Het geheugen van de vakbeweging

Ferdinand Domela Nieuwenhuis

Van God naar Bakoenin

Er is geen persoon uit de Nederlandse arbeidersbeweging die zo tot de verbeelding spreekt als Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919). Voor Jan en Annie Romein is hij een erflater van onze beschaving. Us Ferlosser noemden arbeiders in Friesland hem. Stakers konden altijd op zijn steun rekenen.

Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Us FerlosserFerdinand Domela Nieuwenhuis. Us Ferlosser

Tegenstanders maakte  Domela onderweg in zijn politieke en sociale strijd ook, in binnen- en buitenland. Maar dat kan ook niet anders voor wie zich zo overtuigd en massief inzette voor Recht voor Allen, wat ook  de naam was van zijn veel gelezen blad. Domela heeft zijn hele leven gestreden voor sociale rechtvaardigheid, meegewerkt aan de emancipatie van de arbeidersklasse, daarin een leidende en charismatische rol gespeeld. Hij zat in de gevangenis voor het vrije woord en in de Tweede Kamer voor lotsverbetering en algemeen kiesrecht voor de arbeiders. Beroepshalve begonnen als predikant en al gauw een overtuigd socialist geworden, eindigde hij na een veelbewogen persoonlijk en politiek leven als anarchist, als vrije socialist. De betekenis en de dramatiek van Domela’s leven zijn door Jan Willem Stutje voortreffelijk en meeslepend opgetekend. De biograaf slaagt erin de lezer in Domela’s tijd, in zijn familie- en gezinsleven, in het maatschappelijk leven en het politieke debat terug te plaatsen. Je vraagt je verbijsterd af hoe Domela zich staande wist te houden, hoe verdrietig en wanhopig hij moet zijn geweest na de dood van zijn opeenvolgende echtgenotes, de drie Johanna’s, en vijf kinderen. Zo reis je met de socialisten uit Amsterdam op die opwindende zondag in de zomer van 1879 mee naar  Den Haag om de afscheidspreek van Domela  als predikant mee te maken. Na afloop ging Domela met zijn vrienden naar een nabij gelegen werkliedengebouw waar ze bespraken hoe ze het beste tegen het kapitalisme ten strijde konden trekken. Kort daarop sprak Domela in een lokaal in de Warmoesstraat in Amsterdam voor meer dan duizend personen. Je verplaatst jezelf naar de massale kiesrechtmanifestatie in Den Haag in september 1885. Op de zondagavond voordat de politie Domela ophaalde voor een jaar gevangenisstraf (veroordeeld vanwege majesteitsschennis, in Recht voor Allen was Willem III weggezet als Koning Gorilla) brachten tweeduizend sympathisanten hem een serenade in de Haagse Malakkastraat. In zijn cel in Utrecht vernam Domela van het overlijden van zijn vriend Multatuli op 19 februari 1887. Na zijn vrijlating wachtten tienduizenden hem op 4 september op in de hoofdstad, “Een ware mensenzee droeg hem van het station Weesperstraat naar het Volkspark”, lezen we. Domela bracht massa’s op de been en bereikte met zijn onderzoeken en publicaties een enorm publiek, zijn boeken en brochures werden vertaald en in omringende landen uitgegeven. Onder Domela’s leiding groeide de Sociaal Democratische Bond uit tot een landelijke partij waarvoor hij van maart 1888 tot juni 1891 in het parlement zat. Hij was er een eenling. Zijn ervaringen daar versterkten zijn gevoel voor het anarchisme. Een jonge garde maakte zich onder aanvoering van Troelstra los en richt in 1894 de SDAP op. Domela komt ten tonele bij de Spoorwegstakingen van 1903. Ontroerend is de scčne op woensdagavond 13 november 1918 in een volgeladen Diamantbeurs aan het Weesperplein waarin de oude Domela in een rolstoel voortgeduwd door zijn jonge zoon César op het toneel verschijnt. De oorlog is afgelopen, de revolutie lokt, de demonstratie begint. Pijnlijk is de fysieke aftakeling. Ferdinand Domela Nieuwenhuis overlijdt op dinsdag 18 november 1919. “Hij was een voorbeeld van onverzettelijkheid, symbool van haat tegen de verdrukkers, een oertype wiens leven opstanding en vrijheid symboliseerde”, schrijft Jan Willem Stutje. De zaterdag na zijn overlijden wachtten opnieuw tienduizenden Domela op in Amsterdam. Deze keer voor zijn laatste tocht.
Harry Peer
Jan Willem Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantisch revolutionair, 551 pp. met inbegrip van 2192 eindnoten  (113 pp.).