Het geheugen van de vakbeweging

Het eerste nummer van Zeggenschap in 1974

Een nostalgische terugblik

 Zeggenschap in 1974 en daarna

                                             

 Vijftig jaar geleden nam een aantal vakbondsmensen het initiatief voor de uitgave van Zeggenschap. Discussiemaandblad voor bedrijfsdemocratisering. Zo’n rond getal leidt onze gedachten terug tot 1974. Wie die politiek spannende tijd heeft meegemaakt en niet onder een steen heeft geleefd, veert als vanzelf weer op bij de gedachte daaraan. Burgers zetten zich in sociale bewegingen (arbeiders, vrouwen, milieuactivisten, werkende jongeren, studenten, dienstplichtigen, en anderen) gedreven in voor een betere maatschappij. De naam Zeggenschap is al veelzeggend. Het is een uitgesproken wens/eis tot meepraten en meebeslissen over alle zaken die de arbeidsorganisatie en de medewerkers aangaan.

… in 1986 trad Harry Peer toe tot de redactie van Zeggenschap, zijn werk als trainer en adviseur van ondernemingsraden en cursusleider geschiedenis van de vakbeweging bij de Woodbrookers in Bentveld leverde veel input op voor redactieactiviteiten…

Het blad komt niet plotseling uit de lucht vallen. Met alle relativering over de betekenis ervan, de oplage, de sobere verzorging, en dergelijke aspecten meer. De betrokkenheid, de inzet en de ambities van de initiatiefnemers zijn hoog. De verschijning ervan kunnen we plaatsen tegen de achtergrond van bredere ontwikkelingen in de economie, de politiek, het bedrijfsleven en de vakbeweging. Wat treft ons aan verzet uit de arbeidersbeweging in voorgaande jaren? Dan denk ik aan stakingen in de haven van Rotterdam, de bouw, het baggerbedrijf, bij Pelger, in de metaal en bij de Hoogovens. Aan de vrouwen van Optilon die in het voorjaar van 1973 staakten voor hetzelfde loon voor hetzelfde werk als mannen. Aan de arbeiders die Enka-Breda en Usfa bezetten. We denken voorts aan de leden van ondernemingsraden die niet konden leven met de beperkte rechten van de Wet OR uit 1971. Ik heb het dan over de gekozen leden van de OR, want de directeur maakte eveneens deel uit van de OR en was daarvan qualitate qua de voorzitter. Het leidde ertoe dat werknemers meer heil zagen in het vakbondswerk op de werkvloer, de bedrijfsledengroep. Vanwege  technologische vernieuwingen en de noodzaak van humanisering van de arbeid werden in het arbeidsproces hogere eisen gesteld aan autonomie en vakbekwaamheid van medewerkers. Dat bood aanknopingspunten voor medezeggenschap vanuit vakbondsperspectief. Aan de verzuiling kwam een einde en binnen vakbonden en vakcentrales vertaalde zich dat in stevige gesprekken over vormen van samenwerking tot aan fusie toe. 

Vier grote hervormingsvoorstellen 

 De totstandkoming van het kabinet – Den Uyl in 1973 riep grote verwachtingen op ten aanzien van democratisering op allerlei terreinen van het maatschappelijk leven. De slogan van het kabinet was: spreiding van kennis, macht en inkomen. We horen het nog steeds. De ogen van het electoraat waren gericht op de vier grote hervormingsvoorstellen: de versterking van de positie van werknemers in de ondernemingsraad en de Vermogens Aanwasdeling (VAD) die beoogde werknemers te laten delen in de winsten van de onderneming. Als derde de Wet Investeringsrekening (WIR), via premies moeten investeringen die goed waren voor werkgelegenheid en milieu worden bevorderd. Als vierde de grondpolitiek, dat zou gemeenten een voorkeursrecht geven bij grondaankoop en eigenaren een schadeloosstelling bij onteigening geven volgens de gebruikswaarde van de grond. Het kabinet werd al gauw gedwongen hooggestemde verwachtingen te temperen: vanwege de gevolgen van de oliecrisis en een inflatie oplopend tot 10%.  De tijdgeest schiep activisten die zich de slogan eigen maakten van “baas in eigen bedrijf, bond (Maatschappij Kritische Vakbeweging) en zelfs buik”.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw leek het alsof de organisatiegraad in de vakbeweging wel tot boven de vijftig procent kon toenemen. In enkele bedrijfstakken en overheidssectoren was en is dat nog steeds het geval. Maar terugkijkende kunnen we vaststellen dat de algehele organisatiegraad nooit boven de veertig procent is gekomen en nu in 2024 zelfs is gedaald tot onder de 20%. Dat neemt niet weg dat onderzoeken uitwijzen dat de meeste werknemers het belang van de vakorganisatie inzien. Lange tijd viel ongeveer 80% van de werknemers onder de werkingssfeer van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Vanwege allerlei ontwikkelingen op de arbeidsmarkt – bijna een miljoen arbeidsmigranten, een enorm aantal zzp-ers, en anderen – signaleren we de laatste jaren een afkalvende dekkingsgraad. 

 Actieve mensen 

In 1974 kwamen er drie nummers van Zeggenschap uit. Daarna verschijnt het blad (bijna) elke maand zoals de ondertitel aangeeft. In de zomer juli en augustus samengevoegd in een dubbelnummer. Wat valt ons op aan deze eerste uitgaven? We proberen enigszins een gevoel te krijgen van wat er althans in de ogen van de initiatiefnemers op de werkvloer speelde in die dagen.

We beginnen met de mensen die hun naam aan Zeggenschap hebben verbonden en medewerking verlenen. Sommigen kunnen al bogen op een lange geschiedenis in de arbeidersbeweging, anderen zijn jong en actief in de medezeggenschap in bedrijven, in de vakbeweging of op de universiteit. Er zitten 17 personen in de redactieraad. De deelnemers worden niet met de volle voornaam, maar met een voorletter genoemd. Verder worden zij met hun beroep, bedrijfsledengroep, werkgever en woonplaats vermeld. R(ochelle) Allebes is journalist en woonachtig in Amsterdam. Dan zijn er vier personen actief in een bedrijfsledengroep van de Industriebond NVV: J. de Geus / Philips Nijmegen, Th. Pleister / Thomassen De Steeg, D. van der Veen / Demka Utrecht en A. Verhoeff / Calvé-Unilever Delft en R(oelie) van Riel uit de combinatie IB NVV-NKV Coq Utrecht. C. Post is kaderlid bij de ABVA, Rotterdam. A. van Lieshout districtsbestuurder bij de Industriebond NKV, Eindhoven. Voorts nog Leendert Willem van den Muijzenberg, productiecoöperatie adviseur uit Amsterdam en Frits Reuter, oud-vakbondsbestuurder uit Amsterdam. Het verbaast ons niet dat Stan Poppe, Tweede Kamerlid, Den Haag en onderzoeker en animator van bedrijvenwerk erbij hoort. Van hem wordt overigens niet vermeld dat hij afgestudeerd is in de sociologie. Opmerkelijk is het aantal vakbondssociologen: T. Akkermans, M. Huiskamp, F. Leijnse, A. Teulings en A. Walravens, allen werkzaam aan een universiteit. Zij zullen het nog ver brengen in de wetenschap en / of de politiek. Waar de aanwezigheid van deze universitaire medewerkers natuurlijk in de eerste plaats voor staat is het te prijzen verbond tussen wetenschap en bedrijfsdemocratisering en vakorganisatie. De bestuursleden van de Stichting “Zeggenschap” i.o. zijn R. Allebes, J. Lewis en L.W. van den Muijzenberg. Het meeste werk zal op de schouders van de vier redactieleden hebben gerust: De Geus, Leijnse, Van den Muijzenberg en Verhoeff.

Leendert van den Muijzenberg was de belangrijkste persoon van de initiatiefnemers van het blad. Wat meer over deze indrukwekkende man, ingenieur, communist, verzetsstrijder. Hij is op 7 november 1905 geboren in Warschau. Zijn vader was directeur van een zoutmijn in de buurt van Kiev. Het gezin kwam voor de Eerste Wereldoorlog terug naar Nederland. Leendert studeerde elektrotechniek en trad in dienst bij Philips. Van 1932 tot 1955 lid van de CPN. Lid van het NVV. Voldoende redenen voor Philips om hem te ontslaan. Van 1955 tot 1971 werkzaam bij de Coöperatieve Vereniging Ingenieursbureau Van Steenis. Meer over hem op Wikipedia. Hij overleed op 9 februari 1987 in Amsterdam. Stan Poppe eert Leendert in een In Memoriam. Zeggenschap heeft ter herinnering aan Leendert een mooie brochure over hem uitgegeven. Leendert maakte deel uit van zowel de redactie, de redactieraad als het stichtingsbestuur. Om de zaak goed aan het rollen te krijgen zat hij alleen in het begin even in de redactie. Hij was van mening dat de mensen van de werkvloer de verhalen moesten schrijven. Tot aan zijn overlijden was Leendert voorzitter van het stichtingsbestuur. Daarna nam Stan Poppe het voorzitterschap op zich. Het is een hele opsomming van personen en kengetallen. Het geeft het brede karakter van Zeggenschap goed weer.   

 Jan met de pet 

 In het eerste nummer komen we een soort mission statement tegen onder de kop, Zeggenschap door aktie. De inzet is de grondige democratisering van de bedrijven en de overheidsdiensten. (Naar de taalspelling van die tijd is de c een k.) Het gaat over ervaringen, successen en mislukkingen, met diverse vormen van acties, personeelsvertegenwoordigingen, werkoverleg en vakbondswerk in de bedrijven en overheidsdiensten; berichten over schijn- en ondemocratische ontwikkelingen en praktijken, en de reacties van de betrokken werkers en vakbonden daarop. Het bedrijfsgebeuren komt centraal te staan vanaf de werkplaats. Zeggenschap stelt de actie binnen de bedrijven voorop. Het gaat om de ervaringen van de mensen die in de praktijk werken. Vakbondswerk op de arbeidsplaats zal loyaal, maar niet kritiekloos worden ondersteund. De voorbladen van deze eerste nummers geven al een goed beeld van de onderwerpen die de werkers bezig houden. Zie de illustraties.  A.M. Vleeskens werkzaam bij Unilever-Emery heeft het in een artikel onder de kop Tussen ons gezegd helder verwoord: “We laten onze stem, toen en nu, horen. Een gevleugeld woord binnen onze bedrijfsledengroep luidt: Jan met de pet telt mee. Dankzij het bedrijvenwerk. Dankzij de bedrijfsledengroep. Dankzij het vele werk, dat dikwijls ongezien en ongewaardeerd gedaan wordt door al diegenen voor wie de woorden zeggenschap en medemenselijkheid geen woorden zijn maar zaken, waard om voor te vechten”. Nummer 2 van Zeggenschap staat in het teken van werkoverleg. Koppen van artikelen: Werkoverleg op en af, Werkoverleg een miskraam, Werkoverleg … je hebt makkelijk praten, Ervaringen werkoverleg bij Stork Boxmeer en Heeft werkoverleg zin? Nummer 3 gaat over scholing van ondernemingsraden. Koppen boven de artikelen: Scholing in discussie, Scholing door de bonden, Cursus O.R.- leden, Kennis in zicht? Werkgevers zeggenschap over scholing en Scholing door BLG. Glimlachend lezen we een passage uit een verhaal van Peter de Groot, Cursusleider bij de Henri Polak Stichting (HPS) – NVV. We zitten nog in de tijd dat de directeur van het bedrijf voorzitter van de OR was, “Wie moet je nou meenemen naar zo’n cursus? Verstandig is het om de voorzitter thuis te laten. Tenslotte neemt hij je ook niet mee naar zijn cursussen en dat is te begrijpen: jou en zijn belangen liggen effe anders. Wie je wel mee moet nemen, dat zijn mensen uit je achterban. Bijvoorbeeld een aantal bestuursleden van je bedrijfsledengroep of ondernemingsafdeling, of zomaar een paar collega – bondsleden”.

Roelie van Riel van Coq-Utrecht: “De directeur als voorzitter bijgestaan door een onderdirecteur en een PZ-chef pakt iedereen in als ie dat wil. En dat willen ze zeker!” …

Roelie van Riel van Coq-Utrecht verhaalt over de cursus discussie- en vergadertechniek die de NVV-kandidaten voor de ondernemingsraad hebben gevolgd. De deelnemers hebben veel geleerd. Daarbij viel men terug op eerdere scholingservaring voor de gehele bedrijfsledengroep. Districtsbestuurder en voorzitter van de BLG bepaalden de inhoud, sociologen met ervaring in de vakbeweging hielpen bij de techniek. Die ondersteuning was kennelijk hard nodig, want volgens Roelie: “De directeur als voorzitter bijgestaan door een onderdirecteur en een PZ-chef  pakt iedereen in als ie dat wil. En dat willen ze zeker! We tekenen hierbij aan dat er in een aantal ondernemingen al sprake was van het zogeheten vooroverleg van de ondernemingsraad was, waarbij de directeur/voorzitter OR niet aanwezig was. In deze bedrijven liep men al vooruit op de wetswijziging OR van 1979.  

De lezerskring van Zeggenschap breidt zich al snel van de werkvloer in arbeidsorganisaties en van de vakbeweging uit naar het onderwijs en personeelsafdelingen van bedrijven. Het blijkt een nuttige en inspirerende bron van informatie te zijn voor studenten en docenten van bijvoorbeeld Personeelswerk op de Sociale Academie en faculteiten als sociologie, psychologie en economie op de universiteiten. Niet verrassend met zoveel vakbondssociologen in de redactieraad. Op personeelsafdelingen tref je nogal eens functionarissen aan die gevoed door hun vooropleiding op de academie met een bredere blik dan alleen werving, selectie, introductie en ontslag naar medewerkers en organisatieontwikkeling kijken. 

 Persoonlijke ervaringen 

 Wat persoonlijke ervaringen. Zeggenschap heb ik vanaf het eerste nummer in 1974 gelezen. Op dat moment kon ik me niet voorstellen dat ik er nog eens actief bij zou worden betrokken. In december 1985 leverde ik de eerste bijdrage, een boekbespreking van Steigers weg! Over de geschiedenis van de Bouwbonden NVV en NKV. Ik weet niet of ik me in het rijtje van genoemde vakbondssociologen mag scharen, maar in ieder geval was ik in 1984 aan de Universiteit van Amsterdam afgestudeerd met een boek over de geschiedenis van een vakbond, de ABVA. In 1986 ging ik deel uitmaken van de redactie van Zeggenschap. Mijn werk als trainer en adviseur van ondernemingsraden en cursusleider geschiedenis van de vakbeweging bij de Woodbrookers in Bentveld leverde veel input op voor redactieactiviteiten bij Zeggenschap. Omgekeerd kon ik cursisten een abonnement op Zeggenschap aanbevelen en artikelen als lesstof uitdelen. Wat valt er nog meer te vermelden over Zeggenschap? Van een abonnement voor 12 gulden loopt het op tot 30 en daarna 40 gulden per jaar. Het aantal bladzijden varieert, van 12 tot wel het dubbele, een korte periode verschijnt het in de vorm van een krant. Oplage in de goede tijd 2.500 exemplaren, wel was er vanwege steeds stijgende kosten een voortdurende strijd om de zaak financieel draaiende te houden. Voor de uitgave, de productie van een tijdschrift komt / kwam heel wat kijken. Naast het gesprek over de inhoud, het onderzoekswerk, het leggen van contacten, het afnemen van interviews, het verbeteren van aangeleverde teksten, enzovoort, heb je te maken met de lay-out, de tekstverwerking, foto’s, tekeningen, typewerk, zetwerk, drukwerk, bindwerk en distributie. Redactie- en redactieraadleden komen en gaan. Vele bekende namen. Sommigen blijven een paar jaar, anderen veel langer. Het is duidelijk dat voor de vrijwilligers het redactiewerk naast een drukke baan veel vrije tijd vergt. Met wat lobbywerk slaagt het bestuur erin een gewetensbezwaarde voor de praktische ondersteuning in dienst van de Stichting te krijgen. Van deze nieuwe medewerker werd verwacht dat hij zelfstandig kan werken. Iemand uit de redactie kreeg er nog een taak bij: het inwerken en begeleiden van de gewetensbezwaarde. Gelukkig blijken de opeenvolgende gewetensbezwaarden doelgerichte, intelligente, goed gebekte jongemannen te zijn die dingen snel oppikken. Een betere plek voor vervangende dienstplicht kan ik me moeilijk voorstellen. Voor de betreffende jongemannen blijkt het een springplank te zijn naar een interessante loopbaan in de vakbeweging, de journalistiek en de uitgeverswereld.

De avonden in het redactielokaal in de Bloemstraat 86 in de Jordaan in Amsterdam waren absoluut heel inspirerend. Het kantoortje was verkregen met de hulp van een bevriende wethouder. Hier evalueerden we het net verschenen blad en discussieerden over de inhoud van het komende nummer, taken werden verdeeld. Af en toe een tegenslag. De ruimte was inbraakgevoelig. Een nieuwe computer was een week later al weer gestolen. Speciale aandacht voor de leden van de distributieploeg van Zeggenschap, die een keer per maand, meestal op een vrijdag bijeen kwamen. De gesprekken tussen en met de oudere mannen van de distributieploeg, arbeiders met een verzetsverleden, de meesten lid geweest van de CPN en de Eenheidsvakcentrale (EVC) maakten grote indruk op de jonge gasten. 

 Af en toe zette ieder de schouders onder een wat grotere klus. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan werd er een jubileumconferentie georganiseerd en een jubileumnummer uitgegeven. In het hierin opgenomen midden-katern staan bijdragen op het gebied van arbeidsduurverkorting, werknemersplannen, beloning, arbeidsomstandigheden en technologische ontwikkelingen. Het geheel krijgt een extra feestelijk tintje door de uitgave van wat een veel gelezen boek zou worden Zeggenschap over je werk, geschreven door Frank Pot en Frans van Waarden. Frank Pot (Universiteit Utrecht, daarna TNO) is de voorzitter van de redactieraad. Frans van Waarden werkte destijds op de Universiteit van Leiden, daarna in Utrecht.

Midden jaren tachtig. Het bestuur denkt na over de toekomst van Zeggenschap. Er wordt naar kwaliteitsverbetering gezocht door toetreding tot de redactie van medewerkers uit vormingsinstellingen die kunnen schrijven, het werkveld kennen en cursussen geven aan ondernemingsraden en dienstcommissies. Het januarinummer van 1987 (14e jaargang,nummer 136) gaat Zeggenschap in met een Redactioneel met de vermelding dat het blad in een nieuw jasje zit. We lezen “Meer kleur, een overzichtelijker indeling en nog betere artikelen maken het de moeite waard Zeggenschap in uw brievenbus te laten glijden”. Hieronder is een column opgenomen met de uitdagende titel DWARSLIGGER. De eerste is van de hand van ondergetekende met de kop Taal is kapitaal. Hierin zet ik uiteen dat medezeggenschapsorganen steeds meer worden geconfronteerd met modieuze, maar sinistere termen uit de organisatiekunde. Wees je ervan bewust dat taal een communicatiemiddel is met vele facetten: informatieve, bevrijdende, onderdrukkende, verdoezelende. Een paar voorbeelden. Een bedrijf moet afslanken; dat betekent gewoon dat er sprake is van een reorganisatie, waarschijnlijk worden er mensen op straat gezet. Helaas, we moeten afscheid van je nemen; dat wil dus eveneens zeggen dat je wordt ontslagen. 

 Het is ondoenlijk om recht te doen aan de honderden korte en langere bijdragen uit vijftien jaar Zeggenschap en de betekenis die dat heeft gehad voor de lezerskring. Een enkele keer heeft een artikel zelfs tot Kamervragen geleid.

Zeggenschap van juli / augustus 1986 is gewijd aan de geruchtmakende ontslagzaak van 223 Kaapverdianen bij de Nedlloyd in 1983. … Dit nummer wordt tot ver buiten de normale lezerskring afgenomen.

Een paar krenten uit de pap uit het eerste jaar dat ik bij Zeggenschap zat. We zien dat Zeggenschap aan de weg timmert. Zeggenschap van juli / augustus 1986 is een forse special gewijd aan de geruchtmakende ontslagzaak van 223 Kaapverdianen bij de Nedlloyd in 1983. De redactieleden Jan van de Straten en Guus Aarts hebben er veel tijd aan besteed, interviews gehouden met alle partijen betrokken bij deze kwestie. Dit nummer wordt tot ver buiten de normale lezerskring afgenomen.

In april 1987 komt er een Special uit naar aanleiding van 100 jaar afdeling Amsterdam van de Dienstenbond FNV. Maarten Hoogendam, de voorzitter van de afdeling en tevens redactielid van Zeggenschap heeft er zijn schouders ondergezet. Alle bondsleden in Amsterdam krijgen dit exemplaar van Zeggenschap cadeau. Voor buitenstaanders kunnen de onthullingen de laatste tijd over het zware werk bij de bagageafhandeling en elders op Schiphol nieuw zijn. Een deel van het personeel dat op Schiphol werkt gaat echter al tientallen jaren lang gebukt onder belastende arbeidsomstandigheden.

… in samenwerking met Ria Bergman, verschijnt in mei 1987 een verhaal over onveilig en gevaarlijk werk op Schiphol. Het artikel leidt tot een actie van de ondernemingsraad daar gaat voeren tegen seksuele intimidatie op de werkvloer…

We gaan een kleine veertig jaar terug in de tijd. In een training die ik geef aan de ondernemingsraad van Service Q, een bedrijf dat zich bezighoudt met schoonmaakwerkzaamheden op Schiphol, komen beroerde toestanden ter sprake. Een actieplan wordt opgesteld. Voorts leidt het in samenwerking met Ria Bergman, een medewerkster van Stichting Handen Thuis in mei 1987 tot een verhaal in Zeggenschap over onveilig, gevaarlijk werk op Schiphol. Het artikel is behulpzaam bij de actie die de ondernemingsraad daar gaat voeren tegen seksuele intimidatie op de werkvloer. Titel: Achter de schone schijn van Schiphol. 

 Einde van Zeggenschap 

 Februari 1989 houden we in Bentveld de derde lustrumconferentie van Zeggenschap. Er zijn veel mensen op afgekomen. Interessante inleidingen. Er is een opgewekte stemming, maar bestuursleden hebben zoal hun zorgen over het voortbestaan van het blad. De belangrijkste gebeurtenis in dat jaar is de val van de Muur, waarmee een einde komt aan de Koude Oorlog. De knoop wordt doorgehakt. Ook voor Zeggenschap, Discussiemaandblad voor bedrijfsdemocratisering valt het doek. December 1989 komt het laatste nummer van uit, 16e jaargang, nummer 163. We gaan eens wat bespiegelende bijdragen langs. Nog als de dag van gisteren herinner ik me het gesprek dat ik op maandag 9 november 1989 had met vijf leden van de distributieploeg van Zeggenschap. Het interview is geplaatst met de titel De verzendploeg van Zeggenschap aan het woord. Al eerder heb ik in deze tekst verwezen naar de politieke en sociale achtergronden van deze arbeiders: naast een baan als vanzelfsprekend actief in de vakbeweging, de Communistische Partij van Nederland, in het verzet, de kern of ondernemingsraad. Dankbaarheid van de autoriteiten hebben ze nooit gekregen. Timmerman Jan van Dijk (70) werd vanwege verzetsactiviteiten opgepakt en via Amersfoort naar Duitsland getransporteerd, waar hij vier jaar lang in concentratiekampen doorbracht. Jan van Dijk: “Ik heb mijn leven te danken aan het Rode Leger. Tijdens de hongermars zijn we door de Russen bevrijd. Er waren al 6000 mensen van ons afgeschoten door de Duitsers”.

Op de Tweede Wereldoorlog volgde de Koude Oorlog. De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) hield hen in de gaten. Kameraadschap bond hen. Eenmaal per maand hielpen ze bij het verzendklaar maken van het blad, daarbij werden oude herinneringen opgehaald en de actuele wereldpolitiek becommentarieerd. Het was een bijzondere leerschool voor de jongere toehoorders, geen college op de universiteit kon daar tegenop.   

… de vrijwilligers van de verzendploeg hadden naast hun werk een achtergrond in de vakbeweging, de CPN, het verzet of ondernemingsraad… Dankbaarheid van de autoriteiten hebben ze nooit gekregen…

De terugblik leidt ook tot scherpe observaties en oordelen. Marti Huetink heeft gesproken met Rien Huiskamp, werkzaam bij de Sociaal-Economische Raad en de Vrije Universiteit. Herinneringen van Rien Huiskamp “Leerzame ervaring”. Rien zat van 1974 tot 1978 in de redactie van Zeggenschap en vervolgens tot 1987 in de redactieraad. In februari 1989 hield hij nog een inleiding op de lustrumconferentie. Rien kon zich op een gegeven moment niet meer vinden in de zinsnede in de colofon dat de doelstellingen van ondernemingen in de kapitalistische maatschappij onverenigbaar zijn met volledige bedrijfsdemocratie en daarom de strijd om zeggenschap verbonden is met de strijd voor een democratische omvorming van de maatschappij. Hij zag ook de bijdragen van mensen uit de bedrijven afnemen en Zeggenschap zich gaandeweg meer richten op algemeen vakbondsbeleid. 

 Aan het eind van de jaren zeventig lanceren de commerciële uitgeverijen Samson en Elsevier / Welboom respectievelijk de vakbladen OR-Informatie en Ondernemingsraad/Praktijkblad voor Medezeggenschap. Er wordt geld ingestoken. Zij veroveren de markt. De hoofdredacteuren van deze twee met Zeggenschap verwante bladen hebben altijd sympathiek gestaan tegenover het wat oudere door vrijwilligers gerunde Zeggenschap. Ze geven eenzelfde plaatsbepaling van Zeggenschap. Hugo Klooster van het Praktijkblad voor Medezeggenschap in Adieu BLG-platform. Hij vindt het jammer dat Zeggenschap in de loop der jaren van zijn koers is afgeweken, “Terwijl het tijdschrift zich oorspronkelijk vooral op de micro-bedrijfsdemocratisering wierp, maakte het na 1979 de fout de professionele vakbladen op het gebied van ondernemingsraden te willen volgen. Vrijwilligerswerk legde het af tegen betaalde arbeid”. Hij is van mening dat Zeggenschap had moeten proberen een BLG-platform te blijven. Gerard de Bruijn van OR-Informatie benadrukt dat vakbonden en ondernemingsraden elkaar moeten ondersteunen en versterken. Zeggenschap heeft met de vakbladen krachtig bijgedragen aan de “stille revolutie” die zich de voorgaande tien jaar in bedrijven en instellingen heeft voltrokken. Hij eindigt zijn betoog met de constatering dat er wellicht nog een toekomst voor Zeggenschap had kunnen zijn gelet op het hangende Wetsontwerp vakbondswerk in bedrijven uit 1981 dat eindelijk een kans maakt. We weten dat dit wetsontwerp het in de Kamer niet heeft gehaald. OR-Informatie en Ondernemingsraad bedienen anno 2024 nog steeds de markt van medezeggenschap. De meeste ondernemingsraden hebben wel een abonnement op een van deze twee bladen. Voor Ondernemingsraad heb ik meerdere artikelen geschreven over de geschiedenis van een ondernemingsraad. Voor OR-Informatie heb ik drie jaar lang elke maand een bijdrage verzorgd in de rubriek sPeerpunten. Ik denk er met plezier aan terug. 

 We hebben nu drie bladen genoemd over medezeggenschap. Maar vanzelfsprekend schreven de vakbondsbladen daar ook wel eens over. Voorts richtte een groep kritische vakbondsleden in 1983 Solidariteit op, blad voor een strijdbare vakbeweging, dat elke twee maanden tot 2004 is uitgekomen. Totaal 120 nummers. De laatste tien jaar schreef ik daarin een artikel – vaak ook over medezeggenschap – in de rubriek Verborgen arbeid vergeten arbeid. Daarna is het blad digitaal voortgezet als Solidariteit Webzine. Dat brengt om de veertien dagen op zondag een “commentaar” en “extra`s” uit die het brede en internationale terrein bestrijken van economie, arbeid, politiek, organisatie, beweging en strijd. 

 Met de Wet op de ondernemingsraad van 1979 trad er een nieuwe fase in voor de medezeggenschap van werknemers in Nederland. De ondernemingsraad werd verzelfstandigd, dat wil zeggen dat de directeur niet langer meer deel uitmaakte van de ondernemingsraad. Daardoor konden in het vervolg de leden van de ondernemingsraad ongedwongen zonder de aanwezigheid van de directeur als voorzitter van de OR in eigen kring overleggen, beslissingen nemen en zich voorbereiden op de overlegvergadering met de directeur. Een tweede belangrijk punt was dat de OR uitgebreide advies- en instemmingsbevoegdheden kreeg op organisatie- en personele vlak. Een derde punt is dat de OR beroepsrechten kreeg bij onder andere kantonrechter en Ondernemingskamer. Scholingsrechten voor de OR werden geborgd, meerdere dagen per jaar en betaald door het bedrijf. Het leidde tot c.q. versnelde een netwerk van ondersteuningsvormen rondom medezeggenschapsorganen: op het vlak van scholing, vorming en begeleiding, vakbladen, advocatenkantoren, enzovoort. Een opmerkelijk bedrijfstakje. Met als toeziend oog het in 1976 opgerichte Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) komt er een ware professionalisering van de medezeggenschap van de grond. Door de sterkere positie van de OR trad er een onbedoeld effect op: de bedrijfsledengroep van de vakbond werd als het ware de wind uit de zeilen genomen. Uit eigen waarneming kan ik vaststellen dat je in de eerste helft van de jaren tachtig vaak dezelfde mensen in de BLG zag als in de OR. Dubbel werk en tijdsbesteding dus. Overigens zijn er her en der nog wel krachtige vakbondsgroepen en worden ondernemingsraden wanneer nodig ondersteund door een vakbondsbestuurder of een door de bond ingehuurd advocatenkantoor. Het vakbondswerk krijgt in de Wet OR uiteraard wel een plek: conform art. 27 WOR moet de OR toezien op de naleving van de CAO en in de CAO kunnen extra faciliteiten en bevoegdheden aan een OR worden toegekend. Naast het verschil tussen betaalde professionele krachten en vrijwilligerswerk is het grote onderscheid tussen de twee professionele vakbladen en Zeggenschap mijns inziens vooral de wat neutrale op een brede groep van ondernemingsraden gerichte insteek aan de ene kant en de meer politieke, maatschappelijke, activistische opstelling aan de andere kant. Van Stan Poppe, de voorzitter van het Stichtingsbestuur van Zeggenschap en sinds 1986 eveneens de voorzitter van de Vakbondshistorische Vereniging (VHV) heb ik geleerd dat sociale en politieke democratisering twee kanten van dezelfde medaille zijn. Het “oude” Zeggenschap heeft geprobeerd daaraan vorm en inhoud te geven. In de laatste Dwarsligger kondigt Stan Poppe onder de kop Afscheid en nieuw begin het einde van het discussiemaandblad aan, maar heeft hij voor de lezer niettemin een verrassing in petto. Zeggenschap herrijst als een kwartaalblad, Tijdschrift voor vakbewegingsvraagstukken. De doelgroep van schrijvers en lezers is breder dan voorheen: toonaangevende functionarissen, bestuurders en medewerkers van de FNV naast met de vakbeweging sympathiserende buitenstaanders. Over dit blad valt eveneens een terugblik op papier te zetten, maar dat is voor een ander. 

Harry Peer 

 Mei / juni 2024