Het geheugen van de vakbeweging

Herinneringen aan Piet Hazenbosch (1947-2025)

Tot groot verdriet van bestuur en redactie van de Vrienden van de Historie van de Vakbeweging (VHV) overleed Piet Hazenbosch op 18 oktober 2025. We waren op de hoogte van zijn ziekte maar het overlijden schokte redactie en bestuur. Piet was decennialang bestuursadviseur van de vakcentrale CNV en sinds 2011 zeer gewaardeerd lid van de redactie van VHV. In dit in memoriam gedenken we Piet.

 

Bert van Boggelen

(secretaris/directeur vakcentrale CNV en interim CNV-voorzitter).

Toen ik in 1999 als algemeen secretaris/directeur in het dagelijks bestuur van de vakcentrale CNV kwam, heb ik eerst een half jaar rondgekeken en met veel mensen gepraat. Daarna trok ik een duidelijke, maar niet onomstreden conclusie dat er het een en ander veranderd moest worden. Zo vond ik dat de toenmalige afdeling beleid moest worden opgeheven en moest opgaan in brede afdeling met communicatie en onderzoek. In mijn ogen was de afdeling beleid een gesloten bolwerk geworden, te veel naar binnen gericht. De beleidsmedewerkers – vaak met lange dienstverbanden – zagen dat begrijpelijkerwijs anders. Toch vond ik dat het moest gebeuren. De vakcentrale had behoefte aan meer openheid, meer verbinding met de bonden en met de wereld buiten.

Affiche in 2004 van de gezamenlijke vakcentrales

Adviseur van bestuur

Te midden van die verandering stond Piet Hazenbosch. Piet werkte al sinds 1978 bij het CNV. Hij was begonnen als beleidsmedewerker arbeidsmarktbeleid en in 1999 hoofd van de afdeling Beleid. Piet was vanzelfsprekend geen voorstander van het opheffen van zijn afdeling, maar liet zich genuanceerd uit. Toen het besluit om de afdeling op te heffen onvermijdelijk leek, had Piet zichzelf een nieuwe functie bedacht: een vrije rol als adviseur van het bestuur. Ik had inmiddels zoveel vertrouwen in hem dat zo’n rol mij zinvol leek. Dat gold ook voor de toenmalige voorzitter Doekle Terpstra.

Piet was slim, afgewogen, tactisch en strategisch, ook als het zijn eigen positie betrof. CNV -voorzitters kwamen en gingen, maar Piet bleef op zijn post tot 2016. Hij kende het CNV door en door, van de mensen tot de dossiers, van de geschiedenis tot de gevoeligheden. Hij was een spin in het web, volgde interne en externe ontwikkelingen, onderhield de relaties met de bonden en maakte als adviseur deel uit van zowel het dagelijks als het algemeen bestuur. Piet wist alles – of deed op z’n minst alsof. En als wij, in het bestuur, zijn adviezen soms negeerden, dan legde hij zich daar zonder een krimp te geven bij neer. Hij deed wat we besloten hadden en ging over tot de orde van de dag.

CNV een soort erfstuk

Loyaliteit was een van zijn sterkste eigenschappen. Piet dacht in de lange lijnen; het korte termijnsuccesje liet hem koud. Voor hem was het CNV geen organisatie, maar een soort erfstuk – iets kostbaars dat je moest onderhouden en beschermen. Misschien kwam dat ook door zijn persoonlijke geschiedenis. Zijn vader was een veelbelovend politicus én CNV-bestuurder toen hij in 1961 op 38 jarige leeftijd verongelukte. Piet was toen veertien. Zeventien jaar later trad hij zelf in dienst bij het CNV, waar hij tot zijn pensioen in 2016 bleef. Zonder het zelf zo te verwoorden leek het of hij het werk van zijn vader binnen het CNV wilde afmaken.

 

Het CNV wás Piets professionele leven. Net als voor mij in de jaren tussen 1999 en 2010. In die periode trokken we veel met elkaar op. We maakten plannen voor nauwere samenwerking tussen de CNV-bonden: een gezamenlijke huisstijl, één ledenadministratie, gedeelde huisvesting. In 2004 stonden we samen op het Museumplein bij de grootste vakbondsdemonstratie ooit. En later, in 2009, toen ik als interim-voorzitter optrad, werkten we intensief samen aan het CNV-standpunt over de verhoging van de AOW-leeftijd.

Sneller dan licht

Piet praatte mee, adviseerde, organiseerde – alsof zijn leven ervan afhing.

Proefschrift: ‘Voor het Volk – om Christus’ wil’

Piet werkte sneller dan het licht. Ingangsnotities, voorleggers, en wat al niet meer. Ze waren in een oogwenk klaar. Dat leverde hem de door Doekle Terpstra bedachte geuzennaam ‘Piet printer’ op. Toch bleef hij aan de buitenkant altijd rustig. Op emoties kon je hem nauwelijks betrappen. Hij bleef rationeel, beredeneerd, soms zelfs onbewogen. Dat,
gecombineerd met zijn cynisch gevoel voor humor maakte Piet voor velen wat ongrijpbaar. Ik was het gewend en kon er de lol wel van inzien. In tijden dat de emoties binnen het CNV of de polder hoog opliepen, bleek Piets afstandelijkheid en relativeringsvermogen juist van grote waarde. Piet hield het hoofd koel, bracht rust en overzicht, en hielp anderen, ook mij, om het grotere plaatje te blijven zien.

Ik ben al 15 jaar weg bij het CNV. Piet en ik dronken jaarlijks een ‘glaasje bier‘ zoals hij dat noemde. Dit jaar is het er niet meer van gekomen. Ik kijk terug in dankbaarheid.

Jan Verhagen

(webredacteur vakbondshistorie.nl)

De eerste keer dat ik Piet ontmoette was voor een ‘sollicitatiegesprek’. Dat was op 30 mei 2018, in het restaurant van Amsterdam Centraal. Ik had me na mijn pensionering namelijk aangemeld als vrijwilliger voor redactiewerk bij de Vrienden van de Historie van de Vakbeweging. Het was een genoeglijke kennismaking en ik scoorde klaarblijkelijk voldoende, want op 1 juni 2018 ging het bericht van mijn ‘toetreding’ uit naar de andere redactieleden. Dat was het begin van 7 jaar inspirerende en zeker ook fijne samenwerking met Piet.

Academisch halfuurtje

Communicatie tussen de redactieleden verliep meestal via de mail. Maar zo’n 4-5 keer per jaar zagen we elkaar ook in levende lijve, meestal in Amsterdam. Piet was meestal reeds aanwezig, als ik zelf binnenkwam. En zoals dat hoort: in geanimeerd gesprek met de andere vroegkomers over vakbondshistorie, mensen die zich daarmee bezighouden, en hun werk – meestal in de vorm van boeken.

Piet zat ook vol met aardige anekdotes over vakbondsvoorvallen, die we als een soort oral history eigenlijk voor het nageslacht hadden moeten vastleggen, wat helaas niet is gebeurd. Het was uiterst gezellig allemaal, en hoewel de starttijd van de redactiebijeenkomst officieel 10 uur was, kwamen we meestal pas ruim voorbij half elf écht ter zake. Een academisch halfuurtje moet je maar denken.

De redactie in 2012. Derde van links: Piet Hazenbosch

2011

Wanneer is Piet eigenlijk zelf de VHV-redactie komen versterken? We zien zijn naam voor het eerst vermeld in het VHV-bulletin van maart 2011, ruim 14 jaar geleden. Hij zette met twee artikelen – een over de ‘rode arbeidersdominee’ Syb Talma en een over de Arabische lente, bekeken vanuit vakbondsperspectief, meteen een duidelijk en degelijk stempel.
Piet was niet alleen gedegen op inhoud, maar ook gestructureerd, en hij hield zich aan gemaakte afspraken. Als hij zei ‘te leveren’, dan leverde hij ook, daar kon je van op aan.

De lijst van Piet

In mijn persoonlijke beleving is ‘de lijst van Piet’ legendarisch. Na een vernieuwing van de VHV-website bleken meer dan 200 bestanden en afbeeldingen niet meer terug te vinden. Piet was toen degene die in maart 2021 een lijst aanleverde met missende bestanden, inclusief uitleg wat er verkeerd was gegaan.
Typisch Piet was daarbij de combinatie van scherp formuleren met mild-ironische, droge humor. Hij omschreef de lijst met 200 probleembestanden als ‘een reeks pagina’s met het nodige gezeur’.
En boven de bladzijdenlange lijst zelf zette hij als titel ‘een enkele opmerking.’
Dankzij de lijst van Piet zijn we er trouwens in geslaagd een substantieel deel van al die verloren gegane documenten en afbeeldingen in diverse verborgen hoeken en gaten terug te vinden.

De VHV-redactie in 2025. Staand uiterst rechts: Piet Hazenbosch

Het is ook mede aan Piet te danken dat in een VHV-project over vakbondsjongerenorganisaties voor één keer niet de FNV, maar het CNV vooraan in de rij stond. Want Piet bracht mij in contact met inspirerende en bevlogen CNV-ers als André Bal en Wyb Custers, die, zoals wel meer vakbondsmensen, hun eerste schreden op het vakbondspad leerden zetten in de jongerenorganisatie.

Onwerkelijk…

‘Herinneringen aan Piet Hazenbosch’, dat staat er boven dit stuk tekst. Een onwerkelijke titel. Praten over Piet in de verleden tijd? Piet is nog zó verbonden met het ‘hier en nu’ van de VHV, daar pást helemaal nog geen verleden tijd bij.

En toch is Piet niet meer onder ons. Zijn ziekte bleek teruggekomen, en wel dusdanig dat er weinig hoop meer was. Op 19 augustus van dit jaar trok hij zich met onmiddellijke ingang terug uit de VHV-redactie: het was niet meer te doen.
De voor 25 september geplande afscheidsbijeenkomst ten huize van Piet vond geen doorgang meer, en ook het terugblikkende interview dat collega Jan Spijk deze maand met hem zou voeren, heeft niet meer mogen plaatsvinden.

Vakbondshistorische erfenis

Piet laat een lege plaats in de VHV-redactie achter. Maar wat blijft is zijn vakbondshistorische erfenis, allereerst in de vorm van zijn onvolprezen proefschrift uit 2009, voluit: Voor het volk om Christus’ wil. Een geschiedenis van het CNV’1.
Daarover valt in de NRC van 11 december 2009 te lezen: “…dat er nu een naslagwerk ligt dat over honderd jaar nog geciteerd zal worden.”
Maar Piets vakbondshistorische erfenis behelst meer. Ik noem de vele tientallen artikelen die hij voor de Vrienden van de Historie van de Vakbeweging schreef, en enkele video’s waarin hij zelf in beeld en geluid aan bod komt.
En in tegenstelling tot de vluchtigheid die veel websites kenmerkt, helaas ook die van de vakbonden, gooien wij niets weg, en al helemaal niet de artikelen van Piet.

Maar die lege plek in de redactie is een feit, ook al heeft hij hem ingeruild voor een blijvende plaats in ons hart.

Oktober 2025


Enkele artikelen van Piet Hazenbosch op de website van de VHV:

Video’s:


1 Nog steeds verkrijgbaar