
Herinneringen van Kees Marges – 01
Mijn eerste reis als scheepswerktuigkundige
Tijdens onze reis naar de Perzische Golf op de Caltex Arnhem, dat was in 1965, ik was 21 jaar oud, kreeg de Kapitein van kantoor te horen, dat de Nederlandse bemanning, inclusief de Spanjaarden en Kaapverdianen, vervangen zouden gaan worden door Laskaren, Aziatische zeelieden. Het kwam erop neer dat de Europese scheepsgezellen vervangen werden door veel goedkopere Aziaten, in dit geval Pakistanen. We voeren toen met 32 man aan boord van wie ongeveer de helft officieren waren zoals de kapitein, stuurlieden, werktuigkundigen, de elektriciën en de radio-officier. De Kapitein kreeg de opdracht ervoor te zorgen dat bij aankomst van het schip in Europa, welke haven dat zou zijn was nog niet bekend, een ingrijpende verbouwing op het schip zou zijn uitgevoerd. De kombuis, waarin de maaltijden voor zowel de officieren als de scheepsgezellen werden voorbereid, moest gesplitst worden in twee kombuizen, een voor de officieren en een voor de Pakistaanse scheepsgezellen. Ook de messrooms, hutten, toiletten en douches moesten geschikt gemaakt worden voor deze verandering van nationaliteit van de scheepsgezellen. Er zouden veel meer Pakistanen aan boord komen, dan er tot dan Europeanen waren. Van sommige tweepersoonshutten moesten drie- of vierpersoonshutten gemaakt worden. Het vereiste materiaal voor al die verbouwingen zou aan boord worden gebracht in de laadhaven. Welke dat was wisten we ook nog niet. Dat zouden we horen als Aden gepasseerd waren.
Vervanging van Europese zeelieden door Aziatische

Tijdens de terugreis moest de verbouwing plaats vinden. We waren met 32 man aan boord. Iedereen, scheepsgezellen en ook officieren, moest meehelpen om de verbouwing op tijd klaar te krijgen. Dus de rederij, Caltex Tankers, gaf de Europese scheepsgezellen opdracht hun eigen accommodatie geschikt te maken voor de scheepsgezellen die hen zouden vervangen, omdat die veel goedkoper waren. Aan het eind van de reis zouden de Europese scheepsgezellen ontslagen worden. Juister geformuleerd: ze zouden geen nieuwe reis en dus nieuw contract meer krijgen aangebonden. Scheepsgezellen waren in die tijd nog werkzaam op basis van een zogenaamde arbeidsovereenkomst-bij-de-reis. Einde reis betekende van rechtswege einde arbeidsovereenkomst. Voor een nieuwe reis, dus voor weer een baan, moesten ze telkens solliciteren en ze kregen de baan niet als de ingewonnen informatie bij de vorige rederij niet tenminste 3x erg goed was, voor kennis, ijver, gedrag of zoiets. Officieren waren in dienst op basis van individuele contracten voor onbepaalde tijd. Voor hen was formele opzegging door de werkgever en een ontslagvergunning van het arbeidsbureau nodig. De werkgever zou dan moeten voldoen aan allerlei verplichtingen, anders zou het ontslag ongeldig zijn. En dan nog kon een officier in beroep gaan. Scheepsgezellen hadden toen (nog) niet dezelfde rechten als officieren. Dat is jaren later gecorrigeerd op aandringen van de vakbond van de Federatie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart (FWZ), aangesloten bij het NVV.
Ik liet dit allemaal eens goed tot me door dringen. Ik had nog nooit eerder met zo’n vervanging van een Europese bemanning door goedkopere Aziatische crew te maken gehad. Ik kende dat fenomeen toen niet eens. Tenslotte kwam ik net van school en daar was me er ook nooit iets over verteld. Mijn conclusie was dat deze vervanging niet rechtvaardig was. Vervolgens liet ik de tweede werktuigkundige, de werkbaas voor machinekamerpersoneel, weten dat ik niet zou meewerken aan de verbouwing, maar uiteraard wel bereid was mijn gewone werk en overwerk te doen. Zonder me dat te realiseren kon ik daarom niet beschuldigd worden van staken aan boord van een schip op volle zee. Dat is streng verboden. Dat op zich was me wel bekend, maar het woord staken was niet eens bij me opgekomen. Na wat gebrom van mijn baas nam hij mijn mededeling voor kennisgeving aan en kreeg ik geen opdrachten mee te werken aan de verbouwing en dus de vervanging van Europeanen door goedkope Aziaten. Dat was snel geregeld. Wat ik toen ook niet wist is, dat je als werknemer nooit actie moet voeren in je eentje. Actievoeren doe je met een groep want dat maakt het voor de werkgever moeilijker om maatregelen te nemen, zoals ontslag te geven. Maar ik ervoer dit niet als actie voeren, ik deed iets wat in mijn ogen vanzelfsprekend was.