
Weblog ‘Lodewijk de Waal herinnert zich’ (7)
Apartheidsregime: geen flauw idee wat er leeft in Zuid-Afrika
De FNV Dienstenbond had altijd een bijzondere belangstelling voor de bonden in zuidelijk Afrika. Toen wij als Dienstenbond een uitnodiging voor hun congres ontvingen, gaven wij daaraan graag gehoor. Dat was minder vanzelfsprekend dan je nu zou denken. Feitelijk had de vakbeweging internationaal een stevige blokkade tegen het apartheidsregime afgekondigd.
Vakbondsactiviteiten niet boycotten

Ook de FNV was niet erg enthousiast over deze ‘alleingang’ van een bestuurder van de Dienstenbond. Ik vond het echter onzin om vakbondsactiviteiten ook onder de boycot te laten vallen; hoe kon je anders echt hulp verlenen? Dus ging ik op pad naar de ambassade waarvan ik de buitenkant goed kende, omdat wij daar veel hadden staan demonstreren. Best speciaal om de ambassade eens van binnen te zien. Na enige ondervraging (met wie gaat u contact leggen, waar verblijft u?) kwam er een voorwaarde voor het verlenen van het visum. Ik zou ook moeten gaan praten met het ministerie van Mannekrag om ook de andere kant van de medaille te onderzoeken. Mannekrag is Afrikaans voor ‘personeel’ of ‘mankracht’.
Dat was gauw toegezegd. Als ik daar eenmaal was, zou ik wel zien. Maar hoe kom je in Zuid-Afrika als je de KLM moet boycotten? Ik vond een Luxemburgse vliegmaatschappij die regelmatig op Johannesburg vloog, met een tussenstop in Kenia.
Knal uit motoren
Die tussenstop ging trouwens gepaard met een geweldige knal uit een van de motoren. We moesten allemaal het vliegtuig verlaten en keken vanuit de vertrekhal toe. Er kwam een monteur aan met een laddertje en een schroevendraaier, terwijl zijn collega met een dik boek liep en vragen beantwoordde. Na een half uur mochten we weer instappen, maar het was mij bang te moede. Bovendien was ik er achter gekomen dat het vliegtuig eigendom van de apartheidsregering was en gebruikt werd om de boycot te omzeilen. Had ik nu maar gewoon bij de KLM geboekt…

Tanken bij SHELL
Mijn vakbondsvrienden hadden in Johannesburg een busje klaarstaan en we reden naar een benzinestation van SHELL… Zij waren erg verbaasd toen ik hen vertelde over de pogingen in Nederland SHELL te boycotten. Ik maakte geen enkele indruk met mijn verhaal. Je moest toch benzine kopen en andere maatschappijen deugen toch ook niet? Toen ik vertelde over het in brand steken van de Makro om hen te dwingen zich uit Zuid-Afrika terug te trekken waren zij het daarmee ook heel erg oneens. Het betekende in de praktijk dat het redelijke Nederlandse management weg was en dat de heel wat minder fijn besnaarde ‘boeren’ nu met harde hand het bedrijf leidden. Ze stelden zelfs voor dat ik bij SHV schadeloosstelling zou gaan vragen.
Het congres begon twee dagen te laat maar dat scheen niemand erg te vinden. Men vermaakte zich met zang en dans en ik had de mogelijkheid met veel activisten te praten. Wel kreeg ik steeds berichten van het ministerie van Mannekrag wanneer ik langs zou komen. In overleg met mijn collega’s maakte ik met het ministerie een afspraak.

In gesprek met Hitchcock
Toen ik zei dat ik de trein naar Pretoria zou nemen, was het even stil aan de andere kant van de lijn. Dat zou ik niet overleven. De trein was voor zwarten… Ze stuurden een comfortabele auto en ik ging in gesprek met een man die Hitchcock bleek te heten. Je verzint het niet.
Het werd een gesprek vol onbegrip. Het begon er al mee dat hij dacht dat ik te gast was bij de blanke bonden. Daar had zijn ministerie wel contact mee. Hij wist niets van zwarte bonden. Geen sociale zekerheid, geen medische voorzieningen, geen pogingen werk te creëren of voor elektriciteit en schoon water te zorgen. Niets van dat alles vond hij nodig. Wat moeten die mensen dan? Moeten ze misschien uit stelen gaan?
Nee, dat kon ook niet; mijn uitputtende vragen leken in zijn kringen nooit gesteld te zijn. Aan het eind van het gesprek gaf hij mij een stapeltje documenten mee en keek hij mij treurig aan. Hij zei: “Weet u wat het is, meneer De Waal, er zijn er gewoon te veel…”

Luisteren naar muziek in Soweto
In de auto op de terugweg zat ik in de documenten te bladeren die hij meegeven had. Waar ik eerst dacht dat zij mij met de een of andere minkukel hadden opgescheept, zag ik plotseling een voorwoord bij het jaarverslag. Hij was de hoogste ambtenaar op het ministerie. Een topman die vrijwel niets van zwarte bonden wist. Toen ik hem vertelde dat ik in Soweto tot diep in de nacht in een club naar muziek had geluisterd, zei hij: ”Dat is onmogelijk. Dat had u niet overleefd.” Hij had geen flauw idee wat er zich in zijn land afspeelde.
Lodewijk de Waal
Oud- FNV- en oud-VHV-voorzitter
Oktober 2025
