Het geheugen van de vakbeweging

Evert de Jong over zijn tijd als PCO-bestuurder

“Ik praat graag over onderwijs dat mij dierbaar is”

Op 8 juni 1979 organiseren de gezamenlijke onderwijsvakbonden een grote manifestatie in de Jaarbeurshallen in Utrecht tegen de bezuinigingsplannen van minister Pais. Rechts Evert de Jong

We publiceerden eerder op deze site de geschiedenis van het christelijk onderwijs van 1854 tot 1999. Dit artikel werd geschreven door Evert de Jong, bestuurder bij de Protestantse Christelijke Vakorganisatie (PCO) van 1978 tot 1999 en aansluitend tot 2007 bij CNV Onderwijs. De PCO werd dit jaar precies vijftig jaar geleden opgericht (1975). De redactie van deze site zocht Evert de Jong in zijn huis in Linschoten op en in zijn studeerkamer herinnert nog veel aan zijn PCO-tijd. Documentatie en ledenbladen liggen op zijn bureau. In zijn computer vele historische foto’s. Hij weet zich veel nog haarfijn te herinneren.

Hoe kwam je in het onderwijs terecht?

“Ik kom uit een echte onderwijsfamilie. Mijn opa’s van beide kanten werkten in het onderwijs. Eén opa was bestuurder en bureaudirecteur van de VCO, rechtsvoorganger van de PCO. Mijn vader werkte voor de onderwijswerkgeversorganisatie en werd directeur van het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum. Zelf groeide ik op in Voorburg en volgde de opleiding aan de christelijke Kweekschool in Den Haag. In de avonduren studeerde ik naast mijn baan pepagogiek. Als je afstudeerde aan de Kweekschool als onderwijzer werd je ‘automatisch’ lid van de PCO. Dat vond ik wel bijzonder. Ook mijn oudste dochter en onze oudste kleindochter werken in het onderwijs.”

In 1980 maakte het kabinet Van Agt-Wiegel bekend dat er nog meer moest worden bezuinigd op onderwijs. Het arbeidsvoorwaardenoverleg werd opgeschort, Vanaf 1979 tot 1980 werden zes halfjaarlijkse salariskortingen voorgesteld tussen 0.3 en 0.7 %. Er werden door PCO op 29 plaatsen kaderbijeenkomsten gehouden. Er kwam een extra PCO Magazine uit.

 

 

 

Hoe kwam je in het bestuur van de PCO?

“Ik heb eerst in het onderwijs gewerkt en stond voor de keuze of ik de politiek in zou gaan of bij de vakbond zou gaan werken. Ik was actief in de Arjos (jongerenorganisatie van de ARP – red), maar koos toch voor de vakbond. Als secretaris van de nog jonge PCO was ik betrokken bij de professionele omslag van de vereniging. We stelden beleidsmedewerkers aan en de redactie van het ledenblad werd ook geprofessionaliseerd.”

In 1983 (kabinet Lubbers) wordt het onderwijs geconfronteerd met 35 bezuinigingsmaatregelen. Totaal moest er 602.5 miljoen gulden bezuinigd worden. De PCO besluit na veel discussie voor het eerst in de geschiedenis de leden op te roepen tot een korte werkonderbreking. In Concordia in Den Haag werd een paneldiscussie gehouden met politici. Tweede van rechts Evert de Jong (PCO) en daarnaast Herman Bode (FNV).

 

Welke onderwerpen speelden er toen?

“Er was heel veel aan de hand. Minister Van Kemenade had de Mammoetwet ingediend en er speelde de discussie rond de middenschool. De PCO in die tijd kwam op voor de kwaliteit van het onderwijs, maar ook nadrukkelijk voor de rechtspositie van het onderwijzend personeel. Zelf ben ik altijd betrokken geweest bij organisatievernieuwing. Ik werd toen erg geïnspireerd door toenmalig CNV-voorzitter Harm van der Meulen. Die zei dat je in de vakbond kon praten over het beroep dat je dierbaar is. Dat vond ik mooi gezegd.”

In 1986 worden1.600.000 protestkaarten aangeboden aan de Tweede Kamerleden. Het kabinet wil een miljard bezuinigen op het onderwijs. Evert de Jong helpt mee met het dragen van de dozen

.

 

 

 

Uiteindelijk werd je voorzitter van de PCO.

“In 1989 werd ik voorzitter. Er gebeurde heel veel. We trokken in die jaren als onderwijsvakbonden veel samen op in de Nederlandse Federatie Onderwijsvakorganisaties (NFO). Maar toen de rooms-katholieke onderwijsvakorganisatie KOV in 1981 lid werd van het CNV was dat afgelopen. FNV-bond ABOP maakte een eind aan de federatie en kondigde aan in het gehele onderwijs leden te gaan werven. Daarvoor was er min of meer de afspraak dat de verschillende bonden alleen in de eigen zuil leden wierven.”

Langzaam maar zeker gingen PCO en KOV het fusie-pad op. Hoe gevoelig lag dat?

“Het begon een beetje halverwege de jaren tachtig met wat duw- en trekwerk vanuit de vakcentrale CNV. Beide bonden zaten in het CNV-Verbondsbestuur. Er waren cultuurverschillen maar ook kenden PCO en KOV een andere structuur. De PCO richtte zich meer op de inhoudelijke kant van het onderwijs en bij de KOV lag vaak de focus op arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk heb ik samen met KOV-bestuurder Joke Roovers de identiteit van de nieuwe onderwijsvakbond op papier gezet. De nieuwe vakbond zou zich baseren op het evangelie en op het christelijk-sociale gedachtengoed. Daarmee kon iedereen leven. Het hele fusieproces heeft ruim tien jaar geduurd.”

Als je de geschiedenis terugkijkt – de vele actiefoto’s in dit artikel bevestigen dat – valt het op dat er vaak bezuinigd is op het onderwijs.

“Dat is zeker het geval. We hebben dan ook heel veel acties gevoerd vanwege de voortdurende bezuinigingen van verschillende kabinetten. Tot 1983 waren stakingen of werkonderbrekingen bij de PCO onaanvaardbaar. Dat had aan de ene kant te maken met de voorbeeldfunctie van onderwijzers tegenover de kinderen. Onderwijzers leggen het werk niet neer, was heel lang de opvatting. Verder speelde de Bijbeltekst uit Romeinen 13 een rol waarin Paulus zegt dat de overheid het zwaard niet vergeefs draagt. In 1983 besloot het hoofdbestuur van de PCO dat werkonderbrekingen toegestaan waren.”

CNV Onderwijs startte in 2000, maar jij werd geen voorzitter.

“Nee, dat werd Cees van Overbeek van de KOV. Ik heb goed kunnen samenwerken met Cees. Mijn nieuwe portefeuille richtte zich naast onderwijsbeleid op Europees beleid en internationale solidariteit. De Muur was net gevallen en we kwamen in contact met Oost-Europese onderwijsbonden Ik heb toen heel vaak trainingen gegeven in Oost-Europa. CNV Internationaal speelde hier ook een belangrijke rol. Ik kijk daarop met heel veel plezier terug.”

PCO en KOV organiseren in oktober 1991 een 24 uursmarathon langs scholen en onderwijsinstellingen tegen bezuinigingen op de wachtgeldregeling, ziekengeld en het gebrek aan nieuwe banen. Zij rijden meer dan 1000 kilometer van Rijswijk naar Rotterdam, Goes, Tilburg, Roermond, Deventer, Hoogeveen, Zwolle, Heereveen, Lelystad, Zaandam en Hilversum. Evert de Jong (links) en Cees van Overbeek deden vol overtuiging mee aan de marathon.

 

Een andere constante discussie is artikel 23 waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd.

“Dat is in mijn tijd als bestuurder van de PCO altijd aan de orde geweest. Bijvoorbeeld toen er op christelijke scholen een instroom kwam van moslimkinderen. Ik ben met beleidsmedewerker Talip Demirhan van het CNV naar Turkije geweest om onderwijzers te werven. Er kwam een discussie over normen en waarden in het christelijk onderwijs. Wat betekent dat voor je school met Kerst en Pasen als een deel van je kinderen moslim is? Nederland heeft een uniek onderwijssysteem met vrijheid van toelating. Het christelijk onderwijs wordt bekostigd door de overheid, maar scholen én ouders vullen het verder in. De discussie zal blijven, maar ik hoop en verwacht dat artikel 23 overeind blijft.”

Vorig jaar ging een vernieuwd CNV van start waarin alle bonden zijn opgegaan. Bij de FNV is er nog een aparte onderwijsvakbond (AOB). Wat vind je daarvan?

“Ik betreur ten zeerste dat er geen eigen CNV-onderwijsvakbond meer is. Ik heb zeer goed bezochte kaderbijeenkomsten meegemaakt en ik mis de vereniging. Ik was bij de viering van één CNV in Nieuwegein vorig jaar. Voor mij was het geen feest.”

Leestip: Michel Rog over zijn tijd als voorzitter van CNV Onderwijs

Jan Spijk
Maart 2025