Gijs Wildeman – weblog
Zo werkt Amerika – deel 2
Afgelopen september reisden wij door het westen van de Verenigde Staten van Amerika. Begonnen in Seattle Washington en eindigden in Phoenix Arizona. Een mooie reis ook om de gelegenheid te gebruiken om te letten op werk, maatschappij en politiek in de VS. Ik had het boekje bij mij van “Zo werkt Amerika” een reisverslag van Nederlandse vakbondsbestuurders in 1949 door de VS. Mijn vorige column ging daarover.
Hoe zijn de werkverhoudingen tussen Nederland (Europa) en de VS) 67 jaar later. Het is mijn eigen onderzoekje. Status mag u er niet aan verlenen. Maar zeker is dat het verkiezingstijd is. Politiek is dus duidelijk aanwezig op de diverse TV kanalen maar niet op straat. Je ziet geen posters en folders sterker nog ze willen er niet over praten. Als de man of vrouw dan toch iets wilden zeggen kwam duidelijk na voren dat ze beide kandidaten niet goed vinden. Trump vinden ze toch een schreeuwlelijk en Clinton is niet te vertrouwen. Tijdens een wijnproeverij in California hoorde ik van een Amerikaan dat het systeem op de schop zou moeten. Nu houden republikeinen en democraten elkaar in een wurggreep en gebeurt er veel te weinig. Meer partijen, meer kandidaten maakt politiek duidelijker en veroordeeld je tot samenwerking was zijn mening. En voor zeker hoorde daar overleg bij met het bedrijfsleven en dus ook de Labour Unions. Hoewel, zei hij, die niet (meer) zo’n goede naam hebben in de VS
TRUMP
In een coffeeshop ( in de VS is een coffeeshop nog echt een koffiecafé) dronk ik op een morgen al om 6.15 uur een bakje met een paar oude mannen van wie er één een pet op had waarop stond TRUMP. Lets make America great again’. Ja, op wie moest hij anders stemmen? En van de vakbonden moest hij al helemaal niets hebben. Allemaal communisten riep hij. Het enige wat ze willen is geld maar geen verantwoordelijkheid. Een collega mompelde nog wel dat ze toch ook voor de veiligheid bezig waren maar dat werd met gesnuif aangehoord. Later kom ik er toch achter dat de macht van de vakbonden minder aan het worden is. Je kunt nog steeds direct ontslagen worden. En wat in opkomst is voor mijn gevoel zijn eigen belangengroepen die zich geen vakbond willen noemen maar toch onderhandelen. Aan een wegwerker vroeg ik hoeveel hij per uur verdiende. Het kwam neer zo tussen de 25 en 30 dollar per uur. En wie maakt jouw contract, de vakbond? Nee nee, zeker niet maar wie wel wist hij niet te zeggen. Zelf geef ik de volgende invulling daaraan. Het barst er van de zelfstandigen van de handymans die zich zelf verhuren. Amerika is zeker ook het land van de kleine banen. Bij de benzinepompen wordt je geholpen door jonge jongens of oude mannen die je tank volgooien. In de hotels sjouwen ze je koffers.. En bij de supermarkten pakken ze je spullen in en vegen ze de vloer. Sommigen hebben wel drie verschillende baantjes. En met wat voor een loon?
Kleine baantjes
Onze bestuurders uit 1949 spreken over een loon dat 3 x zo hoog lag dan in Nederland. En veel meer koopkracht Daar kon ik niets van terug vinden. De kleine baantjes betalen 15 dollar per uur of nog lager. Levensonderhoud is te vergelijken met wat wij hebben, alleen energie is goedkoper. En ik heb daar meer armoede gezien dan hier, Ook bij witte mensen.
De wereld is veranderd. Waren in 1949 de Amerikaanse vakbonden belangrijk voor lonen, veiligheid en scholing en actief in de politiek. Daarvan vond ik een kleine 70 jaar later weinig van terug. Je zou zo maar kunnen denken dat wij op dit gebied een stukje Marshall hulp terug zouden kunnen geven.
Gijs Wildeman
oktober / november 2016