| Naoorlogse crises in de vakbeweging |
Jaar | Gebeurtenis |
1947 | Afbreken fusie NVV-EVC Na de Tweede Wereldoorlog doen zich twee ontwikkelingen voor. Van onderop, begonnen onder mijnwerkers in Limburg, komt de Eenheidsvakcentrale (EVC) op. Van bovenaf ontstaat er een sterke samenwerking in de vorm van Raad van Vakcentrales (RVV) gevormd door het NVV, de KAB en het CNV. Binnen deze ontwikkelingen ervaart het NVV sterke concurrentie van de EVC. Dat leidt ertoe dat al in september 1945 gesprekken op gang komen over een fusie. De besprekingen verlopen erg traag, over en weer is de achterdocht groot. Op 26 april 1947 blaast het NVV uiteindelijk de fusie af. “Het politieke drijven van de communistische EVC-leiding heeft de weg naar de fusie versperd.”
|
1954 | Bisschoppen blazen RVV op Het Bisschoppelijk Mandement van 1954 ‘De katholiek in het openbare leven van deze tijd’ veroorzaakt een schokgolf in de naoorlogse arbeidsverhoudingen. Aan de groeiende samenwerking in de Raad van Vakcentrales (RVV) komt voorlopig een einde. En het vertrouwen tussen KVP en PvdA in de rooms-rode regeringscoalities is geschaad, omdat de bisschoppen in het Mandement zich op het standpunt stellen dat het lidmaatschap van het NVV voor katholieken is verboden en het lidmaatschap van de PvdA wordt ontraden.
|
1969 | Plan-Kloos haalt het niet
In 1968 en ’69 wordt binnen het NVV veel gediscussieerd over het plan-Kloos, een voorstel van NVV-voorzitter André Kloos om af te stappen van de structuur van allemaal verschillende vakbonden onder de paraplu van de vakcentrale. Kloos wil naar een ongedeelde vakbeweging. Het plan-Kloos gaat niet door; maar de gedachte dat bundeling meer kracht oplevert, leidt op 15 oktober 1971 wel tot de vorming van de Industriebond en de Bouwbond NVV.
|
1972 | Groenevelt versus Ter Heide In oktober 1972 breekt er een conflict uit binnen de gelederen van het NVV. Aanleiding is de poging van NVV-voorzitter, Harry ter Heide, om de Industriebond akkoord te laten gaan met een centrale overeenkomst tussen de Vakcentrales en de Werkgeversorganisaties, die op vele punten achter blijft bij de inzet van de onderhandelingen Dat Centraal Akkoord zou bindend zijn voor alle cao-partijen. Arie Groenevelt weigert, wat door Ter Heide als een motie van wantrouwen wordt beschouwd en aanleiding is met onmiddellijke ingang het voorzitterschap neer te leggen. In de ontstane crisissfeer neemt vicevoorzitter Adri de Boon het heft in handen, gaat in overleg met de Industriebond en en stelt na overleg met de andere bonden Wim Kok voor als de nieuwe NVV-voorzitter. |
1974 | CNV verbreekt besprekingen met NVV en NKV De samenwerking tussen de drie vakcentrales in het Overlegorgaan intensiveert en eind jaren ’60 wordt besloten te onderzoeken of die samenwerking ook structureel en organisatorisch vorm kan krijgen. In januari 1974 loopt het onderzoek vast omdat het NVV en het NKV een ander eindbeeld hebben van de samenwerking dan het CNV. CNV-voorzitter Jan Lanser meldt dat het CNV niet verder wil gaan dan een federatieve vorm van samenwerking terwijl voor NVV en NKV een fusie het einddoel is. Het vastlopen van het onderzoek leidt tot jarenlange spanning tussen de FNV en het CNV. Pas na de grote WAO-discussie begin jaren ’90 besluiten de vakcentrales weer te gaan samenwerking in het Vakcentrale Overleg (VCO).
|
1974 | Unie BLHP treedt uit NKV De discussie over ‘centen in plaats van procenten’ leidt begin jaren ’70 binnen het NKV tot een splitsing. De Unie van Beambten, Leidinggevend en Hoger Personeel (Unie BLHP) voelt zich dan niet langer op zijn plaats binnen de katholieke vakcentrale. Dat gevoel wordt sterker als er federatiebesprekingen met het NVV op gang komen. Op 26 april 1974 kondigt de Unie BLHP aan het NKV te zullen verlaten als de FNV tot stand zou komen. Op 14 juni 1974 besloot de Vereniging van werknemers in het Bank- en Verzekeringsbedrijf en Administratieve kantoren BVA [*] eveneens uit te treden. Op 1 januari 1975 verlaten de Unie BLHP en de BVA het NKV en sluiten zich aan bij de Raad voor Middelbaar en Hoger Personeel en versterken daarmee de positie van de MHP als koepel voor beroepsverenigingen en vakbonden van middengroepen en hoger personeel. |
1982 | NFO valt uit elkaarIn 1982 valt de Nederlandse Federatie van Onderwijsvakorganisaties (NFO)– waar de algemene, de christelijke en de katholieke onderwijsbonden in zijn verenigd – uiteen. Aanleiding is het besluit (1980) van de Katholieke Onderwijs Vakorganisatie (KOV), dan met 50.000 leden de grootste, tot aansluiting bij het CNV. Dit leidt tot boze reacties van toenmalig FNV-vicevoorzitter Wim Spit – ‘puur machtsspel’ – en FNV-onderwijsbond ABOP – ‘een krampachtige poging de kunstmatige verzuiling in het onderwijs in stand te houden’. Als gevolg hiervan komt er een einde aan de afspraak dat de ABOP geen leden werft in het katholiek onderwijs. |
2011 | Pensioenakkoord splijt FNV De discussie over een nieuw pensioenstelsel onder het eerste kabinet-Rutte brengt in 2011 een diepgaand verschil van inzicht aan het licht binnen de FNV. FNV-voorzitter Agnes Jongerius probeert met de werkgevers tot overeenstemming te komen. Zij slaagt er niet in de twee grootste bonden, ABVAKABO FNV en FNV Bondgenoten, over de streept te trekken. De verdeeldheid is zo groot dat in het openbaar door Bondgenoten en ABVAKABO het vertrouwen in Jongerius wordt opgezegd. Jongerius zet door, gesteund door een meerderheid in de Federatieraad, en bruuskeert daarmee de twee grootste bonden die samen een meerderheid in ledental hebben. Na een verzoeningspoging in Dalfsen wordt eind 2011 onder leiding van Jetta Klijnsma een pad ingezet naar een nieuwe structuur voor de FNV. De hoofdrolspelers Jongerius en Van der Kolk (Bondgenoten) treden af.
|
2012 | ACP en ACOM treden uit CNV Politievakbond ACP en de ACOM, de christelijke bond voor Defensiepersoneel splitsen zich in 2012 af van de vakcentrale CNV. De belangrijkste reden daarvoor is dat zij menen te weinig invloed te hebben op het beleid van het CNV. Zij stellen stelt dat het niet lukt binnen de vakcentrale gehoor te krijgen voor hun minderheidsstandpunt. “Het CNV heeft voor ons geen meerwaarde meer. We hebben op allerlei niveaus geprobeerd een andere koers te varen. Maar in toenemende mate was er sprake van verwijdering.” |
2013 | Unie breekt MHP in tweeën De Vakcentrale MHP is sinds 2013 niet meer de organisatie die een kleine 40 jaar eerder is voortgekomen uit de Raad MHP. Bonden als De BVA, de Buitendienst, de Nederlandse Bond van Middelbaar en Hoger Personeel NBT, de Nederlandse Handelsreizigers- en Handelsagenten Vereniging (NHRV), Unie BLHP en VHP hebben in de loop der jaren door fusies een nieuwe vakbond gevormd: de Unie. Die heeft zich ontwikkeld tot het ‘MHP-been’ voor het particuliere bedrijfsleven. Voor de overheid en gesubsidieerde instellingen vormden de CMHF en enkele verwante organisaties het andere ‘been’ van de MHP. In 2013 treedt De Unie uit de MHP, waarmee deze vakcentrale bijna uitsluitend bestaat uit organisaties voor ambtenaren- en verwante verenigingen. |
2014 | Bondgenoten wijst vooralsnog fusie af Op 8 oktober 2014 slaagt het bestuur van FNV Bondgenoten er niet in de statutair vereiste twee derde meerderheid te verwerven voor een fusie van FNV Vakcentrale, FNV Bouw, ABVAKABO FNV en FNV Sport. Het komt 7 stemmen te kort. Daarmee ketst de fusie vooralsnog af.
|