Hun strijd, onze strijd, internationale solidariteit!” Van oudsher is de vakbeweging internationaal georiënteerd. In de organisatieontwikkeling van de Nederlandse vakbeweging zijn op gezette tijden impulsen vanuit het buitenland gekregen. Omgekeerd heeft de Nederlandse vakbeweging impulsen gegeven aan de internationale vakbeweging. Op de website Het geheugen van de vakbeweging zal geleidelijk aan aandacht worden besteed aan de verschillende aspecten van de internationale samenwerking in de vakbeweging, aan de dilemma’s die zich daarbij voordoen en aan prangende vragen vanuit het heden.
1. Vakbeweging met als kern internationale solidariteit; maar solidariteit is moeilijk, want:
1. nationale belangen wegen zwaar
2. ondergeschiktheid aan politiek of religie
3. moeilijk grijpbare internationale bedrijven en werkgevers
1. de 8-urendag of arbeidstijdverkorting
2. sociale en arbeidswetgeving
3. arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen
1. kort overzicht van actoren
2. verdeeldheid en fusies
3. de dalende organisatiegraad en onbekendheid met internationale vakorganisaties
1. oorlog, fascisme, koude oorlog, racisme
2. ontwikkelingshulp bieden (‘samenwerking’: heus?)
3. vakbeweging en multinationals: ongelijke partners
1. de IAO en het VN-stelsel: internationaal arbeidsrecht en mensenrechten
2. de OESO: Nederland is een rijk land, dus lid van deze club
3. de EU, de Raad van Europa en het Europees arbeidsrecht
4. IGOs over de welvaartsstaat en ontwikkelingssamenwerking
5. vakbeweging en NGOs: met of tegen elkaar?