Het geheugen van de vakbeweging

Canon van de Geschiedenis vn Nederland
Geschiedenis van Nederland. De canon van ons vaderlands verleden van Gerben Graddesz Helllinga: “Het oog van de kijker richt zich als vanzelf als eerste op Willem Drees, middenin opgenomen”


Marga Klompé vervangt Willem Drees

Kanttekeningen bij de nieuwe Canon van Nederland                

“De Nederlandse geschiedenis is groots omdat het land in de eerste plaats wordt gekenmerkt door aanpassingsvermogen en creativiteit,
waardoor het al minstens zes eeuwen lang in de voorste gelederen heeft gestaan van internationale ontwikkelingen.
Zo speelde Nederland een leidende rol in de ontwikkeling van de moderne economie, was het een bron van technische innovaties
– niet alleen op het gebied van watermanagement – en een vruchtbare voedingsbodem voor tal van kunstzinnige en intellectuele uitingen.
In de zeventiende eeuw was Nederland zelfs een van de grootste wereldmachten”. 
(James C. Kennedy, Een beknopte geschiedenis van Nederland, p. 8.)

“De gedachte dat er objectiveerbare beginselen zouden bestaan op grond waarvan bepaalde gebeurtenissen, personen en artefacten
aanspraak zouden kunnen maken op bijzondere status, om bij elkaar dan ook nog eens gezamenlijk dé canon uit te maken,
komt zeker niet alleen fervente postmodernisten en politiek-correcten als een drogbeeld voor. Zoiets moet wel gepaard gaan
met blinde vlekken en geniepige uitsluitingsmechanismen: ten aanzien van culturele minderheden, van vrouwen, van al het waardevolle
in de zogenaamde marge tot aan individuele gevallen van flagrante miskenning toe”. 
(Entoen.nu. De canon van Nederland. Rapport van de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon, p.19. Den Haag 2006.)

We bladeren door Geschiedenis van Nederland. De canon van ons vaderlands verleden van Gerben Graddesz Helllinga, uitgegeven in 2007 (foto boven). Vijftig vensters geven ons een kijk op de geschiedenis van Nederland. Na een lange inleiding gaat het verder met een verhaal over de Hunebedden (3000 jaar voor Christus), het vijftigste opstel eindigt met Europa (vanaf 1945). Op de veelkleurige omslag van het boek staat een groot aantal portretten en enkele andere afbeeldingen. Het oog van de kijker richt zich als vanzelf als eerste op Willem Drees, middenin opgenomen. Zien we hem nog terug bij het volgende overzichtswerk? De nieuwe Canon van Nederland roept veel vragen op en leidt voor de voorzitter van de commissie James C. Kennedy en zijn vakgenoten tot de gewenste discussie. Van de vijftig vensters zijn er maar liefst tien veranderd. De Nederlandse geschiedenis is tot 2006 hetzelfde gebleven, dus onze kijk erop moet in een hele korte tijd ingrijpend zijn gewijzigd. We richten ons op het verdwijnen van de belangrijkste vensters.

Willem Drees

Het meest omstreden is wel het wegpoetsen uit de Canon van staatsman Willem Drees, geliefd van links tot rechts. Willem Drees (1886-1988), een leven dat beroepsmatig begon als stenograaf, in welke hoedanigheid hij ook de Tweede Kamer leerde kennen. Vele jaren was hij lid van vakbond Mercurius. In het voorjaar van 1903 demonstreerde de 16-jarige Drees mee met degenen die de spoorwegstakers steunden. Een jaar later werd hij lid van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Het is onmogelijk in dit korte bestek alle politieke en bestuurlijke functies van Drees op te sommen. De belangrijkste. In 1910 bestuurslid van de Haagse afdeling van de SDAP, in 1911 voorzitter, in 1913 raadslid. Drees behoorde tot de eerste rode wethouders in ons land,  van 1919 tot 1933 was hij wethouder in Den Haag, het gehele interbellum lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.  In 1933 werd hij lid van de Tweede Kamer, later ook nog voorzitter van de SDAP-Kamerfractie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Drees deel aan het verzet en was een jaar lang als gijzelaar geïnterneerd in Buchenwald. In de kabinetten-Schermerhorn en -Beel (1945-1948) was hij minister van Sociale Zaken, vervolgens minister-president tot december 1958.  Drees’ naam is ten nauwste verbonden met de rooms-rode kabinetten (KVP en PvdA), de dekolonisatie van Indonesië en de wederopbouw van Nederland. Hij was een man met een sobere levensstijl, geheelonthouder, nuchter, bescheiden, enorm geliefd door de Noodwet Ouderdomsvoorziening (1947) en de Algemene Ouderdoms Wet (AOW, 1956). “Vadertje Drees” is de belangrijkste en meest bekende voorvechter van de verzorgingsstaat geweest”, noteert G.G. Hellinga. “Van Drees trekken” is een begrip geworden in ons taalgebruik. Willem Drees uit de Canon. Ik kan het nog steeds niet geloven. Het geeft me een verweesd gevoel, alsof mijn ouders zonder opgaaf van redenen plotsklaps uit de ouderlijke macht zijn gezet en mijn tante voor me gaat zorgen.

Marga Klompé

Marga Klompé tijdens de Vietnam-demonstratie van 1973
“… Op 6 januari 1973 liep Klompé mee in de Vietnam demonstratie in Utrecht. Voor een KVP-kopstuk heel bijzonder…”

Willem Drees is vervangen voor Marga Klompé (1912-1986). Een markante vrouw van katholieke huize. Gerard Mostert heeft een knappe biografie over haar geschreven Marga Klompé 1912-1986.  Klompé’s politieke loopbaan is eveneens goed te volgen in Monique Leyenaars Hare Excellentie. 60 jaar vrouwelijke ministers in Nederland (2016). Na HBS-B in Arnhem studeerde Marga Klompé scheikunde en promoveerde vervolgens in de wis- en natuurkunde. In de Tweede Wereldoorlog verpleegster aan de Grebbelinie en koerierster in het verzet. Ze begon haar beroepsleven als docente aan het katholiek middelbaar onderwijs voor meisjes. Talloze functies in de politiek en in het maatschappelijk leven, nationaal en internationaal. Ze heeft zich altijd moeten invechten in mannenbolwerken. In de biografie is een foto opgenomen waarin ze als enige vrouw tussen 77 mannen bij de Europese Kolen en Staal Gemeenschap zit. Lid van de Tweede Kamer voor de Katholieke Volkspartij (KVP) van 1948 tot 1956 en van 1963 tot 1966.

Klompé werd de eerste vrouwelijke minister in ons land. In 1956 trad ze toe tot het vierde kabinet-Drees. Als minister van Maatschappelijk Werk bereidde ze de Algemene Bijstandswet (ABW) voor die in 1963 door de Tweede en Eerste Kamer werd aangenomen en op 1 januari 1965 in werking trad. In de biografie lezen we dat Tjeenk Willink haar bij de behandeling van het wetsontwerp in de Eerste Kamer schertsenderwijze een waardig opvolgster noemde van Karel V, die in 1531 de eerste armenzorgregeling had uitgevaardigd. De ABW beschermde tegen de armoede en maakte het mogelijk dat vrouwen konden scheiden, omdat ze financieel onafhankelijk konden worden van hun man. De wet haalde de bijstand uit de sfeer van de caritas. “Van genade naar recht”,  typeerde Klompé. In de Canon Sociaal Werk Nederland worden Klompé’s initiatieven op sociaal vlak in historisch perspectief geplaatst.

Als minister maakte Klompé vijf minister-presidenten mee. Van 1966 tot 1971 was ze minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). In 1971 was ze de eerste vrouw die tot minister van Staat werd benoemd. Op 6 januari 1973 liep Klompé mee in de Vietnam demonstratie in Utrecht. (foto) Voor een KVP-kopstuk heel bijzonder. Zelf was ik daar ook aanwezig. Ik heb haar daar niet gezien, maar wel herinner ik me hoe massaal en emotioneel steeds maar weer werd gescandeerd: Nederland uit de NAVO, Nederland uit de NAVO. Klompé’s partijgenoot en secretaris-generaal van de NAVO, diehard Joseph Luns zal zich eraan hebben geërgerd. Klompé was ook vele jaren actief in het kerkelijk leven. Nog op hoge leeftijd als vicevoorzitter van de Sectie Internationale Zaken van de Raad van Kerken in Nederland. Klompé’s verdiensten voor de Nederlandse samenleving of voor de emancipatie van de vrouw waren natuurlijk ook al bekend of hadden dat kunnen zijn ten tijde van de eerste Canon.

De tijden veranderen, Klompé staat zelfs niet eens genoemd in het eerder aangehaalde ruim vierhonderd bladzijden tellende boek van James C. Kennedy over de Nederlandse geschiedenis uit 2016. Het is duidelijk dat Klompé een baanbreekster was en we krijgen de indruk dat ze als een rolmodel wordt gepresenteerd voor de huidige generatie vrouwen. Ze was in ieder geval niet representatief voor haar generatie vrouwen: ze was ongetrouwd en rookte. Tot eind jaren vijftig werden vrouwen na hun huwelijk ontslagen of zegden als vanzelfsprekend hun baan op. Tot 1956 gold de handelingsonbekwaamheid voor gehuwde vrouwen. Klompé bouwde met sociale zekerheidswetten in de jaren zestig van de vorige eeuw voort op Drees, beide wisten het gemeenschappelijke in hun politieke achtergrond goed met elkaar te verbinden.

Dubbelportretten

Marga Klompé en Willem Drees
Marga Klompé: “Ik mag Drees bijzonder graag. Hij is natuurlijk conservatief, dat was hij ook al toen hij minister-president was, maar hij heeft natuurlijk grote verdiensten gehad voor het vaderland, ook omdat hij een vaderfiguur is en dat is eigenlijk wat het volk nodig heeft, een vaderfiguur”.

Klompé verdient de volste aandacht, maar was het niet eleganter en historisch verantwoorder geweest Drees en Klompé als dubbelportret in een venster op te nemen? Dat kan, de West-Indische Compagnie (WIC) is ook toegevoegd aan de VOC en achter het venster Saartje Burgerhart treffen we de namen aan van Aagje Deken en Betje Wolf. Klompé en Drees raakten goed bevriend met elkaar. Nog vlak voor haar dood in 1986 vertelt ze dat ze hem een paar keer per jaar opzoekt, “Ik mag Drees bijzonder graag. Hij is natuurlijk conservatief, dat was hij ook al toen hij minister-president was, maar hij heeft natuurlijk grote verdiensten gehad voor het vaderland, ook omdat hij een vaderfiguur is en dat is eigenlijk wat het volk nodig heeft, een vaderfiguur”.

Marga Klompé kon het grapje over de vergelijking met Karel V niet waarderen, schrijft de Leeuwarder Courant. Naar het waarom kunnen we gissen, maar zeker niet omdat Karel V (1500-1558) onbelangrijk was voor de geschiedenis van de Lage Landen. Eeuwenlang is de schoolkinderen in Nederland (en België) voorgehouden dat keizer Karel V  een soort god was van een wereldrijk waarin de zon nooit onderging. In het canon-boek van Hellinga krijgt Karel V (naast Erasmus) van alle vensters de meeste bladzijden – zes – toegedeeld. Nu heeft hij geforceerd plaatsgemaakt voor zijn grootmoeder Maria van Bourgondië, wellicht ondersteund door het bejubelde boek van Bart van Loo De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen. Ook hier had het voor de hand gelegen Maria van Bourgondië en Karel V als dubbelportret in een venster te volgen.  De continuïteit in het streven naar centralisatie dat door de Bourgondiërs was ingezet en werd voortgezet door Karel V en de Habsburgers zou dan goed te volgen zijn. Maria van Bourgondië (1457-1482) – dochter van Karel de Stoute –  ondertekende in 1477 het Groot Privilege, een soort grondwet waarin de privileges van de afzonderlijke gewesten en staten werden vastgesteld. Maria is niet oud geworden. Op haar 25-ste kwam ze tijdens de jacht ten val onder haar paard met de dood als gevolg. Ze liet drie kinderen na onder wie Filips de Schone die in 1496 trouwde met Johanna van Castilië. Uit dit huwelijk werd Karel V geboren. Bij genoemde centralisatie moeten we denken aan de standaardisatie van wetgeving en rechtspraak zodat het bestuur van alle staten en gewesten gestroomlijnd kon worden en de keizer effectiever controle kon uitoefenen over zijn onderdanen, schrijft Kennedy in zijn studie over Nederland.

Twee nieuwe vensters

De overige vensterwijzigingen in de Canon laten we voor wat ze zijn. Nog wel met de pijnlijke vaststelling dat ook Floris V (1254-1296), Graaf van Holland, uit de canon is gezet. Hij was bestuurder van het gebied dat gezien kan worden als de kern waaruit het latere Nederland zich zou ontwikkelen. Onder zijn bewind zijn de Ridderzaal op het Binnenhof en het Muiderslot gebouwd. Toen boeren “Der Keerlen God” uit het Muiderslot wilden bevrijden, vermoordden zijn vijanden hem.

We hebben twee vensters over om in te vullen. Ik stel twee vensters voor die meer een lange termijn ontwikkeling in onze geschiedenis behelzen. Als eerste een venster van de groene geschiedenis van Nederland. Scholieren zullen daar alleen al gelet op de grote betrokkenheid bij de gevolgen van de klimaatverandering en hun massale deelname aan klimaatdemonstraties zeer in geïnteresseerd zijn. Er valt dan waar te nemen hoe door de eeuwen heen de natuur, het landschapsbeeld, het waterrijke Nederland en het Nederland van de klei, het veen en de zandgronden, de flora en de fauna door bijvoorbeeld temperatuurwisselingen beïnvloed zijn. Denk aan de zogeheten Kleine IJstijd van 1550 tot 1700. Daarbij kan worden uitgelegd wat dat betekent heeft voor de economie, het welzijn van de bewoners en het bestuur van het land.

Bij het tweede venster denk ik aan sociale geschiedenis. Hierin plaatsen we pontificaal 1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, samengesteld door Els Kloek. Een buitengewoon boeiend boek van meer dan 1500 bladzijden, een naslagwerk met plezierig leesbare biografische schetsen van vele gewone en buitengewone vrouwen. Trijntje staat er niet in, maar over haar kunnen we nu lezen en kijken in het eerste venster van de canon. Er is in dit verband zoveel interessants. Arie van Deursen heeft inlevend geschreven over het leven van gewone mensen in de zestiende en zeventiende eeuw. Over de ambachtsman, de visser, de matroos en de huursoldaat, over de materiële kanten van hun bestaan, hun vrije uren en hun geloof.  Met het vertrek van Willem Drees uit de canon verdwijnt ook de term arbeidersbeweging. Het is een breed begrip voor mensen en organisaties die zich vanaf de industrialisatie rondweg 1870 inzetten voor politieke en sociale grondrechten, voor redelijke arbeidsvoorwaarden en veilig en gezond werk voor mannen en vrouwen, van welke kleur en gezindheid ook. De initiatieven en prestaties van arbeid(st)ers en hun vakorganisaties kunnen voor het voetlicht worden gebracht. Daarbij gaat het zowel om de inzet voor een loon om van te kunnen rondkomen als de fondsenvorming voor onderlinge steun bij ziekte, ongevallen, ouderdom en begrafenissen. Minister A.S. Talma was in 1913 een voorloper van Drees en Klompé met zijn verzekeringswetten, de herziening van de Arbeidswet en de beschermende wetsbepalingen inzake de werkzaamheden van een aantal beroepen.

Van een karig bestaan voor velen in de negentiende eeuw en het algemeen kiesrecht rondom het eind van de Eerste Wereldoorlog op weg naar de verzorgingsstaat van de jaren zeventig.  Met een gigantische woningnood, grote problemen in de zorg en miljoenen flexwerkers anno 2020 is er ergens iets flink fout gegaan de laatste decennia. Op de website van de VHV kunnen we kijken naar en een uitgebreidere invulling geven aan de Canon van de Vakbeweging.

Harry Peer
Juli 2020