Het geheugen van de vakbeweging

Dilia van der Heem: altijd ijveren voor een 'brede vakbeweging'
Dilia van der Heem: altijd ijveren voor een ‘brede vakbeweging’

Het gezicht van de vakbeweging in Rotterdam

Dilia van der Heem –
Vakbondsbestuurder wordt Officier van Justitie

D.A.T. (Dilia) Wagemakers wordt op 10 september 1947 in Rotterdam West geboren, in het stadsdeel dat ze tot heden altijd trouw is gebleven. Ze groeit op in een eenvoudig rooms-katholiek gezin waarvoor vader de kost verdient als grossier in kappersbenodigdheden en moeder voor het huishouden en Dilia zorgt. Na de lagere school en het R.K. Meisjeslyceum (gymnasium A) gaat Dilia naar de Sociale Academie (Cultureel werk). In 1969 trouwt ze met Pieter van der Heem met wie zij 33 jaar getrouwd is geweest. In 2002 is Pieter helaas overleden. Sinds maart 2018 is Dilia van der Heem secretaris van de Stichting Vrienden van de Historie van de Vakbeweging (VHV).

Tijdens haar opleiding aan de Sociale Academie wordt Dilia politiek bewust. Ze loopt stage bij onder andere het A.C. de Bruin Instituut, het scholingsinstituut van de Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) in Doorn. Daar leert ze de vakbeweging kennen.

In oktober 1969 treedt zij in dienst van het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV) in Utrecht, als assistent van voorzitter Jan Mertens. Daardoor leert ze ook de voorzitters van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) en het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) kennen, namelijk André Kloos en Jan Lanser. Ze hoort ook de gedachtewisselingen over ‘de vakbeweging’ (individuele- en collectieve belangenbehartiging) en over de ‘brede vakbeweging’ (belangenbehartiging, politiek, cultuur, emancipatie enzovoorts). De actiegroep ‘Maatschappijkritische Vakbeweging’ heeft haar steun. Ze is altijd voor een ‘brede vakbeweging’ blijven ijveren.

Districtsbestuurder NVV in Rotterdam

Ze solliciteert naar de functie van districtsbestuurder NVV in Rotterdam. Jo Witteveen, hoofd van het NVV district Zuid Holland in Rotterdam, wordt in 1970 overgeplaatst naar het hoofdkantoor van het NVV in Amsterdam en als districtshoofd opgevolgd door Wim Vijg. Daardoor komt er een plaats als districtsbestuurder vrij. September 1970 neemt ze die plek in. Zij moet zich nu echt bezig houden met de ‘brede vakbeweging’. Zij vertegenwoordigt het NVV in heel veel verschillende commissies en begeleidt de plaatselijke NVV-afdelingen. Ze geeft scholing in het gehele district.

Politiek

Dilia is politiek geïnteresseerd en lid van de PPR (Politieke Partij Radicalen). In november 1972 zijn er verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer. De PPR haalt zeven zetels en ze wordt in mei 1973 lid van de Tweede Kamer. Tot haar takenpakket behoren onder meer: het personen- en goederenvervoer, de binnenvaart en de PTT (Post, Telegrafie en Telefonie). Zij onderhoudt ook de contacten met de vakbeweging. Dilia doet het politieke werk met veel inzet en plezier tot mei 1977, want dan valt de PPR terug naar drie zetels. Ze verlaat de Tweede Kamer, wordt werkloos en moet gebruik maken van de wachtgeldregeling. Voor de PPR heeft zij van vanaf november 1977 nog een jaar in de Gemeenteraad van Rotterdam gezeten. Daarna is ze weer werkloos, waarna ze rechten gaat studeren.

Terug naar de vakbeweging

Vakbondsbestuurder Van der Heem 'in actie'
Vakbondsbestuurder Van der Heem ‘in actie’

Dilia van der Heem onderhoudt ook tijdens de periode dat ze politiek actief is, contacten met kaderleden van het NVV. Van hen hoort ze in 1979 dat er een vacature voor districtsbestuurder is bij de Vervoersbond NVV in Rotterdam, met als takenpakket ‘het streekvervoer’ met onder andere de HTM (Haagsche Tramweg Maatschappij). Zij solliciteert, wordt aangenomen en begint op 1 december 1979 met haar werkzaamheden als opvolger van Kees Marges. Bij de HTM, met een sterke vakbondsafdeling en een hoge organisatiegraad, maakt ze een spannende tijd door met onder andere een staking die na drie weken zeer rumoerig eindigt in de Houtrusthallen. Er vindt veel overleg plaats met de ondernemingsraad, de vakbondsafdeling en met de HTM-directie. Het streekvervoer met de afdelingen en ondernemingsraden eist ook veel tijd, aandacht en inzet. Daarnaast krijgt ze volop te maken met beleidsverschillen tussen de vijf bedrijfsgroepen van de bond (haven, spoorwegen, binnenvaart, beroepsvervoer over de weg en burgerluchtvaart) en een havenstaking.

‘Algemene Beleids Ontwikkeling’

In 1981 fuseren Vervoersbond NVV en Vervoersbond NKV tot Vervoersbond FNV en er wordt op het hoofdkantoor in Utrecht onder andere de afdeling ‘Algemene Beleids Ontwikkeling’ (ABO) gevormd. Deze beleidsvoorbereidende afdeling houdt zich bezig met verschillende onderwerpen zoals arbeidsvoorwaardenbeleid, sociale zekerheid, medezeggenschap, scholing en de arbeidsomstandigheden. Zij krijgt een plaats op deze afdeling en wordt onder andere belast met de juridische aspecten van het arbeidsvoorwaardenbeleid en de sociale zekerheid.

Districtshoofd in Rotterdam

Door het vertrek van Nico Sannes als districtshoofd van het district Zuid-West van de Vervoersbond FNV naar het hoofdkantoor in Utrecht ontstaat er een vacature in Rotterdam. Het wordt in 1987 haar plek. Zij wordt verantwoordelijk voor de organisatie en de werkzaamheden op het kantoor, het functioneren van het districtsbestuur, de begeleiding van de ondernemingsafdelingen, het gezamenlijke beleid en de huisvesting.
In 1989 studeert zij af en wordt het mr. Dilia! In 1990 komt Dilia van der Heem tegelijk met Agnes Jongerius in het Bondsbestuur van de Vervoersbond FNV. Zij wordt verantwoordelijk voor het takenpakket ‘personenvervoer’ en het vervoersbeleid. Later vertegenwoordigt zij de bond in de Internationale Transportarbeiders Federatie (ITF) in Londen en maakt ze deel uit van het uitvoerende bestuur van de ITF. Ook vertegenwoordigt zij de bond in de vervoerssectie van de EEG in Brussel.

Als onderhandelaar CAO-streekvervoer krijgt ze in 1995 te maken met een grote en heftige staking die eindigt met een aanvaardbaar resultaat. De intensieve werkzaamheden, interne verhoudingen en spanningen in het bestuur zijn er de oorzaak van dat ze eind 1995 enige tijd verstek moet laten gaan.

Officier van Justitie

Twee zittingstermijnen – van 1990 tot en met 1996 – is ze lid van het Bondsbestuur. Daarna is zij adviseur van het bondsbestuur met het oog op de fusie van de vier Bonden (Industriebond, Vervoersbond, Dienstenbond en Voedingsbond) tot FNV Bondgenoten. De bond kiest, na interne discussies, voor een ‘smalle’ vakbeweging. De ‘brede’ beweging haalt het niet. Ze krijgt de kans over te stappen naar de rechterlijke macht en maakt daar gebruik van. Zo verlaat zij de bond in 1997 en wordt Officier van Justitie, aanvankelijk in Den Haag, niet veel later in Rotterdam.

De vakbeweging vervulde en vervult nog steeds een grote rol in haar leven. De ontwikkelingen worden nauwkeurig gevolgd. Ze heeft nog steeds contact met een aantal kaderleden en oud collega’s. Op voordracht van de ondernemingsraad van de HTM in Den Haag maakt zij al enkele jaren deel uit van de Raad van Commissarissen HTM.

Koos Schoonens (2012)

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in Het gezicht van de vakbeweging in Rotterdam II (2014), een uitgave van de VHV