Henk Muller over vakbeweging en jongerenorganisaties
Podcast: van ‘Jonge Strijd’ naar FNV Jong
Je kunt Henk Muller zonder meer betitelen als een ‘éminence grise’ in de Nederlandse vakbeweging, en in het bijzonder van het NVV en later de FNV.
Terecht noemt het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis hem in een marathon-video-interview een ‘vakbondsman in hart en nieren’.
Henk, geboren in 1942 en opgeleid tot onderwijzer, is bijna 25 jaar lid geweest van het Federatiebestuur van de FNV, waaraan hij na zijn pensionering een passend vervolg gaf door tot 2021 deel uit te maken van het VHV-bestuur.
Maar zijn vakbondsleven begint in de jaren ’60, bij de jongerenorganisatie van het NVV, Jonge Strijd. Eerst als vrijwilliger, en daarna, tussen 1962 en 1965, als bezoldigde. Uit die periode stamt ook de foto boven dit artikel. Gemaakt n.a.v. zijn afscheid bij ‘Jonge Strijd’ in 1965, Henk was toen 23.
|
Later – van 1977 tot 1982 – wordt vakbondsjongerenwerk deel van zijn takenpakket als federatiebestuurder van de pas gevormde FNV. Geen eenvoudige klus, want hij moest de niet steeds op goede voet met elkaar staande jongerenclubs NVV-Jongerencontact en KWJ zien te bewegen tot een broederlijk samengaan in FNV-verband.
‘KWJ’, de afkorting stond voor ‘Katholieke Werkende Jongeren’, en de organisatie was dan ook bedoeld als jongerenorganisatie van het katholieke NKV. Maar in de jaren ’70 verdwijnt de invloed van de kerk, nemen de spanningen met het NKV soms stevig toe, en krijgen de letters KWJ meer de uitstraling van ‘Kritiese Werkende Jongeren’.
In 2024 had ik een lang en boeiend gesprek met Henk. Het komt, verdeeld over 3 podcastafleveringen, online.

In het eerste deel vertelt Henk met passie over ‘zijn’ jaren ’60, en daarmee over een, bekeken door de ogen van 2025, compleet andere tijd. We hebben het dan vooral over zijn jaren bij ‘Jonge Strijd’, waarop hij nog steeds met veel warmte terugkijkt. Hij verhaalt hoe in de jaren ‘50 en ‘60 een vakbondsjongerenorganisatie functioneerde, wat ze zoal deden en niet in de laatste plaats: over de voor die periode kenmerkende onderlinge kameraadschap.
Jan Verhagen
Februari 2025