In 2012, 2013 heeft Siska Caneel een groot aantal verhalen opgetekend van ‘Vrouwenbondsvrouwen’. Deze zijn gebundeld in het boek De Vrouwenbondsvrouwen, 1948 – 2013, 65 jaar Vrouwenbond(s)levens. Greet Bos-Ket (1930) uit Bilthoven, lid sinds1956, is één van hen.
Greet Bos-Ket, Vrouwenbondsvrouw sinds 1956
“Ha, een rood nest” concludeer ik wanneer ik naar de voordeur van Greet Bos loop. De 2e Kamerverkiezingen komen eraan en een grote poster met de foto van Diederik Samson siert het erkerraam. Dat zie je niet veel meer, mensen die voor hun politieke voorkeur uitkomen met een poster op hun raam. Ik voel me meteen thuis.
”De afdeling De Bilt/Bilthoven bestond sinds 1956 en werd opgericht door Riek Renes–Spierenburg, echtgenote van de districtsvoorzitter van het NVV in Utrecht. Alle vrouwen van de NVV-leden in de omgeving werden bijeengeroepen om een vrouwengroep te organiseren, net als in andere steden van Nederland. Greet was er niet vanaf het begin bij maar werd later uitgenodigd door vrouwen die ze kende vanuit de PvdA-vrouwengroep waar ook haar moeder al lid van was.
De geboren Utrechtse bezocht voor en tijdens de oorlog de HBS totdat deze door de Duitsers in beslag werd genomen op Dolle Dinsdag in 1944. Na de oorlog kon ze in versneld tempo haar diploma halen. Haar vader werkte voor het familieboekbindbedrijf en stimuleerde dat Greet haar school zou afmaken.
Tijdens de HBS-tijd leerde Greet haar man kennen, ze speelden allebei korfbal. Jan was ook lid van het NVV en secretaris van Mercurius. Beiden komen uit echte SDAP-families. Ze waren lid van de jongerenorganisatie ‘De Nieuwe Koers’. Daar ontmoette ze onder anderen André v.d. Louw en Koos Postema. Greet werkte tot haar huwelijk als ‘postzegelmeisje’ bij het Groen Witte kruis.
Al gauw na haar aanmelding voor de Vrouwenbond werd ze gevraagd voor het bestuur. Door haar werkervaring konden ze haar goed gebruiken. Toen later de kinderen kwamen gingen deze gewoon mee naar de vergaderingen en stonden bijvoorbeeld in de kinderwagen in de tuin bij Riek Renes.
De Vrouwenbondafdeling was bijzonder actief. Er werd huishoudelijke voorlichting gegeven op de locatie van de huishoudschool. De vrouwen leerden o.a. tafel dekken en bedienen. Ze leerden een goede lichaamshouding aan te nemen, hoe je je kind het beste kon dragen, enz. Er werden linnenpakketten samengesteld om uit te lenen aan arme vrouwen die dit erg nodig hadden.
Maar ook waren de vrouwen creatief, er werd volop geknutseld en regelmatig een middag bloemschikken. Dankzij Teun Renes hadden de vrouwen ook een poosje een eigen gebouwtje waar ze konden samenkomen. Via het hoofdbestuur in Amsterdam kwamen jaarlijks de lijsten binnen met de onderwerpen om te bespreken tijdens de maandelijkse bijeenkomsten. Later werd dat ondersteund door het ledenblad Binding. Daar koos men dan onderwerpen uit voor discussie.
Sinterklaas werd altijd bij iemand thuis gevierd. Het moest een surprise zijn en liefst ook nog een gedicht. Dolle pret natuurlijk. Greet maakte meestal de affiches met aankondigingen voor de bijeenkomsten en ze trokken altijd volle zalen. Er werden sprekers uitgenodigd, bijvoorbeeld van het Ivoren Kruis over gebitsverzorging, de NVSH over het toen nog onbespreekbare homo-zijn, politici over de gemeenteraad en later zelfs internetcursussen. “Heel enthousiast hebben we meegedaan aan het voorbereiden van de Vrouwenconferentie in Beijing in 1995.”
Natuurlijk waren er de jaarlijkse reisjes, voor ontspanning maar zeker ook educatief. Het moest allemaal wel verantwoord zijn. ”We bezochten fabrieken zoals bijvoorbeeld het productschap voor Groente en Fruit in Tiel. De bus was duur en moest dus vol. Dus mobiliseerden we buurvrouwen, moeders, zussen en vriendinnen. We deden mee met een project om zorgvakken voor jongens op het schoolprogramma te stimuleren en natuurlijk moesten de technische vakken ook voor meisjes beschikbaar zijn.Naast de discussieprojecten gingen we vooral veel bloemschikken en kaarten maken. A. van Emmerik en Jannie Grendel begeleidden dat”.
Er werd een eigen Vrouwenbondsvlag gemaakt en in De Born werden cursussen gevolgd. Voor besturen, voor discussiegroepen, voor projectbegeleiding. Greet herinnert zich nog goed haar eerste overnachting daar. Haar moeder was thuisnaaister en had een mooie pyjama voor haar genaaid. Toen ze de volgende ochtend wakker werd bleek haar hele bed verkleurd, de stof had lelijk afgegeven.
Er waren veel contacten met bijvoorbeeld de plaatselijke Vrouwenraad en daarmee werd ook samengewerkt toen er subsidie voor de vrouwenorganisaties in De Bilt moest komen. Zo ontstond in 1986 het Harriet Freezercentrum. Er hoefde niet meer in kerkzaaltjes vergaderd te worden, er was nu een echt vrouwencentrum. Er waren afvaardigingen bij van onder meer de bestuurdersbond en Greet maakte deel uit van het bestuur van de kruisvereniging.
“Eigenlijk vroegen ze mijn man als bestuurder, maar die had niet zoveel tijd. Dankzij de Vrouwenbond durfde ik mijn mond wel open te doen en toen heb ik mezelf opgeworpen.” Er kwamen ook andere bestuurders, Ans Schippers volgde Riek Renes op als voorzitter, Magda Verhage werd secretaresse, Annie van de Kraats penningvrouw. Ook was er Lenie van Dijk, die zat overdag aan de kassa van het zwembad. Greet was eerst meer manusje van alles maar werd later voorzitter. Dat zou ze blijven, tot de afdeling in 2010 werd opgeheven.
“Tja, het was eigenlijk geen doen meer, een vereniging van scootmobiels, rollators en stokken bij de deur. Met elkaar wordt je steeds ouder, jonge vrouwen kwamen er niet meer bij. Voor sommige leden werd het steeds moeilijker om naar de bijeenkomsten te komen, al hebben we de vrouwen nog heel lang opgehaald van huis en teruggebracht. Ook de mannen en zonen van leden werden daarvoor ingeschakeld. Maar op een gegeven moment zijn die ook oud en rijden die ook geen auto meer. Ondanks het moeilijke besluit de afdeling op te heffen hebben we nog wel contact met elkaar. We gaan bijvoorbeeld wel bij elkaar op verjaardagsvisite.”
Nee, net als bij veel Vrouwenbondsvrouwen van Greet haar generatie zijn ook haar dochters niet actief of lid van de Vrouwenbond geworden. Een van de dochters was nog wel docent aan de Alida de Jong school, de Vrouwenvakschool in Utrecht. “Ze zijn wel geëmancipeerd, maar zien ons Vrouwenbondsvrouwen nu toch meer als een paar oude wijfies, gniffelt ze. Het huishouden doen ze samen met hun partners, maar dat is tegenwoordig toch ook wel gewoon.”
Zelf is Greet blij dat de Vrouwenbond een deel van haar leven was. “Ik ben er veel zelfverzekerder door geworden, heb me goed kunnen ontwikkelen en heb vanuit mijn functie in het bestuur ook vrouwen kunnen stimuleren dingen te gaan doen. Je kunt zelf je mogelijkheden scheppen. En ook al was ik opgegroeid met de politiek, vroeger toch wel meer iets voor mannen, (mijn man was raadslid en wethouder) heeft de Vrouwenbond me toch veel meer politiek bewust gemaakt.” Op mijn vraag of en hoelang ze nog lid van de FNV Vrouwenbond blijft, antwoordt ze bijna verontwaardigd:.. “zolang mogelijk natuurlijk, ik heb er zo veel aan te danken”.
Siska Caneel
Bilthoven, augustus 2012