie die wereldwijde communicatie en afstemming mogelijk maakte en uiteindelijk leidde tot zelfs een beperkt aantal wereldwijd opererende monopolies in de internetcommunicatie. Het is deze schaalvergroting, nationaal en internationaal, en verschuiving naar de internetcommunicatie die de positie van de vakbeweging aanzienlijk heeft verzwakt.

“Maar er is hoop! Want de internettechnologie kan leiden tot volstrekt nieuwe technologieën in de fysieke productie en juist tot een afbouw van internationale en grootschalige productie! Met die nieuwe internet-technologieën kan de daadwerkelijke productie van eindproducten namelijk decentraal plaats gaan vinden in kleine, zelfstandige bedrijven op basis van wereldwijd beschikbare technische modulen, nu bekendstaand onder de naam van 4D-Printing. Essentieel hiervoor is dat de decentrale producenten zelf kunnen bijdragen aan de functionaliteit die centraal beschikbaar moet zijn of ontwikkeld moet worden. Dan verdwijnen de goedkope kledingzaken in Bangladesh, de grote staalgiganten in India en IJmuiden, de internationale bouwbedrijven en maken zij plaats voor lokale ondernemers die die technologieën kunnen oproepen, gebruiken en verder ontwikkelen. Dit laatste onder toezicht van een groep deskundigen, geselecteerd door en verantwoordelijk aan de lokale gebruikers van die technologieën. Voorbeelden hiervan hebben we al in de statistische software en, in Amsterdam, het mooie bedrijf Waag, opgericht en geleid door Marleen Stikker.

Groengas van Slochteren-kwaliteit

“Ook de noodzaak tot een circulaire economie leidt tot decentralisering. Een mooi voorbeeld is de vervanging van olie en aardgas door groengas. Nu worden deze brandstoffen door grote internationale bedrijven gedolven en met grote pijpleidingen en zeeschepen gedistribueerd. Een nieuwe technologie van een Nederlands bedrijf Bareau kan omvangrijke hoeveelheden groengas produceren op vergelijkbare wijze waarmee we bier uit gerst en champagne uit druiven krijgen. Rioolslib in gesloten vaten leidt, dankzij de bacteriën erin, tot een hoge druk waarmee in één stap groengas van Slochteren-kwaliteit ontstaat. Via membranen kunnen alle stoffen in het slib teruggewonnen worden, waardoor het resterende water op de sloot kan worden geloosd. De internationale vakbeweging, waaronder de FNV, uit de wens om daarmee het gemeentelijk gasbedrijf in ere te herstellen en zo zeggenschap over kostbare brandstoffen weer terug te brengen naar het gemeentelijk niveau. Een internationaal congres hierover vindt in november 2019 in Amsterdam plaats.

“Laten we hiermee deze herdenking van 50 jaar Mertens gebruiken om de weg naar de toekomst te wijzen en deze inleiding hoopvol af te sluiten!”

Frans Stokman

Elementen uit de inleiding die op 6 september 2019 is gehouden is gehouden tijdens de VHV/SBI-bijeenkomst in Doorn
Een tweede lezing werd verzorgd door Jeroen Smit, De markt heeft geen oplossingen voor het bewaken van de planeet