Het geheugen van de vakbeweging

Vakbond Sint Martinus

Vertrekkend FNV-voorzitter Ton Heerts doorstaat de vergelijking met de heilige Martinus

De rooms-katholieke cultuur is vol symboliek. Ook in de arbeidersbeweging. Vlaggen en vaandels getuigen daarvan. In meerdere plaatsen in ons land hebben kleermakers hun vakvereniging genoemd naar St. Martinus. Bijvoorbeeld in Nijmegen en in Amsterdam. Kleermakers, ze werden ook wel liefkozend ‘ridders van de naald’ genoemd.

De heilige St. Martinus deelt zijn mantelDe heilige St. Martinus deelt zijn mantel

Waarom de naamgeving naar Martinus? Wanneer we de vroegchristelijke geschiedenis kennen of op een rooms-katholieke school hebben gezeten, kunnen we het zo oplepelen. Talrijke parochies om te beginnen in Frankrijk, maar ook in Nederland zijn genoemd naar de heilige Martinus. Zelf bezocht  ik vroeger in de parochie Sint-Martinus te Oud-Zevenaar de rooms-katholieke lagere school Sint-Martinus en was er misdienaar in de nabijgelegen Sint-Martinuskerk.

Bezit delen

We zien het beeld  voor ons. Vanaf zijn paard gezeten deelt Martinus bij de stadspoort van Amiens in 336 of 337 zijn mantel met een onder de bittere kou lijdende blinde bedelaar. Nadien verscheen Jezus in een droom. Een stuk kleed werd overgedragen, dat zal het verband van de kleermakers en naaisters zijn met Martinus. De les die je uit Martinus’ gebaar moest trekken was de bereidheid om je bezit met noodlijdenden te delen.  Het heeft niets aan betekenis verloren.  
Onlangs was ik in Tours, een oude en mooie historische plaats een uur ten zuiden van Parijs. Het kan de bezoeker niet ontgaan. Hier wordt groots het  1700-jarig bestaan van de heilige Martinus gevierd. Hij werd geboren in Hongarije in 316, tot bisschop van Tours benoemd in 371 en zijn stoffelijk overschot werd er in 397 ter aarde besteld. Pelgrims komen al vanaf de vijfde eeuw in groten getale naar de basiliek St-Martin, waar in een graftombe relikwieën van de vereerde priester zijn opgeborgen.
Opmerkelijk genoeg siert de aanduiding Martinus ook een vakvereniging van militairen. Maar eigenlijk is dat ook weer niet zo vreemd, want Martinus was de zoon van een Romeins tribuun; op zijn vijftiende trad Martinus in de voetsporen van zijn vader. Martinus bleef soldaat tot zijn 42ste. In de kapel van de kerk staan vele inscripties op de muren gegrift, van parochies, liefdadigheidsorganisaties, militaire bataljons en een enkele arbeidersvereniging.

Militairen

Vergeefs heb ik gezocht naar een vakbond uit Nederland.  Maar die zijn er dus wel geweest. In 1911 werd het Rooms-katholieke Verbond van Onderofficieren Sint Martinus opgericht. Tot 1978 gaf hij het blad Mijn Schild uit. Daarna zette hij voor een periode van vier jaar het bestaan voort als FACOM (Federatie van Algemene Christelijke Organisaties van Militairen) en vanaf juni 1982 als ACOM.
We kunnen de vertrekkende FNV-voorzitter Ton Heerts trouwens wel vergelijken met de heilige Martinus. Hij komt eveneens uit het oosten en zette zich al jong als misdienaar en daarna als beroepsmilitair, volksvertegenwoordiger en vakbondsbestuurder in voor zijn naasten. Hij heeft de FNV door moeilijk vaarwater geloodst in een periode waarin de verzorgingsstaat versneld wordt afgebroken en de werknemer en gepensioneerde aan alle kanten worden gepakt. Een bedevaartsoord zal er voor hem niet komen, maar respect voor zijn inzet en prestaties en de dankbare herinneringen van de achterban geven hem wel een plek in de geschiedenisboeken.
We pakken de draad weer op.  Militairen zijn vanuit de aard van hun beroep gezagsgetrouw. Maar wat te doen als je meerdere heren hebt te dienen, die tegengestelde eisen stellen? Naar aanleiding van het Mandement van de bisschoppen in 1954 komen er opvallend kritische geluiden uit vakbond Martinus. H.J. Gelens, waarnemend secretaris, schrijft namens het bestuur van de afdeling Haarlem van zijn bond een brief aan het plaatselijk bestuur van de KAB.  
De verontwaardiging klinkt door in zijn schrijven. Wat hebben de bisschoppen te maken bij welke vereniging men zich aansluit? Hij veroordeelt de dwang die de bisschoppen gebruiken om de gelovigen te binden. Gelens wijst erop dat men al 9 jaren praat over samenwerking, doorbraakgedachte en dergelijke en dat nu de bisschoppen de katholieken verbieden om hun goede wil te tonen. Hij voorspelt dat het Mandement veel leden gaat kosten en sluit af met: ”De Bisschoppen moeten zich maar bij het Geloof houden en zich niet bemoeien met politiek of vakbeweging, dat gaat Hun niet aan.”

Paus Franciscus I

Met paus Franciscus I wordt het opnieuw spannend.  De Heilige Vader gaat nog een stap verder dan Sint Martinus. Wanneer de rijken, wanneer de werkgevers niet vrijwillig met de medemens willen delen, dan zal God de staf over hen breken. Paus Franciscus I medio februari  2016 bij zijn bezoek aan werkgevers in de Mexicaanse stad Ciudad Juarez: “God zal hen bestraffen die werknemers uitbuiten en ze gebruiken.” Met zo’n steun in de rug moeten vakbondsbestuurders wel sterk staan bij de cao-onderhandelingen
Harry Peer
Maart 2016