Het geheugen van de vakbeweging

vlnr Sjors Schaap, Theo Thijssen en Peter-Paul de Baar


Reactie en repliek op recensie
Biografie Theo Thijssen

De VHV-redactie heeft de recensie van Sjors Schaap aan Peter-Paul de Baar, de auteur van de biografie van Theo Thijssen, voor een reactie voorgelegd. Hoewel Peter-Paul zegt niet gewend te zijn op recensies te reageren heeft hij het verzoek aangenomen. Gezien de aard van zijn weerwoord heeft de redactie gemeend bij  hoge uitzondering Sjors Schaap weer om een repliek te moeten vragen. Hun discussie spitst zich toe op de betekenis van een biografie voor de geschiedschrijving en op de verschillen en overeenkomst tussen het onderwijs in ‘de tijd van Thijssen’ en die van vandaag de dag. Beide bijdragen bieden aanleiding voor zelf-reflectie, voor historici en voor allen werkzaam in het onderwijsveld.

Reactie Peter-Paul de Baar

Ik heb de bespreking met meer dan gewone belangstelling gelezen, omdat de recensent duidelijk een onderwijsmens is.
Met de complimenten voor mijn ijver en objectiviteit, ben ik natuurlijk blij. En ook voor de kritiek, want die houdt me scherp. Zoals ten aanzien van mijn waarschijnlijk wat overdreven neiging tot het noemen van precieze adressen in mijn dierbare Amsterdam…

Peter-Paul de Baar in het Theo Thijssen museum

Een tweede belangrijk punt is dat ik volgens Schaap zwaar tekortschiet op het niveau van interpretatie en analyse.  Waar het gaat om de vraag: ‘Hoe ongebruikelijk was de brutale schrijfstijl van de jonge Thijssen? ’ heeft hij waarschijnlijk gelijk. Maar hij vindt kennelijk ook dat ik tot in detail had moeten aangeven in hoeverre de door Thijssen aangekaarte problemen van het onderwijsstelsel nog steeds relevant zijn voor de problemen van nu, waarvan hij er een hele reeks opnoemt. Dát ze ook voor hedendaagse debatten over onder andere kansenongelijkheid, autonomie van de leerkracht,  overregulering naar mijn mening nog relevant zijn is her en der in mijn boek te lezen. Maar ook dat ze niet steeds één op één vergelijkbaar zijn.  Neem het probleem van te grote klassen.  Op p. 407-408 schrijf ik: “Anno 2023 kampt Nederland nog steeds of alweer met overvolle klassen. Maar de oorzaak is wel héél anders dan in de jaren 1930. Nu is er veel te weinig aanbod van geschoolde leerkrachten. Toen was er juist een overvloed. Maar de regering verbood een groot deel van hen voor de klas te staan, omdat ze geld kostten.”

Openhartig

Maar voor Schaap is dat allemaal nog niet genoeg. Kennelijk had hij een heel ander boek willen lezen: Sjors is nu eenmaal niet dol op biografieën, vertelt hij openhartig. Wat hij wil is een analytische lange-termijnstudie over de ontwikkeling van het onderwijs en de debatten daarover. Die zou ik ook graag willen lezen – maar niet schrijven, want dat kunnen anderen veel beter.

Zelf wilde ik (ik beken het) een BIOGRAFIE schrijven over Theo Thijssen. Over de héle Thijssen: ‘schrijver, schoolmeester, socialist’, zoals ik hem in mijn ondertitel aanduid.  En ook nog eens gezinsman, sportliefhebber, conferencier, tabaksverslaafde esperantist en nog zo wat, zou ik er nog aan toe kunnen voegen. Ik heb dit niet tot het kleinste detail aan de lezers van nu willen voorkauwen, maar de goede lezers, zeker die uit de onderwijspraktijk, vist ze er moeiteloos uit. Zoals overal blijkt uit deze bespreking.

Inspiratie voor eigen werk

Dát was nou precies wat ik hoopte: dat vooral ook allerlei mensen uit het onderwijs punten van herkenning zouden vinden in Thijssens door mij gesignaleerde literaire teksten en betogen. En daaruit allemaal inspiratie zouden halen voor hun eigen zeer diverse werk – al zullen ze dat echt zélf moeten doen. Want dát was wel Thijssens belangrijkste boodschap: De onderwijzer moet het zélf doen. Dus ben ik vooral blij met Schaaps (weliswaar zijdelingse) zinnetje: “De Baar biedt dan meer dan genoeg materiaal voor zelfreflectie.”


Repliek Sjors Schaap

Wat een ongekend plezier een reactie van de auteur te mogen ontvangen op mijn recensie. Een ervaring die niet iedere geschiedenisstudent gegund is. Waarvoor mijn dank. Dat ook voor het compliment over mijn deskundigheid. Deze was onbetaalbaar – niet in de laatste plaats omdat hier (inderdaad) geen onderwijzer schrijft, maar een historicus. Toch produceer ik repliek, zij het andersoortig: we bevinden ons nu in geschiedtheoretische- in plaats van relationele sferen.
Allereerst is het echter belangrijk te benadrukken dat Peter-Paul de Baar en ik het grotendeels eens lijken te zijn. Niet alleen mijn stijlkritieken worden grootmoedig in ontvangst genomen. Mijn complimenten over het grondige onderzoek herhaal ik bovendien met liefde. En ook het verlangen naar een diepgravend, analytisch, werk betreffende onderwijspolitiek blijkt gedeeld. Al zullen we naar alle waarschijnlijkheid beide niet verrast zijn als de uitkomst van zo’n onderzoek doet denken aan de vluchtelingenpolitiek; structurele bezuinigingen en / of onvoldoende investeringen veroorzaken fundamentele problematiek als de noodklok luidt.

Vals dilemma

Sjors Schaap

Toch lees ik ook iets opmerkelijks in bovenstaande tekst: een vals dilemma. Descriptieve- en analytische geschiedschrijving worden, om precies te zijn, als onverenigbaar gepresenteerd. Ik prees De Baar op zijn descriptieve diepgang, maar leverde kritiek op het uitblijven van de daaropvolgende (en bovendien bijzonder relevante) interpretatieve vraagstukken. Dit laatste wordt tot het uiterste getrokken; in plaats van de Thijssen-biografie verwachtte ik een puur analytische longue durée-studie van onderwijs-denken en -politiek. Het klinkt bijna alsof biografieën de bredere (historische én hedendaagse) context als randverschijnselen zouden moeten behandelen. Alsof iemand een film over Napoleon maakt en zich enkel concentreert op zijn relatie met Joséphine. Een absurde gedachte.

Gelukkig wordt de soep zo heet niet gegeten: tussen de strikte Wie es Eigentlich Gewesen War en het pure (post-)structuralisme bevindt zich een oneindige hoeveelheid grijstinten. Ook De Baar reserveert ogenschijnlijk ruimte in een volgende editie voor reflectie op Thijssens kinderliteratuurkritiek. Het is dan wel weer frappant dat er enkele woorden later wederom wordt gepleit voor ieders eigen reflexieve vermogen. Om niet te blijven zagen over de bescheiden mening van deze recensent herhaal ik simpelweg: grijstinten.

Materiaal voor zelfreflectie

Het is natuurlijk oneindig veel gemakkelijker commentaar te leveren dan iets te produceren. Laat daarom voorop staan dat de Thijssen-biografie een goede biografie is. Dat is, inderdaad, alleen al het geval omdat het meer dan genoeg materiaal voor zelfreflectie biedt. Maar dat betekent niet dat elke beschouwing door experts direct ‘voorkauwen’ betekent. En evenmin dat analyse noodzakelijkerwijs het benoemen van elk ‘kleinste detail’ behoeft. Abstractie is niet voor niets een onmisbaar instrument van de historicus.

Sjors Schaap

Zie oorspronkelijke recensie van Sjors Schaap…